1803. iN°. 87. De nitgave dezer Courant geschiedt Haan. 1 i dag en Donderdag avond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,15 fr. p. p. 1,90. Gewone adrertentlCn worden 4 XO et. de regel Geboorte-, huwelijks, en doodberlgten ran 1-6 regels 'l,XO, behalve het Ittfcël'rëfcl, - kuS De Inzending ran advertentiCn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dog der uitga». De heer Stieltjes is, volgens de mededeeling van het N.'H.'' Dagblad, in het vaderland teruggekeerd, of zal weldra arriveren.'' Inmiddels heeft eene vriendelijke slang aan de redactie van dat blad copie gezonden van een brief, door dien heer aan een zijner bekenden in Indie geschreven. Die brief wordt natuurlijk gaarne overgenomen, aan sommige uitdrukkingen in denzelven meer beteekeuis gegeven dan de schrijver zelf heeft gedaan én daarna etn en ander daaruit afgeleid, dat slechts bij dezulken opkomen kan, voor wie liegen en bedriegen, misleiden en ver- valschen eene tweede natuur, een dagelijks werk is. Het artikel in n°. 263 verdient niets anders dan eene diepe verachting, en wij zouden er zelfs niet van spreken, indien wij niet meenden, dat het goed is de aandacht er op te vestigen, opdat de oogen geopend worden, van al wie nog een oogenblik geloofdenj aan goede trouw en eerlijkheid aan liéfde voor vorst en vaderlandaan waarheidzin en opregtheid bij het dagblad. Wij geloovcn, dat het dagblad nooit grootcr lofrede gehouden heeft voor een zijner steunpilaren en geestverwantendan het nu, zoo als de uilkomst lecren zal, voor den minister van koloniën concipieert. Maar zeker heeft do oppositie ook nog nooit zoo onbewimpeld gesproken en zich zoo in hare ware gedaante en be doeling doen kennen, dan juist in dat artikel, dat kennelijk door spijt over teleurstelling is ingegeven en dat de laatste maar nu ook vrij naakte poging bevat, om de menigte opteruijen, opdat zij het ministerie zou doen vallen. De minister wordt, tamelijk direct, beschuldigd, de Tweede Kamer misleid te hebben met valsche of vervalschte stukken en die beschuldiging is alleen gegrond in de verklaring van den heer S. die, hoe men ook dien heer beoordeele, eenzijdig moet zijn. Het dagblad neemt dus a .priori reeds als bewezen aan, dat slechts waar kan zijn, wat gezegd wordt door den man, wiens vijandige gezindheid jegens den gouverneur-generaal Stoet bekend is, en op wién het vermoeden van partijdigheid in de eerste plaats rusten moet, omdat hij zelf door den maatregel werd getroffen. Een eerlijk beoordeelaar vonnist niet vóór hij beide partijen heeft gehoord en hare verklaringen .heeft overwogen. Wij betwisten daarom, aan wie ookhet regt om nu reeds conclusien te maken en eenig oordeel te vellen. Wij gelooven ook, dat niemand het doen zaldan zijdie deze zaak zóó willen voorstellenals meest tot hunne vuilaardige oogmerken kan dienen. Wat de heer Stieltjes beweert, als zekere waarheid aangenomen zijnde, worden daaruit eerst de hatelijkste gevolgtrekkingen afgeleid, en als deze allen jjitvocrig zijn nedergeschreven en alzoo behendig onder het publiek gebragt, leest men het schijnbaar onpartijdige: „Wij zullen ons eindoordeel opschorten!" Ieder gevoelt niet alleen, hoe beneden alles hier de handelwijze van het oppositie orgaan is, maar ook waarom het er belang bij had om juist nu die onderstellingen van vervalsching van stukken door eenen minister, onder het volk te brengen. Het is toch genoeg over tuigd, dat het later blijken zal dat het zelf heeft misleid. Aan het slot van het artikel wordt er van de Voorzienigheid gesproken, ais die misschien door den spoorweg Saraarang-Vorsten- landen-Nederland van den afgrond redden zal. Zoo is dus voor de oppositie niets te heilig om het tot haar onedel doel te gebrui ken. Of is