MA&SDAB 29 FEBHEJABIJ. 51*" JaHfii.itII".
tötrtnenfanöscïje lengten.
'A--
18«4. N«. 11.
MliSSfHB ('01K NT.
Dt uitgave dtitr Courant geschiedt -Haan-
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Pr(J« per kwartaal f 1,15fr. p. p. ƒ1,90.
N
Hewone advrrtentlOn worden h 30 et. de
/-
regel geplaatst.
Oeboorte-, huwelijks- en doodberlgten van
regels f 1,3Obehalve liet zegelregt.
De inzending van advertentie» kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Tot dit nommer behoort een Bijvoegsel houdende Besluit en
Verordening tot heffing van en op de invordering der Plaatse
lijke Belasting op het Gedistilleerdde Likeur en den ïfijn in
deze gemeentemet eenige advertentien
De oppositie wordt oud en vergeetachtig. Men krijgt mede
lijden met haar als ze telkens weder de wanhoopskreet uit: „wanneer
zullen de oogen opengaan!"Als of ze niet te doen had met een blinden',
die daarenboven doof is en bij deze kleine gebreken nog aan een
doodslaap laboreert. Ze schijnt die schildering van de goede natie,
van haar zelve uitgegaan, maar niet te [kunnen onthouden. Zoo
zegt zijdat de Staten-Generaal nu al jaar en dag moest laten
voorbijgaan zonder iets belangrijks te doen te hebben. Maar als
wij een jaar terug mogen gaandan meenen wijdat onder
meerdere wetten, ook die op het middelbaar onderwijs werd tot
stand gebragt. Dan dit was zeker niets belangrijks. Wij meenen
ook wel eens gelezen te hebben in zeker Dagblad, dat de werk
zaamheden in de afdeelingen zoo gewigtig waren, en die betee-
kenen nu ook al niets meer en de kamer zal zeker niets belang
rijks doen vóór cr weder interpellatien komen over de Poolsclie
nota en de Zwitsersche joden.Wij willen zwijgen van de pes
simistische beoordeeling der tweede kamer, die behalve afmatting
en moedeloosheidniets anders dan demoralisatie in hare gele
deren ziet heerschenmaar wij nemen de partij op voor enkelen,
die altijd vooraan in het gelid staan en onwankelbare bondge-
nooten der oppositie-pers zijn. Zij hebben waarlijk niet verdiend,
dat hun, zonder eenig onderscheid, eene liefelijke phrase wordt
toegeduwd, als de volgende-, „of dan bij niemand dier uitverko
renen van het volk, de verontwaardiging gloeitdie in de harten
voortbrandt van zoovele duizenden in alle gewesten des Rijks?"
Wiens harte wordt niet geroerd als op zulk eene gloeijende vraag'
het brandend antwoord volgtNeenbij niemand
Het Dagblad zegt vernomen te hebben, dat het wetsontwerp
tot wijziging der gemeentewet, eigenlijk niet met het goedvinden
van den heer Thorbecke is voorgedragen, maar veel meer moet
worden aangemerkt als de uitdrukking der denkbeelden van den
heer Belz. Het neemt daaruit aanleiding om den heer Tliorbeclce
weder eene hatelijkheid naar het hoofd te slingeren, maar ver
geet daarbij, dat het reeds zoo dikwijls een grief gevonden heeft
in de onderstelling, dat de ministers allen blindelings aan den
leiband gaan van den beer T. Het zegt verder van den laat-
sten, dat hij zijne vrienden altijd in de ure des gevaars op ei
gen wieken laat drijven en vergeet, dat het meer dan eens heeft
beweerd, dat de hr. T. alleen oorzaak van de aanneming van
eene en 'andere wet is geweest, omdat hij ten slotte er die had
weten door te halen. Bij den hoogen toon die het blad voert
is het wel te verwonderen, dat het er niet aan schijnt te denken, dat
de3zelfs redeneringen zulken diepen indruk maken, dat men on
willekeurig, nog na maanden zelfs, zich herinnert wat het blad
gesproken heeft. Het rekent waarlijk te veel op den doodslaap
waarin de natie verzonken ligt.
De laatste berigten, uit Java ontvangen, luiden zeer treurig,
ten aanzien van de gevolgen der uitbarsting van den vuurspuwenden
berg. Er schijnen daardoor vele menschen te zijn omgekomen,
terwijl in grooten omtrek vele verwoestingen zijn aangerigt.
