>4. w®. a». D0KDERDA6 14 APRIL. 51'" JwaiSBHig. Siiiiieiifonösclje berigten. 3*e uitgave dezer Courant geschiedt Maan. dag en Donderdag avonduitgezonderd Op feestdagen. C'rys per kwartaal f 1,55 fr. p. p. f 1,90. Gewone Advertenties worden n IO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten va n 1-6 regels f -1,80behalve het zegelregt. De inzending van advertentien kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bij dit nommer behoort een half bladhoudende het kende bekrompenheid en kleingeestigheid van den ex-minister van vervolg der advertentien. Wij hebben onze lezers op de hoogte gehouden van het con flict lusschen gedeputeerde staten van Zuid-Holland en het zich noemende Dagblad van Zuid-Holland. Wij willen daarom ook het einde der geschiedenis mededeelen. De commissie door de provinciale staten benoemd om een pree-advies in de vergadering uit te brengen, heeft volgens het gevoelen van hare meerderheid, voorgesteld, om in dezen partij te kiezen voor het Dagblad en het voorstel van gedeputeerde staten te verwerpen. Met dat voor- koloniè'n zich derwijze tegen het geval, dat nu voorkomt heeft gewapend, dat de vorige eigenaren het gelag betalen. Zij verliezen en wij winnen heden verscheidene duizende guldensWij wijzen op het feit, hier in confesso, en op de wijze waarop het zegevierend wordt vermeld. Indedaad zulke handelingen behoeven geene nadere toelichting. De redactie heeft haar eigen voordeel gezocht, ware het ook ten nadeele van anderen. Voila tout. Tegenover de lasterlijke artikelen van het Dagblad en deszelfs aantijgingen tegen personen, verdient zeker gelezen te worden wat de Haagsche Courant schrijft en met bewijzen staaft. Dit Krantjezoo als de modderpoel-bewoner zijnen meerderen noemt, stel heeft echter de staten-vergadering zich niet vereenigd, en de meerderheid der provinciale staten heeft beslist, dat het contract dat reeds zoo vele bewijzen geleverd heeft van de goede zaak op met de vorige eigenaren van het Dagblad van Z.-Holland als voortreffelijke wijze te kunnen en te willen dienen, moest wel .vervallen moet worden beschouwd, zoodat de provinciale berigten een mikpunt worden voor den tegenstander, dien het zoo dikwijls niet meer zullen opgenomen worden in het oppositie-blad, dat ad terminos bragt. Maar het heeft nu weder bewezen, dat het zich van allen, die bier ooit bestonden, onderscheidt door eenen den loijalen weg bewandelt en met overtuigende wapenen strijden toon, nog ietwat beneden die van den Exter et tutti quanti. kan, wanneer het daartoe wordt gedrongen. Indien onze ruimte De beraadslaging over dit punt, Dingsdag in de vergadering het toeliet zouden wij zeker een en ander daaruit overnemen, r provinciale staten gehouden, heeft weinig bijzonders opgele- maar wij mogen niet langer stilstaan bij eene zaak, die thans der verd. Als de hartst-ogtelijkste voorstander van het Dagblad is opgetreden jhr. Mockuit 's Hagedie door zijne brieven enz. in den jongsten tijd in het Dagblad geplaatst, zich als een voor stander van polemiek a la Dagblad heeft doen kennen. Zijn Ed. heeft beweerd, dat de staten bij het plaatsen van provinciale stuk ken, alleen daarop zouden te letten hebben, of een blad de publieke zedelijkheid schendt. Indien men het woord zedelijkheid alleen in den engen zin neemtwaarin het soms wordt gebruiktdan zal deze wel niet dikwijls door een dagbladonder behoorlijke redactie, geschonden worden; maar als men daaronder ook mag verstaan het bevorderen van waarheid, orde, rust, eendragt, be schaving, dan zal ieder erkennendat geene van dezen door het Dagblad ooit op het oog worden gehouden. Zekere heer van der Colff van Hoogeveenheeft zeer naïf ver zocht