DONDERDAG 10 DECEMBER 1803. ,Y. SM>. 50"" Jaargang. «oessche (ontw r, l>e uitgave dezer t'onraut geschied! Slaan, dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. l.OO. tïewoiie advcrtentiilii worden a so et. de regel geplaatst. Debooite-, huwelijks- en doodberigteu van 1-6 regels l,SO, behalve het zegelregt, De inzending van advertentiën kan gesehieden tot vóór drie uren des iiauiiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING VAN DEN G-omeente-raad te Goes TEN RAADHÜIZE ALDAAR, OP VRIJDAG DEN 11 DECEMBER 1S63, DES AVONDS TEN 7 URE. PUNTEN VAN BEHANDELING: 1. Mededeeling van ingekomen stukken. 2. Aanbeveling lid schoolcommissie bij gewone aftreding'. 3. Verordening op de heffing van de belasting op den wijn en het gedisteleerd. 4. Wijziging contract straatverlichting. 1818—1863. In sommige plaatsen van ons vaderland is de gedenkdag onzer nationale zelfbevrijding gevierd geworden op den dag, die daar vooral als herinneringsdag kou gelden. Wij hebben in onze stad en in ons eiland, de algemeene beweging gevolgd en op den 17 Nov. de groote gebeurtenis herdacht. Maar bij het naderen van den 13 De cember, den dag, waarop Goes en Zuid-Beveland van de Fransche overheersching zijn verlost geworden, meenen wij nog eens daarop te moeten wijzen niet. oni eene nieuwe luidruchtige feestviering uittelokken maar wel om dankbaar te doen gedenkenwat ons tot blijdschap stemt en aan onze kinderen moet worden verhaald. Wij doen dat te eerder, omdat ons dezer dagen ter hand gekomen is een handschriftvan eeneu ooggetuigewaarin de gebeurte- nissen te Goes in het einde van 1813 worden verhaald. De heer Mr. C. P. Lenshoekburgemeester van Wolfaartsdijk in wiens bezit dat handschrift is, heeft het ons welwillend afgestaan, om daarvan naar ons goedvinden gebruik te maken, eu het kwam ons het best voor den voornamen inhoud in onze Courant mede te deelen op zulke wijze, dat de belangstellenden naderhand veree- nigd zullen kunnen bekomen, wat wij over eenige nummers moe ten verdeelen. Het handschrift is van eene hier ter stede bekende hand, en wij durven op grond van informatien omtrent den schrijver, die bij velen nog levenden bekend was verzekeren, dat ons daarin een getrouw relaas wordt gegeven. De maand November liep ten einde. Honderde berigten zwier ven rond, de hoop was opgewekt, maar de vrees was nog grooter. Deereet op decreet werd door de Eranschen gegeven om hunnen naderenden val te bedekkende plakborden bezweken onder den last. Een berigt van den onder-prefect van Zierikzee gaf moed en neerslagtigheid. Hij meldde dat de Oranjevlag van de torens in den Briel en Overflakkee had gewaaid, doch dat de vigilantie der dwingelandendie weder had doen intrekken. In het begin van December zag men daaelijks de Eransche ontvangers en dou anen hunne goederen pakken en bij nacht en ontijden naar Vlaan deren verzenden. Hunne vrouwen en kinderen volgden. Reeds waren uit de burgers officieren aangesteld om vervolgens eene nationale garde opterigtendoch het wantrouwen om- geweer in de hand te geven, staakte zulks. Reeds lang waren op order van den Eranschen kommandant de geweren en wapenen die op het stadhuis bewaard werden en een eigendom der stad waren weggenomen en naar Vlissingen vervoerdzoodat men gansch ontbloot was van wapenen, behalve eenige jagtgeweren in het bezit van sommige burgersdoch kruid en lood waren hier niet bekendwant hiervoor was de zorg der Franschen in de voorbaat geweest. De officieren en onder-officierenreeds lang gekleed en in ordekregen bevel op de eerste orders zich naar Vlissingen of naar Bath te begeven; doch schoon zulks gevergd werdniemand vertrok. Op 6 en 7 December werd alles vaardig gemaakt tot de ont vangst van een groot deel kust-kanonniers uit Bath, gelijk van een detachement, dat in Borsselen lag en van eenige stukken ge schut voorzien was. Men wilde daardoor de fransche beambten dekken eu bij eeuen aanval bijeen zijn. Ook de douanen en gens- darmes kwamen van hunne posten naar de stad en deden mili taire dienstgelijk dan ook den 6 de