ItmieiifanöscSe lengten. flemengöp, lengten. Tot dit district behooren de navolgende gemeenten, Goes, met 221 kiezers, waarvan 161 stemmen hebben uitgebragt St. Annaland 41 k. 34 s., Baarland 20 k. 12 s., Borssele 26 k. 17 s., Colijnsplaat52k.41 s.,Driewegel4 k. lis., Ellewoutsdijk 20 k. 9 s., Fort Bath 18 k. 14 s., 's Gravenpolder 23 k. 8 s., 's HeerAbtskerke 11 k. 5 st., 's HeerArendskerke 41 k. 31 s., 's Heerenhoek 12 k. 6 s., Heinkenszand 48 k. 38 s., Hoedekenskerke 23 k. 16 s., Kapelle 40 k. 34 s., Kattendijke 19 k. 18 s., Kats 10 k 9 s., Kloetinge 27 k. 19 s. Kortgene 22 k. 19 s., Krabbendijke 26 k. 18 s., Kruinin- gen 58 k. 34 s.,St. Maartensdijk 65 k. 48 s., Nisse IS k. 12 s., Oude- lande 9 k. 9 s., Oud-Vossemeer 45 k. 32 s., Ovezand 17 k. 8 s., St. Philipsland 17 k. 6., Poortliet 35 k. 29 s., Killand en Maire 24 k. 15 s., Scherpenisse 30 k. 27 s., Schore en Vlake 16 k. 12 s Stavenisse 30 k. 30 s., Tholen 86 k. 73 s., Waarde en Valkenisse 18 k. 6 s. Wemeldinge 28 k. 15 s. Wissenkerke 63 k. 45 s. Wol- phaatskijk 41 k. 31 s. Yerseke 25 k. 14 s. Er waren dus van de 1339 stemgeregtigden 966 opgekomen, waarvan 6 in blanco en 30 van onwaarde, dus 930 geldig uit- gebragte stemmen. Daarvan bekwamen de heer mr. P. II. Saaijmans Vader 281 J. II. de Laat de Kanter 235 u C. J. Pické 201 O. Verhagen 189 stemmen. Nog bekwamen de heeren A. van Gorsselen, J. H. PickéJ. K. van Baaien en J. Pické ieder 2 stemmen en O. Q. J. van Swinderen, O. van Wassenaar Katwijk, L. de Laat de Kanter, C. C. van den Bosch, mr. I. PP. Singendonck en WA. de Laat de Kanter ieder eéiie stem. Er zal dus eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren mr. P. II. Saaijmans Vader en mr. J. H. de Laat de Kanter. De herstemming van leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal in de hoofd kiesdistricten Leeuwarden, Sneek, Hoorn, Amsterdam, Haarlem, Dordrecht, Goes en Gorinchem, is bij mi nisteriele beschikking bepaald op Dingsdag 28 Junij aanstaande. Naar wij vernemen zal morgen op den verjaardag onzer koningin door de schutterij geparadeerd en in de koninklijke handboog- societeit Jacoba van Beijeren" eene muziekale uitvoering gegeven worden bij welke gelegenheid tevens de onthulling zal plaats hebben van de nieuwe banier. Wij waren heden in de gelegen heid dit wezenlijke fraaije kunststuk te zien, dat de fabriek van dhr. Knuijvers te 'sHage alle eer aandoet. Zij is van Oranje zijden fluweel met een schild in het mid den, waarvan het bovengedeelte in vier velden is gesplitst. Twee dezer, links van boven en regts van onder bevatten het Beijer- sche wapen, het bovenste gedeelte, regts, een gouden peil en boog, het onderste links, een duif, zittende op een groenen grond. Op het beneden gedeelte van het schild is regts een slot met groenen grond door boomen omgeven, en links een tafel, waarop een Jacoba kannetje, smaakvol geborduurd; de achtergrond is licht blaauw. Kond dit schild zijn in zilveren letters van groote af meting de woorden „Koninklijke Handboog-Societeiten daar boven in goud een koninklijke kroon prachtig geborduurd, terwijl onder het schild omstrengeld van zilveren eiken- en laauwertakken op een blaauw lint mede in zilver geborduurd isJacoba van Beijeren te Goes;" iets lager zijn de jaartallen: „18491862," aangebragt het geheel is omboord met zwaren zilveren franjen aan weerszijden van de piek en van onder aan den standaard hangen aan met zilver omboorde kabels gelijke kwasten. Wij wenschen de directie en de leden der sociëteit geluk met het welslagen der uitvoering hunner bestelling en hopen dat voor de belangstellenden die morgenavond welligt niet in de gele genheid zijn het wezenlijk met kunstige hand te zamengestelde te zien, daartoe later nog eenige oogenblikken zullen worden aangeboden. Bij