1803. 89. MAANDAG 16 NOVEMBÏÏB 50"* Jaargang. T li HET NOVEMBEMEDEMTEEKEN „"Vrij e Nederlandsclxe IVXamien." Be uitgave dezer Courant geschiedt Maan. dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. I'rljs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. 1,90. Oewone advertentiFn worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-huwelijks- en doodbcrigten van 1-6 regels ƒ1,80, behalve het zegelregt, 1 De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uit-ave. Tot dit nummer behoort een BIJVOEGSEL houdende vier bekendmakingen van het Gemeente Bestuur, De feesten van deze week en vooral de heugelijke herinnering waartoe wij geroepen wordendoen zeker velen onzer lezers belang stellen in menig ernstig woord, dat dezer dagen gesproken wordt. Wij geven daarom ook gehoor aan het verzoek om het onderstaande stuk, dat zoo wij meenen wel verspreid maar niet in den handel is, in onze kolommen op te nemen. der MANNEN VAN NEDERLAND! Willen wij uit dankbaarheid aan God, uit liefde jegens Vader land en Oranje uit eerbied voor de deugden onzer Vaderen en in hope op de deugden onzer Kindreneen Gedenkteeken onzer Vrijwording oprigten zooals de Wereld er nog nooit een zou gezien hebben? Wij kunnen het: van de Aanzienlijkste, Magtigste en Ge- ëerdstetot aan de GeringsteEllendigste en Verworpenste en zóó, dat de Armste bijna méér nog bijdrage dan de Kijkste. Wij kunnen hetzóó dat niet slechts geheel Europa be- wondrend zie op het kleine Nederlandmaar zelfs de Engelen des Hemels juichen en Gods Vaderoog in welbehagen ruste op het door Hein vrijgemaakte Volk! „In Nederland heeft gedurende al de dagen der verheffendste Feestvreugde over de Verlossing des Lands vóór Vijftig Jaar geen enkle wanklank van onvredevan naijver of van zelfzucht, geen enkle wanklank van ruwheidongebondenheid of verdier- lijking de harmonie verstoord van het Gebed tot Godvan den Juichkreet voor Vaderland en Vorst, van het Lied dat uit volle borst en van de lippen van Jong en Oud oprees om het Verle- dene te verheerlijken, voor het Heden te danken, op de Toekomst te hopen Wilt Gij Welnu dan schuddeten minste in deze gezegende November- dagen elk Nederlandsch Man éénige slavenboei af, waarin zin- nenlust of begeerlijkheid slapheid des geestes, verkeerdheid des j harten of traagheid der handen elk onzer, houdten maak zich vrij elk Mensch gevangen Véél van die inwendige vrijmakingvan die, Gode welgeval lige, zegepraal over de Dwingelanden die in ons zijn, zal aan het oog der Wereld ontsnappen en slechts den Hemel bekend worden. Maar toch zal geheel Nederland, geheel Europa het heilrijkste gevolg dier Zelfoverwinning daaraan erkennen, dat er in die dagen in ons Vaderland zal zijn: „Gode eere, Vrede in hut en paleis, in den Menschen een Welbehagen!" Wat echter niet voor het oog der Wereld verborgen zal blijven, is de wijze waarop het Nederlandsche Volk, waarop bovenal de Nederlandsche Mannen en Jongelingen, het Feest der Verlossing vieren zullen Zal ik U alles herinnerenwat in Nederland bijna elke open bare Feestvreugde ontsiert en ontheiligt Zal ik U wijzen op de uitgelatenheiddie onze Volksvermaken zoo vaak een giftige bron doet zijn van stoffelijk en zedelijk verderf? Zal ik U bo venal en als de eerste oorzaak daarvan wijzen op de Dwinge landij van het „Vloeijend Vuur" dat Lijf en Ziel verteert? NeenGij Mannen van Nederland, ik gevoel het, ik weet het, Gij zult U in deze dagen vrij maken van alles, wat tot nog toe uw Geest, uw Hart, uwe Zinnen beknelde, en zult het doen in ootmoedigen dank aan dien God, die uwe Vaderen heeft vrij gemaakt en de Ouden van Dagendie nog onder U leven En dan ja waarlijk dan! zal geheel de Wereld U het getuigenis geven: En zulke Liederen zullen er oprijzen uit de meestezoo niet alle, Scholen des Vaderlands Uwe Kindren zullen daar de Ge denkdagen van Neêrlands Wedergeboorte vieren Hoe hartbewegend-liefelijk zal het zijnze te zien met blozende wangen en glinsterende oogjes, éérst ademloos luisterend naar het bezielde woord waarmede hunne beminde Onderwijzers hen de Tafreelen verklaren dieop de Feestplaat van het Onder wijzers-GenootschapNederlands herwonnen Onafhankelijkheid ver zinnelijken en dan, in rijen geschaard of in feestelijken optogt onder wapperende Oranjevanen en linten, de Liederen aanheffend, waarin hun Vriend, Dr. Heije, uitsprak wat hij dacht, dat hunne jeugdige geesten en ontvankelijke gemoedren bij die Tafreelen denken en gevoelen zouden. Diep en rijk kan voor uw dierbaar Kroost, Nederlandsche Vaders!diep en rijk kan voor U zelve, Nederlandsche Mannen en Jongelingen de indruk van dat Kinderfeest zijn; beslissend kan het worden voor het opkomend Geslacht, en voor de Toe komst des Vaderlands, wanneer de Jonkheid in die dagen niets ziet, dan hetgeen Gode behagelijk is niets hoort, dan datgene wat wclluidt, den geest verheft en het hart in dank ontgloeit. OIk ben er zeker vanMannen van Nederlandniemand Uwer is er, die het niet „Zonde tegen den Heiligen Geest" zou achtenden Kinderkens door Woord of Daad te ergeren in welligt een der heiligste oogenblikken van hun jeugdig leven het oogenblik waarin ze God zuilen loven voor Neêrlands Verlossing. Of zou 't niet vreeslijk zijnwanneer hun als ze, vervuld van edele aandoeningen, de School verlatenfier er op dat ze Nederlandsche Kinderen zijn, de kleine hoofdjes vol met Gestalten van Wijsheid, Vaderlandsliefde en Godvreezendheid, de kleine hartjens kloppende van begeerte om moedig, wakker en braaf te wordenwanneer dan een Vader, een Broeder, een Oudere Vriend, ja al ware 'teen Wild-Vreemde, doch die dan toch een Nederlander heette te zijn hun te gemoet waggelde als eene Gestalte van Verdwazing, Zelfverderving en Godslastering? Laat ons dus, Mannen-Broeders! een Heilig Verbond met ons zei ven sluiten, en Allen en Allen veréénigdhet Gedenk teeken oprigten der „vrije Nederlandsche Mannen": met Godes bijstand en door de deugd der Vadren verlost vaii uitheemsche dwingelandijmet Godes bijstand en door eigen Wilskracht zich zelve, zij 't ook slechts in de Gedenkdagen der Uitredding, vrijgevochten hebbende van de innerlijke slavernij der zinnen, des harten en des geestes en aldus l'ééstvierende uit dankbaarheid aan God, uit eerbied jegens de Vaderen en jegens Zich Zeiven, uit liefde en erbarming jegens de Kinderkens, wien 'tKouingrijk der Hemelen behoort! Dat zal een Gedenkteeken zijn van Volkskracht, Volksdége- lijkheid, Volksdankbaarheid en Volksvroomheid, zoo als de Wereld nog nooit aanschouwde. De goede God zegene Wensch, Wil en Daad!

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1