1813-1863.
1863. 90.
DONDERDAG19 NOVEMBER 5<r Jaargang
m Rif
sr?r$T
Sgrip
.1 ju II-JS i.;
GOKSSCIIË COURANT,
Oe uitgave dezer Courant geschiedt Slaan. Gewone advertentlEn worden tt SO et. de
dag en Donderdag avond, uitgezonderd IfSS-.lw'
cp feestdagen. Wgttfeg..V"~f .,-'..p;il
Prijs per kwartaal 1,35 fr. p. p. 1,90. 1-6 regels ƒ1,80, behalve het zegelregt,
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van
De inzending van advertentiEn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der nitgave.
Tol dit nomnier behoort een BIJVOEGSEL houdende
eene publicatie van het gemeentebestuur tol aflossing der
gevestigde schuld en de discussien van den Gemeenteraad
bij de behandeling der Bcgrooliiig voor 1864.
In de laatste dagen zijn aller gedachten schier uitsluitend ver
vuld geweest met de blijde feestviering waarin geheel Nederland
zich vereenigde. De herinneringsdagen zijn nog niet geëindigd,
en in menige plaats zal dan ook eerst later het feestoffer worden
ontstoken. Maar oor ons, die op den 17e de beweging dei-
meerderheid zijn gevolgd, is reeds het oogenblik daar, om van
het gevierde feest te gewagen en nog eens ceuen blik te slaan
op de uiting van het nationaal gevoel in ons midden. Wij vol
doen daarom reeds nu aan de algemeene verwachting, dat in ons
blad een kort verslag der feestviering gegeven zal worden. Wij doen
dat te eerder, omdat allen nog onder den indruk zijn der aan
genaamste gewaarwordingen, omdat wij gaarne medewerken om
dien indruk te bewarenen de ingenomenheid met de aanlei
ding tot liet feest te doen voortdurennu de luide jubelkreet
zwijgtwaarin allen hebben zamengestemd.
Met eene Godsdienstige wijding ving ook onder ons de viering
van het halve eeuwfeest aan. In de onderscheidene bedehuizen
werd op Zondag 15 Nov. de gemeente opgewekt, om allereerst
het oog naar boven te rigten, en het Opperwezen te danken voor
de verlossing, die aan ons Vaderland vóór 50 jaren geschonken
werd, en voor de veelheid van voorregten die Nederland gedurende
50 ja-en heeft genoten. Opwekking van dankbaarheid sletnt zeker
wel het best tot vrolijk feestvieren. Het bleek dan ook al ras
uit eeue opgewonden stemming, die zich aan allen mededeelde,
dat ieder het zijne wilde toebrengen om van belangstelling en
deelneming' in het Vaderlandsche feest te doen blijken. Reeds
Maandag morgen werd uit menig huis de driekleur of de oranje
vaan uitgestoken; alles was in de weer met toebereidselen voor
versiering en illuminatie op den volgenden dag. Langzamerhand
kreeg de stad een meer feestelijk aanzien, en begunstigde ook geen
heldere hemel die voorbereidende werkzaamheden niemand liet
zich afschrikken, als waren allen met de gedachte vervuld, dat
een feest, naar zulk erne aanleiding gevierd, niet mislukken kon.
Nog bleven vele handen druk in de weer, als voor een aan
zienlijk deel van ons publiek de deuren onzer schouwburgzaal
geopend werden, waar de Rederijkers kamer Vondel eeue openbare
feestelijke opvoering geven zou. Lang vóór het aangewezen uur
waren schier alle plaatsen ingenomen, ten bewijze niet alleen,
dat men gaarne feest wilde vieren, maar dat men ook aangename
verwachting had van de werkzaamheden eener vereeniging, wier
roem sinds vele jaren gevestigd is. De eenvoudige en met veel
smaak gedecoreerde zaal bood een schoon cn indrukwekkend
schouwspel aan, dat allen den meesten lof deed geven aan hem
die het plan daartoe ontworpen en uitgevoerd had. De drapcrien
en trofeën van nationale en Oranjekleuren herinnerden de groote
gedachte die aan het feest ten grondslag lag. De busten der drie
Wilhm's van Oranje, die sedert 1813 aan het hoofd van onzen
herboren staat stonden, gaven de getuigenis, dat. Vorst en Va
derland in aller schatting vereenigd zijn. Als eene hulde der
dankbaarheid prijkten de namen der grondleggers van Neder
lands vrijheid in 1813 aan de wanden met groen omgeven,
zoowel als de namen of busten van de dichters, wier verhevene
gave op den vrijen Nederlandschen bodem geschitterd heeft. Eene
menigte bloemen, keurig gerangschikt, getuigden van het verlangen,
dat vcor het Nederlandsch volk de weg vrolijk en gezegend moge
wezen. Eu een tal van spiegels, die al dat schoon weerkaatsten
en als vermenigvuldigden waren het zinnebeeld van aller ge
dachte mogt de blijdschap vermenigvuldigd worden, die ons
thans vervulten Nederland immer het schouwspel opleveren
van een dankbaar cn gelukkig volk.