koninklijk besluit van den 8 Junij no. 57 is aan A. Mon- hemius, gewezen bewaarder in het huis van arrest te Goes, ver leend een pensioen ten laste van den Staat van f 130, 'sjaars. Men deelt ons uit Noord-Beveland mede dat de minister van binnenlandsche zaken berust heeft in het besluit van Ingelanden van den polder Oud-Noord-Beveland tot vrij verklaring van dezen polder en dat die mitsdien tot den toestand van vrije polder is teruggekeerd. Wegens de uitvoerige mededeelingen omtrent de verkiezing en de ruimte door het ingezonden stuk ingenomen, moeten wij het buitenlandsch nieuws terughouden en ook het verslag van de vergadering der maatschappij van Landbouw te Zierikzee tot een volgend nummer laten liggen, Men schrijft uit Weenen: „Alhier had eene zonderlinge pleg- tigheid plaats, namelijk de toediening van den doop op bevel der policie, dewijl de vader van den jeugdigen burger weigerde hem te doen doopen. Nadat de doop plaats had gehad, werd het kind onder toezigt van den commissaris van polieie weder ten huize van den vader gebragt." Zeker een uitlokkend voor beeld van de vrijheid, die men in Oostenrijk geniet. Een zeer vermogend inwoner van Chaux-Thouczwiens levenswandel niet zoo zedelijk was, als de mede-inwoners van gemelde plaats het verlangen, werd dezer dagen op de volgende wijze vermaand, voortaan het pad der deugd te betreden. Eene taliooze menigte begaf zich onder het maken van groot rumoer naar de woning van den delinquent, raasde en tierde gedurende geruimen tijd en vaardigde vervolgens een der aanvoerders af om voor de deur het zondenregister des schuldigen aftelezen en daarbij de bedreiging te voegendat wekelijks dezelfde strafoefening zou herhaald worden, indien hij zich niet verbeterde. In de dag bladen is medegedeeld dat eenige ingezetenen van Amsterdam den koning bij gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig huwelijks feest een vergulden stoel zullen aanbieden. De aanbieding van één dergelijk voorwerp aan het vorstelijk echtpaar rust zeker op de onderstelling dat Z. M. de koning en de geeerbiedigde koningin voortaan op één stoel zullen zitten. Naar men ver neemt zal het geschenk door de residentiestad aantebieden op het zilveren feest van den innig geliefden vorstalle anderen in rijkdom en schoonheid overtreffen. Met opzet schijnt men dat geheim te houden, opdat de liefde der residentie bewoners bij de uitkomst, des te schitterender moge zijn. Uit Monnikendam schrijft men dat er veel anjjovisch wordt gevangen. Dezer dagen had te Freiberg in Saksen een ongewoon duël plaats. Een groote hond zwom voorbij een zvvanenhok in hetwelk een paar zwanen huisden en het wijfje zat te broeden. Toen de hond, naar het oordeel van den gent te nabij het hok kwam, schoot deze onverwacht toe en sloeg zóó met zijne vleugels, dat den hond geen auder middel overbleef, dan om onder water te dui ken. Maar nu werd de hond zoodanig gebeten en gestooten met den snavel, dat hij niet meer boven kon komen om adem te halen, teu gevolge waarvan hij spoedig verdronk. Te 'sGra- venhage schijnt bij de verkiezing een nieuw model van stembus gebruikt te zijn. Wij lezen ten minstedat onder bepaalde om standigheden de kreet „Öranje boven", als een zegekreet uit de stembus zou rijzen. