i. V. 32.
MAANDAG 85 AFKIL..jaargang;.
plaatsrfijfi Bestuur nou flor*.
HE COIIftAlT.
l»e uitgave deter ouraut geschiedt Maan.
dag on Donderdag avond uitgezonderd
op feestdagen.
('rijs per kwartaal 1.Ï5 fr. p. p. ./'I,90.
flewone advertenttïn -Worden a SO ct. de
regel geplaatst.
Oeboorte-, huwelijks, en doódberlgten van
1-6 regels f1,!Ot behalve het «egelregt.
De inzending van advertentiCn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Bij dit nornmer behoort het verslag van het verhan
delde in den gemeente-raad op Donderdag 21 April be
treffende de punten in ons n". 50 medegedeeld.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
Groiïioonto-i'aadl to G-oos
TEN RAADHUIZE ALDAAR,
OP DING SDAG DEN 26 APRIL 1864
DES AVONDS TEN 7 URE.
punten van behandel1n
1. Verzoek van Dekker Iz. om grond in koop of erfpacht.
2. Overlegging jaarverslag der gemeente.
3. Voortzetting' beraadslaging over de verordening in het belang
der openbare gezondheid.
Bel5.onclmal5.iTisen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bij deze bekend dat door het overlijden van den
heer Theunis Pie ter seis vakant geworden de betrekking
van GEMEENTE-HEEL- en VROEDMEESTER.
Zij roepen bij deze opalle die genegen zijn naar die
betrekking te dingen, om zich daartoe schriftelijk bij hen aan
temelden, met overlegging van hunne bewijzen van bevoegdheid,
vóór of op Zaturdag den G Mei eerstkomende.
Volgens besluit van den gemeente-raad van den Sisten dezer,
is de jaarwedde van dien gemeente-ambtenaar voortaan bepaald
op drie honderd gulden uit de gemeente-kasvoor welke
bezoldiging hem de verpligting is opgelegd, de Armen in
de gemeente en dc bewoners van het Gasthuis en het Wees
huis te behandelen overeenkomstig de instructie voor den
geneesheer, heelmeester en vroedvrouw dezer gemeente vast
gesteld door den gemeenteraad den 13 December 1855.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 25 April 18G4-.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bekend
dat bij den gemeente-raad is ingekomen het verzoek tot
het bekomen van grond dezer gemeente op erfpacht
van Johannes van Aerdemetselaar te Goeszijnde de
onbebouwde oppervlakte van den dijk tusschen de twee
korenmolens, strekkende van het buis bewoond door M. Molhoek
tot aan liet pakhuis van den heer C. Pilaarter lengte van
ongeveer 52 bij eene breedte van 4 Ned. ellen, om daarop
te plaatsen een pakhuis tot berging van bouwmaterialen.
Dat de beschikking op dit verzoek tol eene volgende ver
gadering is aangehouden, ten einde een ieder, die tegen de
inwilliging bezwaar mogt hebbenin de gelegenheid te
stellen daar tegen op te komen
Waartoe deze openbare bekendmaking is dienende.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 25 April 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
De Eerste kamer heeft de I.-Comptabiliteits-wet aangenomen
met 26 tegen 5 stemmen. Het feit komt niet onverwachts maar
de stemming is belangrijk. Na vroegere stemmingen in die
kamer, had men naauwelijks zulk eene eclatante (in de taal van
het orgaan eene verpletterende) meerderheid verwacht. Die meer
derheid heeft dus geconstateerd, dat de Eerste kamer een onnut
meubel i3 en de vraag zal zijn, wat de oppositie daarmede nu
wil aanvangen. Intusschen wordt die oppositie bitter in den
steek gelaten, en het is vruchteloos, dat zij wederom met het
afgezaagde beweren komt, dat de zegepraal van het ministerie
eigenlijk eene nederlaag is. Zij releveert daartoe nog eens wat
twee opposanten gezegd hebben, maar zwijgt van hetgeen door
anderen daartegen is aangevoerd. Duidelijk is het te bemerken,
dat er moedeloosheid heerscht in het conservatieve kamp, want
het artikel, waarin de zaak besproken wordt (nn. 96) is niet, als
anders, met schelklinkende woorden doorspekt, en de troost die
er toegediend wordt is ontleend aan de woorden van leden
die vóór de wet stemden. Het komt ons voor, dat er alweder
j eene belangrijke bijdrage geleverd is, om de vrienden van het
oppositie-orgaan te overtuigen, dat het niet alleen tegenover de
natiemaar ook tegenover de kamers staat, en dat het zich in
allerlei bogten wringt, kennelijk, omdat het eene onhoudbare zaak
zoekt te verdedigen.
De heer TPintgens heeft in de Tweede Kamer der Staten
Generaal (volgens het verslag in het Dagblad no. 96) gezegd:
„het echte niet het valsche liberale beginsel eischt, eerbiediging
van den vrijen wil der provinciale vertegenwoordiging." Wij
meenden, dat juist de echte liberaliteit daarin bestaat, dat men
vrijheid bevordere door gehoorzaamheid aan de wet en dat het
valsche liberale beginsel alleen onbeperkte vrije wil losban
digheid kan willen. Men lette echter op de inconsequentie vaii
het geachte kamerlid dat eerst een onbeperkte vrije wil aan
de staten wil toekennen en dan zegtwanneer de wet en het al
gemeen landsbelang zich niet verzetten tegen besluiten der staten
dan behoort een echt liberaal die besluiten te eerbiedigen." Dit
laatste zal in den regel ook wel gebeuren zoo het al mogelijk
ware, dat het anders kan zijn. Maareen geheel vrije wil, be
houdens de beperking door wet en algemeen landsbelang? Zou
de afgevaardigde uit Delft hier ook de noodige kalmte hebben
gemist
Dezelfde heer Wintgens heeft ook gezegdRadicalen zijn,
die altijd hun eigen wil doordrijven en niemand zelfstandigheid
gunnen of vrijen wil." Zijn Ed. Mog. schijnt bij de discussien
geen vrije beschikking over zijnen wil gehad te hebben en eenig-
zins geinfluënceerd te zijn, door partijwoede. Niemand heeft toch
ooit zulk eene definitie van het woord radicaal gehoord en een
schooljongen als hij het vertalen kan, zal er al heel wat anders
van vertellen. Nu willen wij wel gelooven, dat de heer W. geen
radicaal is in den eigenlijken zin, iemand namelijk die de zaken in
den grond, bij den wortel aanpakt, maar als wij op de parlementaire
loopbaan van dien heer letten, dan heeft hij zich zeiven tot een
radicaal willen maken door zijne definitie, daar zijn Ed. Mog.
even als het Dagblad, steeds zijn eigen wil tegen over die van de
regering stelt.
De heer Schimmelpenninck van der Oije heeft aan de Eerste
kamer, en dus aan zich zeiven ook, een paar liefelijke comph-?
meuten gegeven. Hij heeft de kamer aangespoord om zich* meer'