Met het zingen van een drietal coupletten uit het Volkslied
van Tollensdoor het mannenkoor onzer Zangvereenigingvir.g
de feestelijke avond aan. Nadat het eerste couplet gezongen was,
hield Dr. S. Piccardt eene korte toespraak daarna werd in een
kwartet-solo de bede opgezonden: Bescherm o God! bewaar den
grond, enz. en onder het opstaan der geheele vergadering ver
eenigde zich ten slotte het geheele koor in de woorden, die aller
wensch uitdrukten Dring luid van uit ons feestgedruischDie
beê ten hemel in. Zoo gestemd tot vaderlandsche gevoelens luis
terde men gaarne en opgewekt naar de dichtstukkendie meest
op het feest betrekking hadden, en met evenveel warmte als talent
werden voorgedragen. Het is genoeg bekend dat de leden van
ons Vondel, in de declamatie groote verdiensten hebben. Wij
mogen getuigen, dat zij hunnen roem handhaafden en dat allen
ook zij die ten slotte een blijspel, voor rederijkers geschreven
opvoerden gewedijverd hebben om door hunne talenten dezen
avond luister bij te zetten. Nog een paar malen werden de leden
van Vondel door die der Zangvereeniging vervangen. En niet
alleen droeg de gelukkige uitvoering der beide zangnommers. veel
bij tot opluistering van het feestmaar het schoon gezang had
de geestdrift van het publiek in die mate opgewektdat ten
slotte nog eene herhaling van het Volkslied werd verzocht, aan
welk verzoek met heuschhcid werd voldaanniet zonder renen
krarhtigen indruk op -de aanwezigen te maken. Zeker hebben
allen hoogstvoldaan de zaal verlatenwaarin sommigen later
wederkeerden om zich aan eenen gezelligen disch te vereenigen.
Zoo was het doel bereikt om te stemmen tot eene vrolijke
voortzetting van het nationale feest.
Die vrolijke stemming had zich Dingsdag aan allen mede
gedeeld. In den vroegen morgen werd andermaal eene gods
dienstoefening gehouden in de Groote kerk. Het landvolk, dat
gewoon is dezen drukken November weekmarkt te bezoeken,,
kwam ditmaal vooral niet laat stedewaarts, omdat het ook aan
de feestvreugde wilde deelnemen. Al vroeg wemelde eene groote
menigte door de straten, waarin de vlaggen thans bijna uit iedere
woning wapperdenterwijl de Oranjekleur, alleen of met de
driekleur vereenigd, oud en jong, rijk cn arm versierde. Het
was duidelijkdat hier niet door enkelen feest gevierd werd
en dat de vreugde zich onwillekeurig aan allen mededeelde,
maar dat ieder feest vierde om dat hij van welken rang of
stand, daartoe reden had. Zoo ergens dan droeg hier zeker de
feestviering een nationaal karakter en was het een feest des volks
zonder dat daartoe openbare vermakelijkheden verordend waren.
Bene wijze spaarzaamheid had hier doen besluiten, om geene onkos
ten van stadswege te maken tot het inrigten van volksspelen of
iets dergelijks; het bleek dat opwekking hier niet noodig was.
Want ieder deed naar zijn vermogen en toonde dat hij voor