ISM. N°. 42.
JTLatttseltid 3$estuur mm $oes.
MAANDAG 6 JUNU. 51" Jaargang.
coüssm (oritur.
De uitgave dezer Courant geschiedt Haan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prys per kwartaal f 1,95 fr. p. p. f 1,90.
Qewoue advertentfPn worden a 3D et. de
regel geplaatst.
Geboorte., huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels f 1,30behalve het zegelregf.
De inzending van advertentiSn kan gesehieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der nitgave.
Putoliels.© Verpacnting.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
zullen op Zaturdag den 18 dezerdes namiddags ten een ure,
op het raadhuis, publiek en aan den meestbiedende trachten te
VERPACHTEN:
„Het regt tot visschen in de kaaide havende i
„waterleiding en de watergangen aan de wegen
„gelegenalles voor zoo ver het ambacht van
„Goes strekt
Welke verpachting zal geschieden voor den tijd van zeven
jaren, ingaande den eersten Julij aanstaande; waarvan de
voorwaarden van heden af tot den dag der verpachting, ter
inzage van een ieder zullen voorhanden zijn op de gemeente
secretarie.
Goes, den 4 Junij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Bels.eud.mals.iug;.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bekend: dat de kapitein kommandant van de dienstdoende
schutterij alhierheeft te kennen gegevenvoornemens te zijn
om bij gunstig weder Zaturdag den 11 dezer en vervolgens des
Woensdags en Zaturdagsgedurende de maanden JunijJulij
Augustus en September daaraanvolgende, telkens des avonds tus-
schen half 5 en 8 urein de Oosterschansin de rigting van
het zuid-westen naar het noord-oosten de leden der schutterij
te oefenen in het SCHIETEN naar de SCHIJF.
Geschiedende deze bekendmakingoprlat een ieder zich zoude
wachten voor schade en blijven buiten gevaar.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders op
genomen in de Goessehe Courant.
Aldus gedaan ten raadhuize van Goes, den 4 Junij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris
H. C. PILAAR.
INSPECTIE van de V E R L O F G A N G E R S
der
NATIONALE MILITIE.
Waarscnuwing.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
Gezien het besluit van den heer commissaris des konings in
de provincie Zeeland, van den 6 Mei 1864, A, no. 50851, 3e afd.
(provinciaal blad no. 44) brengen ter kennis van degenen die
het aangaat
Dat de inspectie van de verlofgangers der nationale militie op
Zaturdag den 18 Junij 1864des voormiddags ten 10 urezal
plaats hebben in de Wandelkerkbinnen deze gemeente waartoe
de verlofgangers zich zullen verzamelen voor het raadhuis.
En worden mitsdien alle verlofgangers welke zich in deze ge-
gemeente bevinden, behoorende tot de ligtingen van 1860, 1861,
1862 en 1863 die vóór den lsten April 11. in het genot van
onbepaald verlof zijn gesteldten ernstigsten aangemaand tot
eene stipte opvolging der onderstaande bepalingen.
1de verlofganger meldt zich binnen 30 dagen na den dag
waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den burgemeester
zijner woonplaats aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien
teekene. (Art. 133)
2. de verlofganger, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen,
geeft daarvan kennis aan den burgemeester zijner woonplaats.
Binnen dertig dagen na dien dag, waarop hij komt in de ge
meente waarin hij zich vestigtmeldt hij zich aan bij den
burgemeester dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor
gezien teekene. (Art. 134)
3. de verlofganger van de militie te land, mag zich, zonder toe
stemming van den minister van oorlog, niet langer dan gedu
rende vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 136);
4. de verlofganger die art. 133, 134 en 136 niet naleeft, wordt
in werkelijke dienst geroepen en gedurende 3 maanden ge
houden. (Art. 137);
5. de verlofganger van de militie te land, die bij openbare ken
nisgeving is opgeroepen om door den militie-commissaris te
worden onderzochtverschijnt bij dat onderzoek in uniform
gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem
bij zijn vertrek met verlof medegegevenvan zijn zakboekje
en van zijn verlofpas. (Art. 138, 139 en 40);
6. de verlofganger van de militie te land is aan de militaire regts-
pleging en tucht onderworpen onder anderen gedurende den
tijddien het onderzoek voor den militie-commissaris duurt
en, in het algemeen, wanneer hij in uniform gekleed is. (Art. 130);
7. behoudens het bepaalde bij art. 130, kan een arrest van twee
tot zes dagente ondergaan in de naastbij gelegen provoost
of liet naastbij zijnde huis van bewaring of arrestdoor den
militie-commissaris wordeD opgelegd aan den verlofganger;
1. die, zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt;
2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet
voorzien is van de bij art. 140 vermelde voorwerpen
3. wiens kleeding- uitrustingstukken bij het onderzoek niet
in voldoenden staat worden bevonden
4. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende,
als de zijne vertoont. (Art. 141);
8. onverminderd de straf, in het voorgaand artikel vermeld, is
de verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie-com
missaris te bepalen tijd en plaats en op de in art. 140 voor
geschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden on
derzocht. (Art. 143);
9. de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het
feit, sub 4 van art. 141 bedoeld of niet overeenkomstig art. 143
voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen
zijnde, in het geval verkeert sub 2 en 3 van art. 141 vermeld,
wordt onder de wapenen geroepen en van 36 maanden ge
houden. (Art. 144)
10. de verlofganger die niet voldoet aan eene oproeping voor de
werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. (Art. 145);
11. elk, die voor de militie is ingeschreven, en ieder die daarbij
is ingelijfdkanovereenkomstig de daaromtrent bestaande
voorschriften, tot eene vrijwillige verbindtenisvoor den tijd
van zes jaren of langer worden toegelaten bij de zeemagt, het
korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande
of bij het krijgsvolk in 's rijks overzeesche bezittingen; plaats
vervangers echter niet bij de zeemagt of het korps mariniers,
gedurende het eerste jaar van hunnen diensttijd. (Art. 9 en 74);
12. Aan de bij de militie te land ingelijfdendie verlangen na
volbragten oefeningstijd, minstens voor zes maanden onder de
wapenen te blijven of te komenzonder zich als vrijwilliger
te verbinden, wordt zulks vergund. (Art, 126);
En ten einde niemand biervan onwetendheid zoude kunnen
voorwenden, zal deze worden geaffigeerd ter plaatse alhier ge
bruikelijk en geinsereerd in de Goessehe Courant.
Aldus gedaan ten raadhuize van Goes, den 4 Junij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris,
H. C. PILAAR.