buiten stemming te mogen blijven, omdat hij aandeelhouder is van het bewuste oppositie-orgaan. Men zou kunnen vragen of deze niet zeer gevoeglijk had kunnen te huis blijven. Doch het voornaamste is, dat gedeputeerde staten bij hun be sluit gehandhaafd zijn en dat dus het Dagblad voor de provincie geen provinciaal blad zal zijn. Het is ligt te begrijpen, dat het Dagblad versuft is van woede, en het zal wel daarom zijn, dat, in strijd met deszelfs besten dige gewoonte, slechts een zeer kort artikel in nu. 87 aan die beslissing wordt gewijd. Op den toon van een schooljongen, die als hij klappen krijgt zegt: ik geef er toch niet om! beroemt het zich dat het door een besluit waar tegen het alles in de wapenen geroepen heeft, eenige duizende guldens profiteert. Het heeft dus gewild dat de staten een besluit zouden nemen tot zijne schade. Waarlijk eene edelmoedigheid die aan dwaasheid grenst. Nu het echter begrijpt, dat het nooit een provinciaal blad worden kan, begint het dan ook al dadelijk met den com missaris des konings in Z.-Holland eenige hatelijkheden te zeggen, de goê gemeente tegen dezen opteruijen, en de meerderheid der staten voor knikkebollen uitteschelden, die den commissaris naar de oogen zien. Maar wat in dat kort artikeltje van de zeer gebelgde redactie meest opmerking verdient, is de bekentenis van eene zon derlinge handeling, die om hare loijauiteit verdient uitgebazuind te worden. De redactie namelijk van het Dagblad van Z.-H en 's Gr. beroemt er zich op, dat zij: vooraf rekening makende op debe- weder tot de geschiedenis behoort, en waarvan wij alleen melding gemaakt hebben, om te doen zien, dat wij niet alleen staan in de veroordeeling van den toon van het oppositieblad, en dat het voor deszelfs lezers zaak is, om niet zonder onderzoek aantenemen, wat het op hoogen toon als axioma verkondigt. Het Dagblad zegt vernomen te hebben, dat de heer Thorbecke weigert den burgemeester van Amsterdam, die onlangs tot lid der Eerste Kamer werd benoemd, ter herbenoeming voor te dragen, maar dat Z. M. de koning tot op dit oogenblik volstandig ge weigerd heeft, den waardigen burgemeester van Amsterdam op te offeren. Wij laten het berigt voor hetgeen het is, wetende hoe dikwijls in dat zeker blad een wij vernemen" voorkomt dat later blijkt louter verzinsel te zijn. Maar wij wijzen daarop, dat het weder de onbescheidenheid heeft, om den naam des konings in zijne polemiek te mengen. Het schijntdat het blad het onvoegzame daarvan niet kan inzien en dat het evenmin den hoogstgeplaatsten in den lande ontzietals den burgerman, die het zoo gaarne smaad, door op het burger-ministerie te schelden. De Staatscourant van heden berigt de benoeming van den hr. van Vollenhoven tot burgemeester van Amsterdam. Het blijkt dusdat wij hier weder te doen hadden met een opraapsel om kwaad te stichten. Het Volksblad schrijft, dat het wenschelijk ware geweest zoo het bezoek van prins Napoleon hier te lande ware voorgekomen. De redenen waarom worden niet opgegeven en het is dus eene uiting, in den geest van het Dagblad, waarbij zich van alles laat denkenmaar die juist daarom zeer geschikt is om eenen verkeerden indruk te maken. De wijze waarop het bezoek heeft plaats gehadneemt wel alle vermoeden wegdat er eenige noodzakelijkheid bestond om het te voorkomen, maar wij zien ook niet in, wat verkeerde uitwerking een bezoek hebben kon, waardoor prins Napoleon zich heeft kunnen overtuigen, dat hier een vaste baud vorst en volk omgeeft en dat Nederland zich voorwaarts bewogen heeft van den oogenblik af, waarin het van de over- lieersching van den eersten Napoleon verlost werd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1