ffiuitmfanft. ijemengöe lengten. GEMEENTE-RAAD te GOES, ïijndede bevoegdheid evenwel is voorbehoudenom zich een definitief Bestuur te kiezen, hetwelk tevens belast zou behooren te blijven met d« voortzetting der zaakmet dien verstandedat hetzelve naar aanleiding der besluiten van het Tiend-Congres een of twee ontwerpen van wet (laar- stelde en der regering to overweging namens het Tiend-Congres aanbood, met zoodanigen voegzamen drang als het onderwerp, de belangstelling an de verrigte arbeid zullen wettigen, dienstig en oorbaar doen ach'en. Misschien ware het zeer doelmatig, dat aan die Vereeniging, als tfoor- loopig Bestuur van het Tiend-Congres, een of twee bekwame financiers werden toegevoegd, manuen, bekend met het finantie-wezen ook van den stapt. Het denkbeeld van een speciaal Congres is niet ontstaan uit zijcEt voorliefde of hoe men het noemen wil voor Congressen, maar uit de over tuiging, dat, na al wat ter zake partieel, beter welligt gezegd individueel is gedaan en met volhardiug voorgestaan, dit meestal het kenmerk'droeg deels van te geïsoleerde denkbeelden, deels te vreemd aau velerlei toe standen bezwaren en eigenaardighedendie weder door individuelebe strijding en inrigting niet tot de uoodige of gewenschte veranderingen of verbeteringen hebben geleid, zoodat een goed bruikbaar geheel alleen, het gevolg schijnt te zullen kunnen zijn van vereenigden arbeid door der ?ake ïundigen uit alle laudbouwende gewesten van het vaderland, later bespro ken in een Congresgeheel aan deze zaak gewijd. Mogt dit denkbeeld geen bijval vinden, welligt geeft het aanleiding fot de openbaring van een beter, meer doeltreffend middel en zoo ook dit ffiet gevolg van deze mijne poging mogt zijn, zal aanvankelijk naar ik mij- durf vleijen, een meer vaste stap gedaan zijn op den weg, die tot het einddoel kan leiden, en deze veeljarige kwestie doen beeindigen, want ik kan mij niet voorstellendat Nederland voor het strijdperk zijner be langen. te. vergeefs een beroep zon doen op zijne deskundigen in den lande, en de Regering niet zou traehteu de vrucht daarvan te doen rijpen - J. FRANSEN van de PUTTE. Een berigt uit New-York van 30 Jan'uarij zegtdat de kavallerie der Noordelijken in Tennesse door de ruiters dev Zuidelijken geheel verslagen is. i De koningin van Spanje is den 12 dezer van eene prinses bevallen. Lord Palmerston, heeft in het lagerhuis op eene interpellatie van lord Cecil verklaard, dat Engeland in overeenstemming met Pfankrijk Rusland en Zweden (en hij geloofde, dat Oostenrijk daarin toestemde) eene schikking heeft voorgesteld tot ontruiming van Sleeswijk met uitzondering van het eiland Alsen. De edele lord kan evenwel niet verklaren of de regering in hare poging zal slagen. Men leest in de Köln. Zeitung, dat van wege de Erarrsche regering eene nota aan het pruissische kabinet is overhandigd welke nadrukkelijke vertoogen bevat tegen de proclamatien van den hertog van Avgwstenburg als souverein, en alzoo een voorloo- pig protest tegen eventuëele wijziging van grondgebied als een gevolg van den Skeswijkschen veldtogt. Men schrijft uit Bern, dat de groote raad met 128 tegen 47 stemmen besloten heeft, om de doodstraf te handhaven. Men zal echter de teregtstellingen niet meer in het openbaar maar in de gevangenissen doen plaats hebben en in plaats van het zwaard de' guillotine gebruiken. Zwitserland vereenigt zich dus niet met den algemeenen wensch om de doodstraf te doen op houden en schijnt in het rooven van menschenlevens behagen te vinden. De verandering van het middel om te dooden, wel verre van voor een gevoel van menschelijkheid te getuigen, bewijst veel meer voor onmenschelijkheid, die het gemakkelijkste middel zoékt óm zich van den evenraenseh te ontdoen. En de bepaling, dat men voortaan in de gevangenissen de barbaarsche straf zal uitoefenen geeft de zaak nog meer het aanzien van hetgeen zij eigenlijk isvan een moordwaarvan de bedrijvers zich voor het oog der menigte zoeken te verbergen. De laatste berigten uit Sleeswijk-Holstein omtrent den oorlog houden in dat den 11 weder een gevecht heeft plaats gehad bij Torvemosegaard, tusschen een gedeelte van de Deensche voorhoede en het Duitsche leger. Het laatste werd met verlies terug geslagen. Uit Sleeswijk berigt men dat een der regimenten aldaar in gelegerd, verscheideue huizen geplunderd heeft en dat de Duitsch- Qostenrijksche troepen vaartuigen bijeen brengen met het doel om eene landing op het eiland Alsen te beproeven. De Deensche' eavallerie heeft zich op het eiland Jutland terug getrokken en ook in de stad Flensburg is de hertog van Augustenburg als souverein; geproclameerd. Uit laatstgenoemde stad berigt men ook, dat de Denen eene Pruissische brik in den Sond hebben buit gemaakt. De Duitsche troepen hebben Jakshaus bij Egernburg ingenomen, doch een gepantserd vaartuig is op weg om een aanval op hen re rigten. De geruchten nopens het sluiten van