1864. BK 50. 51* Jaargang. MAANDAG 4 JULIJ. pittittscftjfe lestuur omi $oes. SCHUTTERIJ. Putolicatle. liïimenfflnösclje lengten. GOESSCHE (OliIIAM De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,95, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentlEn worden a 80 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels ƒ1,80, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentiEn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, Brengen bij deze ter hennis van een ieder die het aangaat dat de commissie tot onderzoek der redenen van vrijstelling en uitsluiting van de schutterlijke dienstvoor dit jaaringevolge art. 15 der wet op de schutterij, van den 11 April 1827 zamen- gesteldhare zitting zal houden ten raadhuize dezer stadop Woensdag den 13 Julij 1864, des voormiddags ten elf ure. Wordende degenenwelke veimeenen redenen tot vrijstelling of uitsluiting aan die commissie te kunnen voordragen aandachtig gemaakt op de navolgende bepalingen van Z. M. besluit van den 28 Junij 1828 (Staatsblad no. 42). {usordt vervolgt) Wanneer het oppositieorgaan voor feiten staat, die niet te weer spreken zijn en die het toch niet erkennen wil, dan eindigt het doorgaans met eenige grofheden te zeggen aan zijne eigene partij, in den vorm van verpletterende woorden voor zijne tegenstanders. Zoo ontkent het nu (n°. 154) stijf en sterk dat er eene coalitie heeft bestaan tpsschen antirevolutionairen en conservatieven. Het maakt dus zijn vriend en voórrnaligen collega tot eenen leugenaar. De heer Groen toch heeft, schoon hij liever volbloed antirevolu tionairen had zien zitting nemen, hier en daar de conservatieven aanbevolen als een pis-aller en het meer dan eenmaal in ge schrifte verklaard, dat waar men de conservatieven niet geheel ter zijde werken konhet dan toch maar best ware zich met het gekruiste ras te behelpen. Een verder strekkend compliment wordt door het orgaan gebragt aan de conservatieve partij„Zij heeft." dus luidt het, „door gehalte ontegenzeggelijk eene groote kracht gewonnen." Wanneer dit ziet op de aanwinst van twee anti revolutionaire ledendie nu in de kamer zijn gebragtdan zullen de lierkozene of aanblijvende leden wel niet trotsch zijn op dit oordeel over hunne mindere gehalte. Of wordt er door bedoeld, dat de partij Groen de Brauw nu meerdere kracht ontwikkelen zal, dan is de herstemming voor de heeren de Brauw c. s. zeker eene louteringskuur geweest, waardoor zij van vroegere onreinheden zijn gezuiverd. Ook bij deze bedoeling is de verze kering van het orgaan waarlijk niet te vleijend voor de vrienden. „Men moet een stalen voorhoofd hebben om te durven vol houden dat de boven bedoelde coalitie werkelijk bestaat." „Die coalitie is uitgedacht door de radicalen." Al weder geene douceur voor den heer Groen die daarenboven nog hooren moet, dat de enkele teleurstellingen die de oppositie geleden heeft, het gevolg waren van de versnippering van stemmen, die zeker door hem was geprovoceerd. Doch men lette wel op de redenering: de coalitie bestaat niet, omdat de antirevolutionairen hunne eigene kandidaten stelden. Doch hoe zijn de conservatieve leden de Brauw en anderen in de kamer gekomen? Zeker of omdat er zoo weinig antirevolutionairen zijn of omdat zij met de conser vatieven zamenspanden. De beide gevallen, waarvan één zeker bestaat, moeten, dunkt ons, het orgaan en zijn vriend Groen stof geven tot ernstig nadenken. De oppositie-partij is in de kamer, door gehalte, krachtiger geworden. Passen wij die verzekering van het orgaan toe op den heer van Zuilenin 's Hage gekozenwat kunnen wij daaruit dan leeren. Dat de beste, de krachtigste gehalte, die is, die het meest aan verandering bloot staat. Want al neemt men ook aan, dat de heer