18*54. N°.36, DONDERDAG 12 MEI, Mat\ Jaar yimitsefijfl bestuur mm JJoes. mmrn coistw r. De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,55 fr. p, p. 1,90. W' Gewone advertentlSn worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels Tl,SO, behalve het zegelregt, De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. t. OPENBARE VERGADEEING VAN DEN G-emeente-raad. "to Goes, TEN RAADHUIZE ALDAAR, OF WOENSDAG DEN 18 MEI 1864 DES AVONDS TEN 7 URE. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Mededeeling van ingekomen stukken. 2. Brief vau Z. E. den minister van binnenlandsche zaken betrekkelijk de daarstelling hooger burgerschool. 3. Verzoek van J. van Aerde om grond in erfpacht. 4. Aanbeveling ter benoeming van een lid der geneeskundige commissie in plaats van wijlen den heer Th. Pieteree. 5. Sollicitatie ter vervaaging van dien heer als gemeente-heel- en vroedmeester. 6. Aanbeveling burgerbewaarschoolhouderes. 7. Verzoeken om kwijtschelding van hoofdelijken omslag en belasting op de honden, over 1863. 8. Af- en overschrijvingen op de begrooting van 1863. 9. Nieuw outwerp-besluit tot heffing van begrafenis -regten en loonenter vervanging van dat dd. S Junij 1856. 10. Benoeming stembureau voor de verkiezing van eer, lid van de 2'J Kamer der Staten-Generaal. SCHUTTE HIJ. Piit>licatlc« Vervolg van no. 35.) BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES Gezien Zijner Majesteits besluit van den 4 September 1828 (Staatsblad n". 55) voornamelijk de bepalingen van art. 7 en 8, aldus luidende: „Art. 7. De gehuwden en weduwnaars een of meer kinderen hebbende, door sterfgeval of anderzins in de termen vallende om in de eerste klasse te worden overgebragt, zullen voor de eerst volgende jaarlijksche inschrijving, bij publicatie worden opgeroepen om daarvan kennis te geven aan het plaatselijk bestuur: wanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd en de nalatige, tenge volge van dit verzuim niet bij de schutterij is ingelijfd geworden, zal deswege door het plaatselijk bestuur proces-verbaal worden opgemaakt en aan de bevoegde regtbank toegezonden, ten einde de strafbepalingen van art. 1 der wet van den 6 Maart 1818 (Staatsblad no. 12) op de nalatigen toe te passen „Art. 8. De nalatige in het vorige art. vermeld, zal dadelijk bij de schutterij worden ingelijfd, tegen ontslag van hem die in zijne plaats wordt opgeroepen, de diensttijd door hem te vol brengen, zal ingaan met het jaar waarin bij is ingelijfd geworden. Vervolg hierna. Het residentie-orgaanzoo toch kan men zeker blad noemen sedert het gemeente-bestuur der residentie een verbond met de redactie van het Dagblad sloot, heeft weder eene welkome gele genheid gevonden, om op de gewone wijze zich te doen hooren- Het blad had sedert eeuigen tijd het ministerie moeten laten rusten en zich behelpen met het oprakelen van een en ander uit de oude doos. Thans levert de wet op het onderwijs in de Indi sche taal, land- en volkenkunde de stof en geeft de discussie daarover in de Tweede Kamer de edele redactie aanleiding om hare talenten ten toon te spreiden. Al aanstonds treft ons daarbij de gewone taktiek, om den vloek uittespreken over al wie het waagt maar eenigzins in den geest van het ministerie te spre ken, en hen hemelhoog te verheffen, die zich tegen de voordragten van het kabiuet verklaren. Wij zijn de eersten om te erkennen, dat er geene voordragt denkbaar iswaartegen geene aanmerkin gen kunnen gemaakt worden, maar kunnen ons niet voorstellen hoe iemand zoo dwaas zijn kan om te meenen, dat hij werke- lijk gfehoor verdient, wanneer hij onbepaald allen prijst, die met hem in de oppositie zijn, en elk argument door hen bijgebragt doeltreffend vindt, terwijl hij nooit iets goedkeurt, dat door zijne partij gezegd wordt en steeds de hatelijkste namen heeft, voor wie van hem verschillen. Het laat zich begrijpendat eene oppositie, die geen weerklank vindt, woedender wordt, naarmate hare magteloosbeid sterker uitkomtmaar de eenvoudigste in den lande moet toch vragen, of dan werkelijk de meerderheid der Staten-Generaal uit blinden en botterikken bestaat, die nooit iet* goeds zeggen en altijd ter kwader trouw zijn. Waarlijk de oppo sitie heeft slechts in dien geest voorttegaan om zich langzamer hand meer allen steun te zien ontvallen. Voorts dient opgemerkt, dat de heer Thorbecke altijd onverstaanbaar is geweest voor de verslaggevers van het Dagblad wanneer hij overtuigend gespro ken heeft en dat de meerderheiddie tegen den zin der redactie heeft gestemdsteeds eene zwijgende wordt genoemd al hebben ookgelijk dezer dagen nog het geval was, verschillende sprekers het woord gevoerd en hunne stemmen gemotiveerd. Dingsdag schreef het Dagbladdat alles wat het van het wets ontwerp, regelende het onderwijs in de Indische taal, land- en volkenkunde ooit geschreven had, slecht3 een fiaauwe afdruk was van de afkeuring, die deze wet in de kamer had ondervonden bij de discussie Maandag in de Kamer gehouden. Woensdag deelt hetzelfde blad het berigt mede, dat de wet is aangenomen met 41 tegen 20 stemmen. Twee-derden dus der bijna voltal lige kamer beeft het zoo onbeduidende wetje, dat daarbij niet diep genoeg kan afgekeurd worden, aangenomen. Het blijkt dus, dat de flaauwe afdruk, die het dagblad gaf, slechts op 21 leden van de kamer betrekking had. R Is waarlijk ongelukkig, als men zulke groote woorden gebruikt, zulk een klein publiek die te hooren toejuichen. De discussie is heilzaam geweest, zegt het Dagblad, want de uitslag zal nu doen zien aan het helderziend volk van Neder land, beter dan eene lange reeks van artikelen dit vermaghoe ver partijgeest op het gezond verstand kan zegevieren. Dit werd geschreven in de onderstelling, dat de wet zou aangenomen worden, zooals werkelijk is gebeurd. Wij weten dus nu, dat één derde der leden van de kamer gezond verstand heeft of althans dit werken laat, terwijl twee derden door partijgeest verblind zijn. Inderdaad de uitslag is merkwaardig voor het oppositie-orgaan, dat zich reeds vooraf beholpen heeft met de verzekeringdat deszelfs voorstanders allen gezond verstand hadden en dat nu zelfs zijn vriend de Brauio van de categorie der mannen van gezond verstand moet uitsluitenomdat deze met de partijmannen vóór de wet heeft gestemd. De minister van koloniën heeft met zijn bekend talent het wetsontwerp, waarover deze week in de tweede kamer werd ge discussieerd toegelicht ,en daardoor zeker niet weinig bijgedra gen om die wet te doen aannemen. Zoover wij die rede uit de verslagen kennen heeft zij de overtuiging versterkt, dat een heldere practische blik hem eigen is en dat hij de zaken onder het regte gezigtspunt brengt, waardoor dan ook zijne tegenstanders zelve moeten gewonnen worden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1