I8CI. 31. DONDEBDAG 21 APKIL, 51" .laai gnu#. JümiienftmftscQe lengten. I ii "i" i nil i r n 11*i t if 11 u i ii ii hi ,i .1 mil J n MKSStHE (OlltUi. lie uitgave «lezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. J'rys per kwartaal f 1,9$ fr. p. p. f l.OO. Gewone advertentlSn worden a te el. d* regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodborlgtoa vaw 1-6 regels f 1,20, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren «lés namiddags op den dag der uitgave. -i"i Reeds lang hadden wij verwachtdat de oppositie hare krach ten inspannen zou omware het mogelijkde Eerste Kamer zoo te bewerken, dat zij de Indische comptabiliteitswet verwierp. Ein delijk is de poging gedaan in een artikel in n°. 93 van het blad der contramine. De weg, die in dat artikel ingeslagen wordt, verdient opmerking. Meermalen is gebleken, dat het hooge staatsligchaammisschien wel ten gevolge van deszelfs grijsheid, minder vatbaar was om voor de smeekingen of bedrei gingen van dat zekere blad te wijken. Thans gaat het van een ander punt uit. Het zal nu moeten blijken zoo heet het, of de Eerste Kamer een onnut meubel is, een vijfde rad aan den wagen, dan wel of zij nuttig is en noodzakelijk, of zij eene waar achtig levende kracht is, enz. Het eerste zal het geval zijn, wan neer de wet wordt aangenomen, het andere wanneer de kamer de wet verwerpt. Het is dus een beroep op het eergevoel van de leden, of zij zich voor dooden willen laten verklaren of onder de levenden gerangschikt te worden, waarbij zij tevens in het dilemma worden gebragt, om over de al of niet noodzakelijkheid van hun bestaan te beslissen. Wij twijfelen er aan, of die kamer veei notitie zal nemen van de les, die haar wordt opgelezen, en ge- looven niet, dat de oppositie hier eenen voor haar doel gelukki gen weg van betoog gekozen heeft, want, en hierop willen wij de aandacht vooral gevestigd hebben; wanneer de Eerste Kamer de Ind. comptabiliteitswet aanneemt, dan heeft zij in de oogen der oppositie bewezen, dat zij een noodelooze omslag is, om de wets-verklaring van het volk te verlammen en te breidelen. De oppositie heeft dus den weg gebaand om, in een zeer mogelijk geval, te erkennen, dat zij van gevoelen veranderd is, en dat het vaderland ook wel zonder Eerste Kamer zou kunnen bestaan en geregeerd worden. Bij het naderen der discussie in de Eerste kamer der Staten Generaal over de Indische comptabiliteits wet, willen wij nog eens het hoofdpunt preciseren, waarom die discussie zich bewe gen zal. De grondwet schrijft niet bepaald voor, dat de In dische begrooting bij de wet moet geregeld worden. Tot nu toe is dit dan ook niet geschied. Daardoor is menigmalen de klagt aangeheven, dat men eigenlijk niet wist wat er met het Indische geld geschiedt en soms ging men zoover, dat men aan eenig verkeerd gebruik van die gelden dacht. Om aan die klagt, van alle zijden, in onderscheiden tijd aangeheven, te gemoet te komen is nu door den minister een wetsontwerp ingediend, waarbij be paald wordt, dat de Indische begrooting aan de Stalen Generaal zal onderworpen worden. Ware dat voorstel uitgegaan van een ander ministerie men had het toegejuicht. Maar nu zegt de oppositie: het is een gruwel! En op welken grond? Het is tegen de grondwet en ontneemt het gezag van den koning om het over te brengen bij de kamer. Dat het eerste eene drogrede is, kan ieder gevoelen; dat het laatste slechts middel tot oppositie is, ligt voor de hand. De tegenstanders toonen in deze zaak dui delijk dat zij duisternis boven licht stellen en dat zij de zoo genaamde koninklijke handelingen liever willen laten veroordeelen dan