kust-kanonniers volgden. Nu geleek Goes eene vesting' van defensie. Zwijgen was best. Den 9 December kwam het geroep in de stad, dat er Engelsche schepen op de Roompot in het gezigt waren. Van tijd tot tijd seinden de Franschen van den toren en men bespeurde groote ongesteldheid ouder hen. Zij patrouilleerden gestadig door de stad. Naauw mogt men als burgers spreken; eenige bij elkander staande werden uiteengedreven. Den 10 was alles in beweging. Tegen den avond kwam de roep dat de hollandsche vlag te Zierikzee en op de dorpen aldaar woei. Alles was in onrust. De officieren der garde moesten het stadhuis bewaken en patrouilles doen. Ieder oogenblik werd een groot aantal Fransche gewapende ma trozen in de stad gewacht om bij eene verwachte landing der Engelschen gereed te zijn reeds zag men voor Zierikzee en N.- Beveland Engelsche schepen. De nacht liep met veel beweging- onder de Eranschen om. Zaturdag 11 December rukte werkelijk eene colonne gewapende matrozen in de stad, komende van Antwerpen over Bath, waarop nog eene van Vlissingen volgde, die terstond de posten en poorten bezetten. Op de markt stonden verscheiden stukken kanon ge schikt om op den-eersten wenk uittetrekken. Die dag was er veel beweging in de stad doch de burgerij hield zich stil en men kon naauwelijks tegen elkander spreken. Na den middag kwam de tijding, dat de Engelschen tegen den avond op het eiland zouden landen. De schrijver vergeet nooit die oogenblikken, toen hij werkelijk, op den zeedijk staande, de verlossers zag en de driekleur zag wapperen. Eluks was alles in t' geweer, een aantal paarden werden voor de stukken gespannen en alle Eransche manschappen stonden vaardig, gelijk mede de kust-kannoniers om uittetrekken. Men wachtte de sluiting der poorten. Doch geene Engelschen opdagende kwam alles weder in rust, alleen sterke wachten hielden aan. Zondag' 12 Dec. vernam men dat de franschen den volgenden dag zouden vertrekken op Bath, met al hunne ekwipaadje. De kust-kanonniers, meest inlandsche jongens zijnde, klonk dit niet wel in de ooren, er kwam eene beweging onder hen en velen namen zich voor, niet weg te trekken, wat het ook kostte. ,Na de aankomst der matrozen uit Vlissingen werden de kust-kanoniers aan de wachten afgecommandeerd en in de kazernen als opge sloten uit vrees voor muiterij en wegloopen. Den ganschen dag zag men sterke wachten en patrouilles van matrozen, douanen enz. Verscheidene kust-kanonniers liepen weg en verbergden zich, allen met geweer en wapenen. Tegen den avond vooral werd naauw wacht gehouden om de desertie te beletten, maar sommige ontkwamen toch. Al de kantoren der Franschen waren reeds opgebroken en er bestond geene orde meer. Alles voorspelde ge vaar, zoowel de onwilligheid der kanonniers als de sterke magt der Eranschen. De Maandag was naauw daar, of al wat militair was kwam in het geweer en schaarde zich op de markt, verscheidene spannen paar den werden gerekwiïeerd en voor de stukken geplaatstde kanon niers, die in opstand waren werden naauw bewaakt, maar ontvingen heimelijk patronen van de matrozen, als de hunne warén afgenomen. Sommigen van dezen waren door den drank opgewonden en dreigden de verwarring te vermeerderen. Eindelijk werd order gegeven tot vertrek der stukken en een groot deel der matrozen. De marsch ving aan, doch schoorvoetende. Het graauw vloekte en dreigde, waartegen de donderende stem van de Eranschen zich verhief. Iedereen zag schreijende de zijnen vertrekken en klemde zich aan lien vast. Tot in de Ganzenpoortstraat ging het nog al tamelijk, maar daar haperde de marsch, men hield stil; de officiers dreigden, en een kanonnier het geweer een der officiers op de borst zettende bragt allen in de weer. Twee of drie schoten vermeerderden het alarm en vele kanonniers liepen in dat oogenbiik met geweer en wapenen weg. De burgers weken uit vrees, dat er een gevecht ontstaan zoude, maar wapenden zich in hunne huizen zoo goed mogelijktot hunne eigene veiligheid. Ik kreeg zelf ook mijne

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1