het riiet profaan als de Voorzienigheid voorgesteld wordt de partij van het Dagblad toegedaan te zijn? En men lette wel op de arrière-pensée. Men speculeert op 's volks godsdiens- Abuis van den zetterlees hand. tigen zin, wekt de gevaarlijkste hartstogteh op.en zoekt'tegélijk nü- reéds het middel bm elke buitensporigheid, die' plaatstoiógt hebben, te vergoelijken, als zou die een Godewelgevallig werk zijn en de oogmerken der Voorzienigheid dienen. Men moet wel allen eerbied voor het Opperwezen hebben uitgeschud, óm goo zijnen naam in de laagste en schandelijkste zaken te mengen. 't Is duidelijkzal de toeleg gelukken om eerlang het 'volk in beicejing te brengen tegen het ministerie, dan moet men 'nu voor den dag kómen en het wantrouwen ten top zoeken te voeren. Daarom wordt er getracht de gemoederen optew inden met de zaak Stieltjes, en met eene stoutheid gesprokendie strenger kastijding verdiende, dan wij kunnen geven. Daarop alleen willen wijóp- merkzaam maken, en terwijl wij in rustig vertrouwen op het ge zond verstand der natie en volkomen overtuigd, dat de eerlijk heid van het ministerie blijken zal, de toekomst verbeiden, hebben wij slechts te vragen of het geene waarheid was, als wij zeiden, dat zoo ééne hand den fakkel der tweedragt zwaait en dien fel zoekt te doen branden, het wel de hand is van hen die spreken zoo als het Dagblad spreekt? $iimeiifanöscf)e lèrigten. De tweede kamev der Staten Generaal is tegen morgen (Dingsdag 10 dezer) weder bij een geroepen. De laatst ontvangen berigten uit Indie 'meldendat de door den minister gemaakte regeling betreffende de suiker contracten veel genoegen heeft gegeven. Men erkent, dat het eene zware taak is, die op den minister rust, om den Augias stal, gelijk men het noemt, te zuiveren, maar is vol vertrouwen, dat het werk hem gelukken zal, indien hem daartoe de tijd wordt ge laten. Ook de benoeming van twee ambtenaren voor de sta tistiek is met veel blijdschap vernomen omdat daar door in eene werkelijke behoefte wordt voorzien. Te Soerabaya had men plan gehad om de November feesten te vieren maar, naar het berigt der commissie vond het plan niet veel bijval meer. De inzamelingen voor de monumenten, zooals die door de hoofdcommissie hier te lande was gewenscht geworden had den op de hoofdplaats geen resultaat opgeleverd. De Prov. staten hebben Vrijdag hun werk voortgezet en onder anderen aangenomen, het voorstel door de 2j afdeeling bij monde van den heer van den Bosch gedaanom gedeputeerde staten uittenoodigen magliging te vragen aan de regering, tot het uit schrijven eener prijsvraag voor plannen van schoolgebouwen en ouderwijzerswoningen alsmede om na de bekomen magliging die te willen uitschrijven. Onder de voorstellen, die goedgekeurd zijn, behooren ook, dat tot heffing der 7 opcenten op de belasting op gebouwde en onge bouwde eigendommen en op de hoofdsom der personele belasting en dat tot heffing derzelfde opcenten ten behoeve van de cala- miteuse po'ders in deze proviucie. De vergadering is Vrijdag avond gesloten. Wij deelen van het verhandelde niet meer mede, omdat het uitvoerig verslag daarvan nog niet in druk verschenen is en omdat onze ruimte té beperkt isom breede vermelding te doen ook van die onderwerpen, die geheel van lokaal belang in andere bladen in onze provincie eene betere plaats vinden. Omtrent de discussie over de heffing van provinciale opcenten voor de Calamiteuse polders zijn uit eeuige mededeelingen toe gezegd, die ivij later in ons blad opnemen. Het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen heeft, in zjjno vergadering van 4 Nov., onder meerderen tot lid benoemd, dr. S. Piccardt predikant en gemeente-archivaris alhier.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1