van Zuilen nu tot de regtgeloovigen behoort, dan valt het toch niet te ontkennendat door dien heer een sprong is gemaakt, die bet bewijs levert, dat hij zeer onvast is van beginselen. In hoever iemanddie zóó met zijn verleden breken kan, die zulk eene wending kan maken in politieke over tuiging, vertrouwen verdient, valt niet moeijelijk te bepalen. Maar de natie staat ook nog niet op de hoogte der Dagblad-redactie. Het is zeker niet te verwonderen, dat zij het beste gehalte daar vindt, waar de grootste verloochening van vroeger beleden begin selen wordt gevonden. „De conservatieven hebben niet gespeculeerd op godsdienstige onverdraagzaamheid, zij hebben een gansch anderen veel hooger standpunt ingenomen." (Dagblad no. 154) Dat andere en veel hoogere (maar met opzet niet genoemde) standpunt was: het speculeren op eene godsdienstige verdraagzaamheid voor het oogen- blikhet zoeken van eene zamenwerking met de genen, die men niet kan en niet wil verdragenmaar wier stemmen men gaarne had gehad, om zijn doel te bereiken. Het hoogere standpunt was, dat men zich wel wilde vernederen om hulp en steun te vragen bij hen, die men anders stelselmatig bestrijdt. Het stand punt was intusschen wat al te hoog gekozen en die zich roeke- Jpos daarop hadden gewaagd, hebben wederom het zeggen van vader Cats bewaarheid, die van zekere viervoeters zegt: als zij hoog klimmen willen, dan ziet tnen enz. Omtrent de kinderziekte in deze gemeente vernemen wij nader dat sedert ons vorig berigt van den 8 Junij 11. er zijn bijgeko men 72 lijders, waarvan 18 wel en 54 niet gevaccineerd, terwijl er 1 niet gevaccineerde is overleden. Er zijn dus tot 1 Julij aangetast 358 personendaarvan zijn 266 niet 87 wel gevac cineerd. Overleden 20, waarvan slechts 2 gevaccineerd. Hersteld zijn 301 lijders en blijven nog onder behandeling 32 personen in 20 huisgezinnen. Betrekkelijk deze ook in de gemeenten Fort Bath, Rilland en Krabbendijke heerschende ziekteschrijft men ons uit laatstge noemde gemeente, dat sedert het vorig berigt, opgenomen in no. 46aldaar tot 1 dezer waren bijgekomen 21zoodat het getal aangiften was geklommen tot 80van die 21 waren 11 hersteld8 nog ziek en 2 niet gevaccineerden overleden14 waren nimmer, 7 in hunne jeugd ingeënt. Te Rilland bedroeg het getal zieken, die in dien tijd waren bijgekomen 40, in 't geheel 248. (De bevolking telt 803 zielen). Van die 40 waren 17 nog lijdende en 2 gestorven, beiden niet gevaccineerd. Van de 40 later aangetasten waren 25 niet ge vaccineerd en de overige 15 meestal in hunne eerste kindscheid. Te Fort Bath waren in den laatsten tijd slechts 5 aangiften gedaanzoodat het getal aangetasten in die gemeente bedroeg 105. 4 van de waren gevaccineerd; de vijfde nietwelke laatste is overleden. Door den minister is bij de tweede kamer eene wet ingediend op de schutterijen. Daarbij wordt o. a. bepaalddat tot deze dienst verpligt zijn allen', die hun 21ste jaar zijn ingetreden tot den dag op welken zij hun 30ste zullen hebben bereikt. In tijd van vrede zullen 3 man van de 200 inwoners en in tijd van oorlog of gevaar 3 man van elke 100 inwoners worden opge- pen. De diensttijd wordt bepaald op 5 jaren, die daarna hun 30ste jaar nog niet hebben bereikt, behooren tot de reserve en kunnen opgeroepen worden in tijd van gevaar. Elk scbuttcr- pligtige kan zich door een ander doen vervangenmits tot de zelfde gemeente behoorende. De schutterpligtigen worden verdeeld in twee klassen. De eerste is zamengesteld uit ongehuwden en kinderlooze weduw naars, de tweede uit gehuwden of weduwnaars met een of meer kinderen. Schutterijen uit in elkanders nabijheid gelegen gemeenten kunnen tot één corps worden vereenigd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1