ifómiienfanöscije berigten.
liij lost de raadselen nip tl». Alleen deelt hij ons den tekst
van het antwooïü med'éwastrdoor de zonderlinge praatjes een
einde moeten nemenen er >zal dus niets anders voor hem
overblijven, dan een artikeL.'të) wijden aan de traagheid van den
minister van huitenlandsche zaken, die aanleiding gaf, dat het
antwoord uit 's Hage het laatst van allen inkwam en dat er te
Parijs ^eojderling óver werd gesproken. Het publiek is echter
reeds lang achter de kunstgrepen en laat er zich niet meer door
misleiden. De ondervinding heeft te dikwijls doen zien, waar
voor men die e«ye»-correspondent-berigten te houden had. Wij
geven daarom alleen het bewijs dat de berigten niet onopgemerkt
blijven, waaruit blijktdat het blad zijn eigen correspondent is.
Bij de behandeling van de motie Groen in de Tweede Kamer,
hebben sommige leden verklaard, dat zij als het hoogste belang
van den staat beschouwen, dat de onderwijs-wet goed en eerlijk
worde uitgevoerd en dat het ongeloof op de scholen verder geen
wortel schiete. De goede en eerlijke uitvoering van de onderwijs
wet bestaat ook naar hunne denkwijze in het handhaven van de
volkomene neutraliteit der openbare scholen. Eenigzins raadselachtig
klinkt dan de bijvoeging, dat men heeft toetezien, dat het ongeloof
geene wortelen schiete. Wij zien daartegen geen ander middel dan
bevordering van geloof, maar begrijpen niethoe dit op de ge
mengde schooldie volstrekt geene godsdienst-school wezen mag,
kan geschieden. Zou het uit zulke redeneringen als de heer
Groen en anderen hebben gevoerd, niet duidelijk blijkendat men
gaarne tot de godsdienstschool komen zouindien men haar tot
secten-school maken kon; dat men tot de grootste incousequentien
komt, omdat men zegt, niet te willen wat men eigenlijk wel
wilen dat men nu men de school niet tot sectenschool ma
ken kan, de school, die men zegt te willen, als eene kweek
plaats van ongeloof voorstelt. Het schijnt wel, dat de vrees voor
het eene kwaad thans gebragt heeft tot het ondervinden van een
ander. Wij meenen echter, dat de natie in dit opzigt gerust
kan zijn, daar het ongeloof veel meer voedsel vindt in den afkeer
van de uitersten eener geloovige rigting, dan in hel ontwik
kelend onderwijs dat in de zoogenaamde ongeloovige school
gegeven wordt.
Ten gevolge van het onstuimige weder sinds gisteren en lieden
is de Hollandsche post ruim twee uren later dan gewoonlijk
aangekomen.
De Tweede kamer heeft Dingsdag de beraadslaging over de
begrooting van binnenlandsche zaken voortgezet en zich uitsluitend
bezig gehouden met de afdeeling Onderwijs. De motie van den
heer Groenwaarbij de handhaving der volstrekte onzijdigheid
van den staat in het onderwijs werd verlangd is zeer uitvoerig
besproken, maar het bleek, dat zij weinig bijval vond en het
practisch resultaat dat zij opleverde, was, dat de kamer bijna
twee geheele zittingen wijdde aan een onderwerp, dat vroeger
en meermalen van alle zijden in de kamer was toegelicht, om
ze te eindigen met het intrekken der motie.
De heeren Wintgens en ThoeKingma hebben zich voor plaatselijke
belangen in de bres gesteld, en daartoe beweerd, dat de minister
de oprigting van hoogere burgerscholen niet bevorderde in
plaatsen waarin daaraan de meeste behoefte bestaat.
Daarna heeft de heer Begram eene poging gewaagd, om de
post voor eene landbouwschool die voor memorie is uitgetrokken,
te doen wegvallen. De geachte voorsteller meende dat er voor
eerst van die oprigting geene sprake kon zijn en hij vond eene
memorie post daarvoor op de begrooting zeker gevaarlijk. De minister
heeft geantwoorddat juist omdat de behoefte aan die school
nog niet gebleken was, de post zeer onschuldig kon worden
geacht. De meerderheid in de kamer heeft liet ook alzoo begrepen,
en de motie om den post te schrappen is met 42 tegen 21
stemmen afgewezen.
De beraadslagingen over het hoofdstuk binnenlandsche zaken,
is Woensdag ten einde gebragt en het hoofdstuk is aangenomen
met 50 tegen 14 stemmen.
Het is zekerdat aan dezen uitslag groot gewigt moet worden
gehecht. In de vorige week schreef het oppositie blad (no 280):
„bij de eindstemming hopen wijdat de leden der kamer niet
uit het oog zullen verliezenhoe die stemming geldt een minister,
die erkend wordt en zich zelf poseerde als de ziel van het gan-
sche kabinet," verder: „de minderheid kan van hare regtmatige
oppositie, slechts dan effect verwachten, wanneer zij in de af
keuring van de begrooting van den minister Thorbecke hare af
keuring uitspreekt van het gansehe kabinet." De minderheid heeft
dien raad gevolgdmaar het blijkt nuhoe weinig leden der
kamer bij de eindstemming gebleken zijn opposanten te wezen, of
liever, hoe klein het aantal is, dat tot eiken prijs en zonder iets
in aanmerking te nemen, het ministerie Thorbecke, zoodra mogelijk
wil doen vallen. Slechts bij ééne der vorige stemmingen was
de kamer zoo voltallig (over het hoofdstuk justitie)en nu
stonden 14 stemmen tegen 50, als sprekend getuigenis van den
geest die de kamer bezield. Met het oog op die stemming, kan
men wel in Dagblad's taal zeggen„hoe weinig er ook gezegd
moge zijn, de oppositie heeft door de eindstemming eene ver
pletterende nederlaag geleden, die de oogen der natie openen
zal en die den zetel van het gansehe ministerie veel vaster maakt.