wapenstilstand, zijn, volgens een Deenseh bladverzonnen. In den geheimen raad moet,integendeel besloten zijn alle krachten aantewenden tot het heroveren van Sleeswijk. Woensdag was het in Antwerpen zoo glad, dat dien avond alleen meer dan tien personen ernstige kwetsuren bekwamen terwijl zeven anderen armen of beenen gebroken hebben. Bij gelegenheid van een bal te Rome heeft de prinses Massino een deel harer parure verloren en wel een diamant ter waarde van 400,000 frs., zonder dat men tot hier toe daarvan eenig spoor heeft kunnen ontdekken. Men schrijft uit Amerika; Zekere Jan Maynard diende als matroos op eene stoomboot. Bij ge legenheid eener reis naar Buffalo geraakte de boot in brand. De kapitein liet al de passagiers zich op de voorplegt plaatsen terwijl Maynard aan het roer stond, van de overige gescheiden door den dikken rook en de vlammen die uit het schip opstegen. De kapitein riep Maynard toe dat bij het scóip naar den oever zoude sturen en deze voldeed aan dien last terwijl reeds de vlammen hem bereikten. Schoon de eene hand hem verbrandde, hield hij met de andere het roer vast. Het gelukte om den oever te bereiken, de passagiers waren gered maar de grijze Jan Maynaid storte dood op het dek neder. De keizer van Oostenrijk heeft een ridmeester met eene lading ridderorders naar Sleeswijk gezonden, om daarmede die officieren en soldaten te ver- sieien, die zich het meest onderscheiden hebben om de Denen goedsmoeds dood te slaan. Te Novogorod is een gebouw dat men op het ijs had opgerigt en waarin zich 200 personen bevonden plotseling door den onivissen bodem gezakt en in de Wolga verdwenen. De kardinaal aartsbisschop van Bordeaux heeft, om zijne achting te bewijzen voor den overledenen opper rabbijn, gedurende de begrafenis de klokken van alle katholijke kerken laten luiden. Dezer dagen werd te Rotterdam eene vrouw gearresteerddie eenige paren pantoffels gestolen had. In de wachtkamer wierp zij zich den schoudermantel over het hoofd. Men vermoedde niets kwaads. Spoedig echter bleek dat zij zich verworgd had, door de banden van den schouder mantel zoo digt mogelijk toe te knoopen. Onlangs werd te Londen een gierigaard dood in zijne kamer gevonden. Hij bibberde liever van de koude dan dut bij vuur aanmaakte, eu was letterlijk vermagerd van gebrek, ilij stierf op 52jarigen leeftijd en men vond in zijne kamer eene menigte effecten, bewijzen van eigen dom van huizenenzalles tot eene waarde van 6 a 70Ü0 pd. Onder de vele bewijzen, die de verdelgings togt der Oostenrijkers en Pruissen in Sleeswijk-Holstein weder oplevert voor de onmenschelijkheid van dergelijke ondernemingen, ten pleiziere van de te huisblijvende vorsten is ouder anderen het berigt, dat honderde gekwetsten op geneesheeren en op 'het ver binden van hunne wonden liggen te wachten. Voor den prins van U'urlerrtberg schijnt wel hulp te zijn geweestwant men heelt hem een paar teenen moeten amputeren. Maar dat was ook een prins. Een dagblad correspondent beschrijft een der laatste gevechten in Sleeswijk en voegt er bij, dat het een grootsch ge- zigt moet geweest zijn en dat het jammer was, dat het zoo sneeuwde. Wat men niet al grootsch vindtzijne medemenschen zonder eenige aanleiding te zien vermoorden! OPENBARE VERGADERING van den den 11 Februarij 1864. Afwezig de heeren Fransen van de Putte, Smallegange en C. Pilaar met schriftelijke, dhr. Soutendam met mondelinge kennis geving. De notulen der voorgaande vergadering worden gelezen en gearresteerd. De Voorzitter doet- voorlezing van eene missive van Z. E. den minister van binnenl. zaken, aan heeren gedeputeerde staten gi» zonden bij hunne missive van den 6 dezerhoudende bezwaren tegen de verordening op de invordering der Plaatselijke Belasting op bet Gedisteleerd, de Likeuren en den Wijn in deze gemeente. Z. E. vermeent, dat bij art. 13 de aangehaalde artikelen der rijkswet 120 al. 2, 122 1 en 126 3, bezwaarlijk kunnen wor den opgenomen als in strijd met art. 269 der gemeentewet. Zoo oo.k vermeent Z. E. dat de art. 21 en 23 in strijd zijn met art. •276 der gemeentewet, daar de raad niet bevoegd is andere straffen te bevelen dan bij genoemd artikel opgegeven, Burgem. en weth. hebben deze bedenkingen allezius juist bevonden en stellen dus voor te roijeren hetgeen door Z. E. als strijdig met de gemeente wet is beschouwd. Mr. de Kanter vraagt, als de raad zich bepaalt tot het roije- reu der aangehaalde artikelen of er dan in de 3e al. van aTt. 21 geene andere straf in de plaats gesteld moet worden. De Voorzitter zegt, dat er in art. 271 der gemeentewet straf fen bepaald worden tegen ontduiking of overtreding ter zake van plaatselijke belastingen en dat art. aangehaald en overgenomen is in art. 17 der verordening. Geen der leden verder het woord verlangende over het voorstel V£|n burgem. en weth. om bovengenoemde artikelen te roijeren wordt zulks zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 2