1864. No. 16. DONDERDAG FEBRUARIJ. 51"* Jt
yiaatsefijl bestuur oan fioe-s.
;fómiienfflnöscQe 3Jerigten.
Putolloatlo
Bels.endmals.lus.
tOliSSI'IIU COURANT.
5"?
Oc illfSTe dezer Conrant geschiedt Haan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prjts per kwartaal f 1,15 fr. p. p. f 1,90.
- f. j;n
Dewone advertentlCn wordsa A «O ot. do
regel geplaatst.
«eboorte-, huwelijks- en doodberlgten van'
regels f l.SO, behalve het zsgelregt,
\.;v
De Inzending van advertentlCn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der nltgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
herinneren bij deze de ingezetenen dezer gemeenteaan de be
palingen der wet van den 26 ventose4e jaarbetrekkelijk de
zuivering der boomen, struiken en hagen, van rupscnesten, ringen
et» netten, welke voor deze provincie verpligtend is gemaakt bij
het decreet van den 8 November 1810 en nader gepubliceerd bij
publicatie van heeren gedeputeerde staten dezer provincievan
den 26 Januarij 1826 en manen dezelve ter bevordering van hun
eigen belang en dat van hunne naburen dringend aan, om binnen
den bij de wet bepaalden tijd hunne in eigendom of gebruik
toebehoorende boomen struiken en hagenvan de daarin aan
wezige rupsenesten te zuiveren ten einde niet te vallen in de
kosten en straffen daarop gesteld; als zullende aanvankelijk tegen
den 11 Maart eerstkomende en voorts van 14 tot 14 dagen,
zoolang het saizoen het nemen van maatregelen tot wering van
rupsen zal toelaten, daarop naauwkeurige schouwingen gehouden
en tegen de nalatigen proces-verbaal opgemaakt worden, volgens
de wet.
Gedaan ten raadbuize van Goesden 20 Februarij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij de2e ter kennis van een ieder die het aangaat:
Dat de gemeente-raad in zijne openbare vergadering van beden,
overeenkomstig het bepaalde bij art. 265 der gemeente-wet, heeft
vastgesteld het kohier van den HOOFDELIJK EN OMSLAG
voor deze gemeente over den jare 1864, 't welk ter secretarie
dezer gemeente ter lezing gelegen heeft, van den 6-tot den 22 dezer.
Dat genoemd kohier andermaal ter lezing nedergelcgd is ter
secretarie dezer gemeente, van Vrijdag den 26 dezer tot- en met
Zaturdag den 5 Maart eerstkomende, van des voormiddags negen
tot des namiddags twee ure.
En dat ieder aangeslagene binnen dien tijd tegen zijnen aan
slag bij heeren gedeputeerde staten in beroep kan komen.
En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze worden afgekondigd,
aangeplakt en geplaatst in de Gotische Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 25 Februarij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De secretaris
H. C. PILAAR.
Het zekere Dagblad, dat met zoo veel innige gemoedelijkheid
de algemeene belangen voorstaat, en ondanks deszelfs brutale
verzekering van bij het volk geliefd tc zijnde sympathie der
meerderheid niet kan verwervenheeft thans een nieuw middel
bedacht om zich aantebevelen. Het laat zich daartoe door anderen
prijzen en neemt dan zeer bescheiden die loftuigingen in
zijne kolommen op. Zoo als men weet, heeft het Dagblad een
aantal eigen correspondenten. Men lette wel op het woord eigen.
Het is een bewijsdat men de eigen correspondent van zulk
een Dagblad moet zijn, om tot zulke dwaasheid te kunnen komen.
En het vermoeden krijgt meerderen grond, dat men bij dit woord
niet alleen aan eenen geestverwant, maar aan eigen ingeving
denken moet.
Die eigen-correspondent nu schrijft aan het Dagblad, en men leest
zulks letterlijk weder in zijne kolommen(zie no. 44) „Gelukkig dat
gij'(de nederige redactie van het Dagblad van Z.-Hen '«Gr.) althans
den moed hebt behouden, trots miskenning en verguizing, de
belangen van het land te verdedigen en de ware vrijheid in
bescherming te nemen tegen de tiranny van het valsche liberalisme.
Men had mogen verwachten, dat het Dagblad dergelijke laffe
complimenten van een eigen correspondent stillekens voor zich
houden zou. Maar niemand prijst, hoeveel groote en schelklin
kende woorden er ook verspeeld worden, 't Is dus de fabel van
de koekoek, die zwoer altijd van zich zeiven te zullen spreken
omdat niemand acht op haar sloeg. Maar wat moet men van
de onpartijdigheid van zulk een Dagblad denken?
Een regerings-tetegram van 14 Januarij uit Batavia ontvangen
deelt mede, eene uitbarsting van den vuurspuwenden berg Kloet
in Kedirie.
De Tweede Kamer der staten-generaalheeft Dingsdag eene
zitting gehouden waarin mededeeling is gedaan van de benoeming
van rapporteurs voor eenige wets-ontwerpen en andere nieuwe
ontwerpen zijn ingekomen.
Met den le Maart aanstaande wordt de officier van gezond*
heid 2e klasse L. S. de Kanter, thans non-actief, geplaatst op
het stoomschip Cycloop.
Naar wij vernemen zal, in den aanvang van de maand April;
door de rederijkerskamer Vondel alhier eene openbare opvoering
gegeven wordenen zal, bij die gelegenheid het treurspel Je
rusalem! val van J. van Lennep en A. de Bull, (met eenige
bekorting) ten gehoore worden gebragt.
Te Heinkenszand is tot wethouder benoemd de heer mr. A. E,
van Dishoeck in plaats van den heer B. Vermande, tot anders
functien geroepen.
Men schrijft ons uit Hansweerd van den 24 dezer:
Geruimen tijd bewaarde ik het stilzwijgen, ofschoon de werk
zaamheden voor de schutsluizen alhierondanks de strenge en
langdurige regering van den wintervorstniet zijn gestaakt.
Thans zijn zij zoo ver gevorderd dat er nagenoeg 2200 palen
zijn geheiden men denkt met April a. s. het metselwerk te
kunnen beginnen.
In het begin dezer week lagen er ruim twintig schepen voor
den wal, met materialen voor de werken alhier, hetgeen natuur
lijk nog al drukte veroorzaaktte meer daar men ook voor de
buitenwerken bezig is.
Wij hebben het onderstaande berigt uit Kruiningen ter plaatsing
ontvangen
„Gisteren avond werden door het liefhebberij-tooneel alhier,
ten voordeele der armende in het voorlaatste nummer uwer
Courant aangekondigde blijspelen uitgevoerdwaar tusschen de
violist J. Sino, hoogst verdienstelijk le Carnaval de Vénise van
Ernst speelde, terwijl ten slotte als eene toegift nog gespeeld
werd Hans de Kruijer in 't verhoor.
In weerwil den antipathie van hendie onder den domper
der bekrompenheid zuchten, woonde een talrijk publiek|, waar
onder een groot deel van buiten het dorp woonachtig, deze voorstel
lingen bij, die alle uitmuntend geslaagd zijn, en teregt daverende
toejuiching inoogstenhetgeen gewis voor de uitvoerders die
ongerekend hunne vele moeiten en hun waarlijk voortreffelijk
spel, door nieuwe smaakvolle decoration en goed orchest, zooveel
luister aan hunne voorstellingen bijzetteden niet dan streelend
kan zijn, en zeker de onaangenaamheid grootendeels zat hebben
weggewischt, die de niet zeer groote opkomst uit deze gemeente
,,op mij en velen te weeg bragt."