Het N. Dagblad zegt, den officiëlen tekst te kunnen mede-
deelen van het antwoord, door het Nederlandsch kabinet aan den
keizer der Eranschen gerigtop de uitnoodiging tot het congres.
Die tekst zou luiden als volgt„Het kabinet van den Haag
aanvaardt de uitnoodiging van Z. M. den keizer der Franschen
en zal aan het congres deelnemen, indien ook alle de overige
mogendheden daarop zullen vertegenwoordigd zijn."
Dit antwoord kan als eene weigering worden opgevat, daar
het bekend is, dat onderscheidene vorsten hunne medewerking
onthouden.
In de raadsvergadering van gisteren avond zijn eenige ingeko
men stukken medegedeeld en de vaste commissien benoemd; zijnde
dhr. Ilildernisse die het radikaal als diaken had verloren, in de
Schoolcommissie vervangen door dhr. G. van der Hoekde ove
rige leden werden allen herbenoemd.
Het maximum van bedeeling der armen is voor 1864 bestendigd.
Met algemeene stemmen is goedgekeurd het voorstel, om toe
te treden tot het denkbeeld van het Middel van straten en wegen,
tot begrinding en verbetering van wegen.
De suppletoire kohieren van den hoofdelijken omslag en der
honden belasting worden vastgesteld.
Is besloten even als in vorige jaren het bedelen op Nieuw
jaarsdag te keer te gaan.
Om liet. vergevorderd uur, wordt de zaak der gasverlichting
aangehouden.
Het gewoon verslag in een volgend nommer.
l)e Koninklijke handboog-societeit Jacoba van Beijeren alhier,
heeft een zeer aangenaam schrijven, namens Z. M. den koning,
ontvangen, waarbij haar verzekerd wordt, dat Z. M. met welge
vallen en erkentelijkheid, zoowel het insigne van beschermheer
als de heilwenschen der leden van de sociëteit heeft ontvangen,
en daarvoor zijnen welgemeenden dank betuigt.
Wjj vernemen, dat op den 17 dezer in het gemeente huis te
Kruiuingen door het aldaar bestaande liefhebberij-tooneel, onder
de spreuk: lot Nut en Vermaak, zal worden opgevoerd: De drie
minnaars in angst, of de uiterste wil van den overledenenblij
spel in twee bedrijven. Na het zelve Zout! en tot slot,: Het
Landhuis aan den grouten weg, beide in één bedrijf. Even als
vroeger is de opbrengst ten voordeele der armen.
Gaarne vestigen wij, en om de goedkeuring die de uitvoer
ders bij vroegere gelegenheden inoogstten, en om het tweeledige
doelkunstzin aan te kweekenen tevens voor den minder ge
goede iets bij te dragen; de aandacht op deze voorstellingen.
Als eene bijzonderheid berigt men ons uit eenige gemeenten
in de nabuurschap, dat in de beide eerste dagen van December
nog verschillend vee dag en nacht in de weiden graasde, en daar
in ruime mate nog zijn voedsel vond. Het tegenwoordig ruwe
weder zal het evenwel spoedig stalwaarts dryven.
Met het uitbakenen van den lijn voor den spoorweg, sectie
GoesVlissingen, is men thans tot aan de stad Middelburg ge
vorderd, en in de volgende week zal het gedeelte van daar tot
Vlissingen uitgebakend worden.
De feesten te Scheveningen op 30 Nov, zijn zeer luisterrijk
geweest en werden natuurlijk met de meeste opgewektheid ge
vierd. Uitvoerige beschrijvingen daarvan worden in sommige
bladen gelezenweshalve wij hen, die bijzonderheden wensehen te
weten daarhenen verwijzen. Zie o. a. N. Dagblad no. 283.
De heer F. J. Stieltjesontslagen adviseur voor technische
zaken bij het departement van koloniën, is dezer dagen uit Oost-
Indie te 'sHage aangekomen.
Verscheidene voorname ingezetenen van Rotterdam zijn uitge-
noodigd, zich tot eene commissie te vormen voor de oprigting
van een standbeeld van Gijsbert Karei van Hoogendorp, te dier stede.
De Middelburqsclie Courant schrijft, dat de combinatie van het
Nieuice ruet het Oude Dagblad van 's Gravenhage tot stand geko
men is. Het laatste moet na veel afdingen voor 160,000 ver
kocht en het contract zeer weinige dagen geleden geteekend zijn.
De Haagsche correspondent voegt er bij: „Of de speculatie zoo
voordeelig zal zijn als zij schijnt valt te betwijfelen."