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Ik ben een kiezer en tracht den burgerpligtdie er dientengevolge op inij rust, te vervullen met ernst en naauwgezetheid. Niet zonder belang stelling nam ik dan ook kennis van 'tgeeu in deze laatste dagen ter aan beveling \an de verschillende candidaten voor- het lidmaatschap der 2e kamer, in dit district aan de kiezers werd voorgehouden. Zoo is mij ook in handen gekomen een blaadje, gedrukt bij Milborn te Middelburgter ondersteuning van de candidatuur des Heeren Saaymans Vader. Onder het lezen van dit stukje zijn bij mij vragen en bedenkingen gerezen, waarop ik te vergeefs het antwoord gezocht heb. Vergun mij door middel van uw geacht blad ze openbaar te maken. Ik doe 'tin de hoop, dat anderen, scherpzinniger dan ik, zullen duidelijk maken, wat ik vruchteloos getracht heb te ontraadselen. De steller van genoemd blaadje begint met de geloovigen ernstig aan te raden, dat zij zich niet onttrekken aan de oproeping hunner overheid om meê te werken tot de verkiezing van een lid der 2e kanrer. Dat is een goede raad. Wie niet meê stemt, verzuimt zijn staatsbnrger-pligt. Waarom, mag de geloovige zich niet onttrekken? vraagt de schrijver. Zie hier het antwoord dat hij geeft: „Met onderwerping kan hij" de geloo vige) „alleen dan de uitkomst der stemming afwachten, wanneer hijnaar „overtuiging, antwoordt op die oproepingdie voor hem eene geloofsdaad be- hoort te rijn, waardoor hij getuigt, wiens hij zijn wil." Hier, Mijnheer de Redacteur, begon ik in't duistere rondte tasten. Wat lezen wij hier? De oproeping der overheid behoort eene geloofsdaad te zijn voor den geloovigen kiezer. Dat begrijp ik niet. Dat de overheid den kiezers stembriefjes 'thuis zendt, met kennisgeving van den dag, waarop de stemming zal plaats hebben, dit doet zij volgens de wet. Wil men dat eene daad des geloofs noemenhet zij zoo. Maar hoe die oproeping der overheid, ooit eene geloofsdaad der kiezers kan worden, ik heb 'tniet kunnen vatten. Toch verzekert ons de steller van het blaadje dat 'tzoo behoort te zijn, ja, dat die oproeping der overheid bovendien nog moet wezen eene daad waardoor de geloovige kiezer getuigt wiens hij zijn wil. Ik zou gaarne den kiezer kennen, die in de handeling van den burgemeester die hem een stembriefje doet bezorgen, eene geloofsdaad ziet van zich zeiven. waardoor hij getuigt wiens hij zijn wil. Ik heb de zaak beproefd, maar, ik betuig het, ik heb ze op moeten geven. Daarna herinnert de schrijver van het blaadje, dat vóór alles het beginsel moet bepaald worden, waar tusschen men eene keuze te doen heeft. Hier wachtte mij eene nieuwe moeijelijkheid. Ik heb getracht ook naar dien raad mij te gedragen. Berst heb ik bepaald het beginsel, dat ik pligtmatig achtte op te volgen. Dat ging goed. Maar toen moest ik volgens het blaadje, daar tusschen eene keuze doen. „Waar tusschen"? vroeg ik. „Wel tusschen het beginsel dat gij zelf bepaald hebt." Mijnheer de Re dacteur dat zet ik den besten Uit verschillende beginselen eene keuzo te doendat is wel eens moeijelijkmaar toch zeer wel uitvoerbaar. Maar eene keuze tusschen het beginsel dat gij zelf eerst bepaald hebt, ik vind dat het eene ongekende mate van vernuft en geestkracht vereischt. Intnsschen de schrijver der aanbeveling van den Heer S. Vader erkent dat er verschillende beginselen zijn, en vraagt: „welke zijn die? De heer - schende denkwijze" zoo gaat hij voort, „noemt zich de liberale, een too- verwoord, dat onder den naam van vrijheid, vaak het tegendeel zich be toont." „Ach mij arme!" zoo riep ik, dit lezende, uit: ,;wie verlost mij uit dezen nood? Ligt 'taan mij? of is 'ter den schrijver om te doen mijn denkvermogen te verbijsteren?" Wat, zoo vraag ik, wat is een tooverwoord dat zich het tegendeel betoont onder den naam van vrijheid? Dat menschen zich anders vertoonen.dan zij zijn, het is mij wel eens gebleken, maar dat een woord zich anders kan betoonen dan 'tis, en dat zulk een woord dat bedrog onder den naam van vrijheid plegen kan, welk kiezer heeft dat ooit waargenomen Vermoedelijk wel de atelier van het blaadje, j die ons in goeden ernst verzekert dat 'tzoo is. Zon "tkunnen zijn, om de j zeldzaamheid van 'tgeval, dat een woord, 'twelk pleegt zich te buiten te

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 3