den koning bewaren voor verpligte daden, die billijk afkeuring wekken. En vooral in eenen tijd waarin men zoo tegen het ministerie en deszelfs stelsel ageert, moest men het prijzen, dat de minister zelf verlangt, dat zijne plannen en berekeningen aan de controle der Staten Generaal onderworpen worden. F r Telegraaf. De Eerste kamer heeft heden het wets-ontwerp tot herziening van de tabel der kies-wet aangenomen met 26 tegen 5 stemmen. Een bij het departement van koloniën ontvangen regerings- telegram, gedagteekend Batavia 14 Maart jl., luidt: Demang-Lehman is gevangen genomen en opgehangen." (Demang-Lehman was het voor het Nederlandsche gezag op Borneo meest vijandige opperhoofddie lang aan elke vervolging wist te ontsnappen. De Eerste kamer heeft dertien ontwerpen, waaronder het tractaat met Italië met algemeene stemmen aangenomen. Heden hebben de discussien plaats over de herziening van de tabel der kieswet en morgen over de O.-Indische comptabiliteits-wet. Uit het verslag van de commissie van rapporteurs over laatst genoemd onderwerp blijkt dat de overgroote meerderheid der Eerste kamer zich verklaard heeft voor het hoofdbeginsel van f deze wet. De Tweede kamer der staten generaal heeft Dingsdag hare zitting hervat. Een aantal ontwerpen en stukken zijn door de ministers ingezondenwaaronder ook de begrooting voor Ne- derlandsch Indie voor 1863. De afdeelingen zijn hernieuwd en hebben hare voorzitters gekozenen de heer Yssel de Schepper nieuw benoemd lid beeft zitting genomen, nadat zijne geloofsbrieven 1 waren onderzocht en in orde bevonden. De Courier de la Meuse verneemt uit zekere bron dat de minister van financien zijne wets-ontwerpen betreffende de accijnsen op het bier en het zout zal intrekken. i Z. M. heeft benoemd bij het corps ingenieurs, mineurs en sap- peurs tot generaal-majoor en tevens tot chef van het bureau der genie bij het departement van oorlog, den kolonel G. A. van Kerkwijk van het corps, thans inspecteur in de 1« inspectie van fortificatiën. Volgens aankondiging in de Staats-Courantis door Willem Johannes Stokmans, wonende te Pandji, residentie Bezoeki"; op Java, aan den gouverneur van Nederlandsch Indie vergunning gevraagd om bij zijn geslachtsnaam te voegen dien van Elzevier ten einde zich in 't vervolg te noemen en schrijven W. ,T. Elzevier Stokmans. Wij willen belangstellenden, die welligt de Ned. Staats Ct. niet lezen hierop bij deze opmerkzaam maken. De onderwijzer te 's HeerAbtskerke, J. Zachariasse, heeft den 8 April het feest gevierd van zijne volbragte vijf en twintigjarige ambtsbediening. Op zijn verzoek verzamelde zich de schooljeugd ten 10 ure in het schoollokaal in feestgewaad gedoscht; daar hield de onderwijzer eene toespraak tot hen, die voorafgegaan, afgewisseld en besloten werd met toepasselijk gezang. Vervolgens sprak een zoon des onderwijzers, uit naam zijner medeleerlingen een hartelijk woord tot den feestvierenden en ontboezemde de wenschen der jeugd voor haren onderwijzer. Nadat de kinderen onthaald waren keerden zij vrolijk huiswaarts, terwijl het overige van den dag, door den onderwijzer en zijne betrekkingen en vrienden, die hem met een fraai geschenk tot aandenken ver eerden, in stille vreugd werd doorgebragt. Het bovenstaand berigt is door ons overgenomen uit een ingezonden verslag omtrent deze feestviering, dat plaats gebrek ons verbood in deszelfs geheel op te nemen De Middelburgsche maatschappij van stoomvaart heeft tot bestuurder herkozen den heer mr. F. A. Lambrechtsen en tot commissaris den heer G. J. Sprenger. De rekening der dienst

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1