Naar men verneemt is het kontingent der nationale militie
voor de ligting dezes jaar door Z. M. vastgesteld op 9400 man,
waarvan 9000 bestemd zijn voor de landmagt en 400 voor de
zeemagt.
Men meldt ons zoo even uit Bath, dat in den vroegen morgen
van heden aldaar is over boord gevallen de schippersknecht
A. v. B. van Werkendam, in dienst bij schipper G. Vos, zonder
dat iets verder van den drenkeling is vernomen.
Naar wij vernemen is door den heer O. Verhagen een adres
ingediend bij de Tweede kamer der Staten-Generaalwaarin
wordt aangedrongen op de aanneming van de voorgestelde
wijzigingen in de zoutwet. Daarbij wordt duidelijk aangewezen
hoe verderfelijk de bepalingen gewerkt hebben in de wet van
1852 opgenomen, terwijl tevens de verzekering gegeven wordt,
datschoon de nu voorgedragen wijzigingen nog niet in alles
aan de wenschen der zoutzieders voorziendoor de aanneming
daarvan toch eene herleving der nu slapende fabrieken te wachten is.
Ook de gemeente-raad van de stad Arnemuiden heeft zich bij
adres tot de tweede kamer gewend en zijne grieven opgegeven
tegen het wet.s-ontwerp houdende een voorstel tot wijziging van
sommige artikelen der gemeente-wet, omdat zij meent dat die
wijzigingen bezwarend zijn voor de geldmiddelen dier stad.
„Omtrent het voorgevallene met het Nederlandsche stoomschip
Gouverneur van Ewijchzijn wij in staat het volgende te berig
ten dus schrijft de Haagsche Courant„Kiel was inderdaad de
oorspronkelijke bestemming van het schip maar de uitklaring
naar die plaats werd te Korsoën, waar het haver had ingenomen,
door de Deensche beambten der in- en uitgaande regten gewei
gerd. De uitklaring geschiedde nu naar Travemundealwaar
het vaartuig den 19 Februarij aankwam. De lading werd aldaar
gelost, daar het gevaar van verdere expeditie naar Kiel te groot
scheen."
Men zal zich herinneren, dat het N. Dagblad van Z.-Holland,
dat veel eigen correspondenten heeftde eerste alarmkreet deed
opgaan dat het bedoelde schip door de Denen genomen was.
Donderdagjl. is mevrouw de weduwe Storm, geb.van der Cliijs,
in Felix Meritis te Amsterdam opgetreden, en heeft eene voor-
diagt gehoudenter mededeeling van eenige reis-indrukken in
Noord-Amerika ontvangen. Ruim twee uren hield zij haar pu
bliek op boeijende wijze bezig, en besloot met opwekking tot
medewerking en vestiging van een (lusgenoemd Coopers-Instituut,
waar even als te New-York vrouwen in voor haar geschikte be
drijven zouden moeten worden onderwezen.
Vestigden wij, nu bijna een half jaar geleden, de aandacht
onzer lezers op eene belangrijke onderneming van den heer
II. C. A. Campagnete Tielde uitgave namelijk van een
Prachtbij bel voor alle standen, gaarne komen wij thans nogmaals
op die uitgave terug, nu wij de 4 reeds verschenen afleveringen
voor ons hebben. De platen in deze verschillende afl. geleverd,
strekken der Nederlandsche graveerkunst allezius tot eer, en
versterken ons in de reeds eenmaal uitgesproken verwachting,
dat wij hier een werk voor ons hebben, dat een sieraad van de
huiskamer zal mogen genoemd worden; voor den onbegrijpehjken
lagen prijs van 7,50 ontvangt men eene keurige uitgave van
den Bijbel in roijaal 4°. opgeluisterd door 40 Prachtige Staal
platen, niet uit huitenlandsche werken ontleend, maar uitsluitend
voor dit werk door Nederlandsche meesters gegraveerd. Eene
verbazende oplage van 20000 exemplaren maakte zulk eene
onderneming mogelijk. Met groot genoegen vernemen wij dan
ook, dat reeds duizenden deze uitgave met hunne inteekening
schragenwaartoe wij verder een iedervan welken rang of
stand ook met .volle gerustheid uitnoodigen. Zie verder de
advertentie hierachter). Ingezonden