1W<>4. y<>. II. MAANDAG 8 FEBRPARIJ. 51'" Jaargang.
piautscfijd pestuur onii $oes.
Gemeontc-raadL to Goos
Bels.eiid.maliJ.iig;.
DE DAGORDER VAN DEN PRINS VAN PRUISSEN.
lOKSSCliK (OI KWT,
De uitgave dezer Courant geschiedt Tlaaii-
dag «n Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prys per kwartaal 1.95 fr. p. p. 1.9A.
Oewone advertentlCn worden a SO et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels f l.SO, behalve het ze'gelregt,
v
De Inzending van advertentiOn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. T f'
OPENBARE VERGADERING
van den
ten raadhuize aldaar,
OP DONDERDAG DEN 11 FE BR UA RIJ 1864,
des- namiddags ten 1 ure.
1'VN TEN VAN BEHANDELING:
1. Wijziging der verordening op de invordering der plaatselijke
belasting op het gedisteleerd.
Mededeeling van ingekomen stukken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen hij deze ter kennis van een ieder die liet aaugaat
Dat het KOHIER van den HOOEDELIJKEN OMSLAG
voor deze gemeente, volgens besluit van den gemeente-raad van
den 16 Maart 1855, gewijzigd bij raadsbesluit van den 1 November
daaraanvolgende, goedgekeurd bij koninklijke besluiten van den
18 April en 14 December deszelfden jaars, no. 66 en 75, over
het loopende jaar, ter voldoening aan het bepaalde bij art. 265
der gemeente-wet door hen voorloopig vastgesteld, van heden af
tot en met Maandag den 22 dezervan des voormiddags negen
tot des namiddags twee ure, van iederen werkdag, ter secretarie
ter visie zal liggen, ten einde ieder belastingschuldige in de ge
legenheid te stellen om zijne reclames gedurende die dagenop
ongczegeld papier, bij het gemeente-bestuur in te dienen.
En opdat een ieder hiervan kennis drage, zal aan deze op de
gebruikelijke wijze publiciteit gegeven worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 6 Eebruarij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Bels.endLmals.ins.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
ontvangen hebbende het Provinciaal blad, no. 13, circulaire van
den heer commissaris des kouings in deze provinciein dato
den 28 Januarij 1864, A no. 1725, 41e afdeeling; brengen bij
deze ter kennis van de belanghebbenden, de onderstaande bekend
makingen van Z. li. den minister van financien, en sporen een
ieder die het aangaat mits deze aanom de daarin vermelde
obligatien en muntbiljetten, ten spoedigste, uiterlijk binnen den
gestelden termijn en ter aangegeven plaatse ter aflossing of ver
wisseling- aautebieden.
De bekendmakingen van Z. E. den minister luiden als volgt
De minister van finantienin aanmerking nemende datin
weerwil van de bij herhaling in de Nederlandsche Staats-Courant
geplaatste bekendmaking nopens de bij de wet van 6 Julij 1863
(Staatsblad n 114) bevolen aflossing van de door het rijk
gewjai^iorgde schuldbrieven ten laste van de overzeesche be
zittingen, daargesteld krachtens de wetten van 24 April 1836
(Staatsbladen nos. 11 en 12), en het koninklijk besluit van
13 April 1844 (Staatsblad n). 23), tot dusver nog vele dier
stukken onafgelost zijn gebleven, en daaientegen reeds meermalen
bij die schuldbrieven behooreiule coupons verschenen 1 October
1863 in den omloop zijn aangetroffen;herinnert de belang
hebbenden
vooreerst.- dat de opgemelde schuldbrievendoor of namens
de eigenaren geteekend en voorzien van alle daarbij behoorende
coupons, waarvan de eerste den 1 October 1863 is verschenen,
dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, ter aflossing
kunnen worden aangeboden bij de Nederiandsche bank, als agent
van 's rijks schatkist te Amsterdam, of bij den arrondissements-
hetaalmeester aldaar; en
ten anderedat ingevolge de opgemelde wet van 6 July
1863, de renten dier schuldbrieven niet verder kunnen worden
goedgedaan dan tot en met den laatsten Julij 1863.
Tevens wordt ter kennis gebragt van de houders van zoo
danige der gemelde obligatiën aan welke een of meer daarbij,
behoorende coupons mogten ontbreken, dat zij zich bij verzoek
schrift, op gezegeld papierhoudende opgave van de nommers
dier stukken, tot het departement van finantien kunnen wenden,
om te worden verwezen naar de houders dier coupons, voor
zoover deze daartoe het verlangen mogten hebben te kennen
gegeven of wel te worden toegelaten tot het bekomen van aflossing;
na aftrek van het bedrag der ontbrekende coupons.
's Gravenhage, den 29 December 1863.
De minister voornoemd
(get.) G. H. BETZ.
De minister van finantien vestigt bij deze de aandacht van
alle houders van muntbiljetten, uitgegeven krachtens de wetten
van 18 December 1845 (Staatsblad n0. 90) en 17 September 1849,
(Staatsblad na. 46), op de wet van 26 December 1863 (Staats
blad n". 200)waarbij de verwisseling van die biljetten bij
's rijks schatkist op nieuw wordt toegestaan, mits die biljetten
vóór of uiterlijk op den laatsten December 1873 bij een van
's rijks comptabelenhetzij tegen oniniddelijke betalinghetzij
tegen bewijs van overname, worden ingeleverd.
De minister, tot uitvoering van deze wet de vercischtc voor
schriften hebbende gegeven, noodigt alle belanghebbenden uit om
zich, zonder verder verzuim, den nieuice.n en laatsten termijn
thans door den wetgever verleend, ten nutte te maken door
hunne biljetten ten spoedigste ter verwisseling aan te bieden of
te doen aanbieden ten kantore van 's rijks betaalmeester in
hunne woonplaatsofzoo in hunne woonplaats geen betaal
meester aanwezig is, ten kantore van den ontvanger der directe
belastingen in hunne gemeente.
's Gravenhage, den 9 Januarij 1864.
De minister voornoemd,
(get) G. H. BETZ.
De minister van finantien verwittigt bij deze alle belangheb
benden, dat alle bij zijn departement met requesten om verwis
seling ingekomen en niet reeds aan de verzoekers teruggezonden
of teruggegeven muntbiljettenuitgegeven krachtens de wetten
van 18 December 1845 (Staatsblad n90) en 17 Srptembev
1849 (Staatsblad n>. 46), door den minister worden verzonden
aan de heeren betaalmeestersten einde het bedrag aan de
regthebbenden tegen voldaanteekening op eene daartoe bestemde
lijst, uit te betalen of door heeren ontvangers der directe be
lastingen te doen uitbetalen.
's Gravenhage, den 9 Januarij 1864.
De minister voornoemd
(get.) G. H. BETZ.
En opdat deze algemeen bekend zij, zal daarvan afkondiging,
aanplakking en plaatsing in de Goessche Courant geschieden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 6 Eebruarij 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEI
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
De dagorder van den Prins van Pruissen, aan zijne soldaten
gerigt, bij hun optrekken tegen de Denen, is eene proeve van
krijgsmans welsprekendheid, die misschien krachtig op het sol
daten gemoed werken kanmaar die als in iedere regel ons doet
lezen, wat treurig verschijnsel deinst tot oorlogvoeren is en hoe
de legers kunstmatig opgewonden worden, tot het bloedig werk,
waartoe men hen verpligt. Al aanstonds treffen wij daar de
taal van dsn vermetelen overmoed aan, die eene onzekere over-