r»o** Jaargang.
1868. :V. »t.
MAAKDAG 10 OCTOBKE.
pfaatsefijfi bestuur.
PUBLIEKE VERPACHTING.
Bels-endmaltinsen.
(iOKSStW COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1.95 fr. p. p. f 1,9©.
t'cwoue advertentlOn worden a 2© et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van
1-6 regels f 1,2©behalve het zegelregt.
De inzending van advcrtentiOn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dog der aitgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
zullen op Zaturdag den 24 October 1S63, des namiddags ten een
ure, op het raadhuis aldaar, in het openbaar op nieuw aan de
meestbiedenden trachten te verpachten:
1". Achttien roeden en tien ellen HoVenieringgelegen
in de Zoute Vest, onderaan den Stadswal, tegenover den
Zaagmolen, kadastraal bekend sectie D n". 1116, voor
zeven jaren.
2". Den Tuin achter de zoogenaamde Stadsschuur, aan de
oostzijde van de haven, bekend bij het kadaster sectie D
n". 11voor zeven jarenen
3". Het zoogenaamde RaVSlijllmet daarop staande Huis,
Erve en toebehooren, gelegen aan de westzijde van den
Havendijk in deze gemeente, gemerkt E n". 161, bij het
kadaster bekend sectie A, n". 245 en 246, ter grootte van
47 R., 70 Ell.aangekocht van den heer C. C. van den
Bosch, voor negen jaren.
Alle ingaande den eersten January 1864.
Zullende de voorwaarden van deze verpachtingen op de secre
tarie dezer gemeente ter lezing liggen, van heden af lot den dag
der verpachting.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 17 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
SOHOUWZKTG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dezer Gemeente:
Gezien de artikelen 31, 32, 33 en 88 van het reglement op
het beheer en onderhoud en de policie der buurtwegen en voet
paden in de provincie Zeeland, gearresteerd den 6 Ju lij 1838
en goedgekeurd bij Z. M. besluit van den 4 Augustus 1838
no. 106, aldus luidende:
Art. 31. Alle waterleidingen, sprinken, slooten en gruppen,
gelegen ter wederzijde der wegen, moeten behoorlijk schoonge
maakt en van alle ruigten en andere beletselen gezuiverd worden,
ten einde het water daardoor zonder verhindering kunne afloopen.
Art. 32. In de voormelde waterleidingen, sprinken, slooten en
gruppen, loopende langs de wegen, mogen geene dammen gelegd
worden, dan met schriftelijke toestemming van het plaatselijk
bestuur, aan hetwelk het opzigt over de wegen is opgedragen,
en alleen onder voorwaarde dat dezelve zullen moeten voorzien
zijn en blijven van duikers en heulen of buizenhebbende zoo
danige bij iedere concessie duidelijk te bepaleue hoogte en breedte,
als noodig is om de afloozing van het water niet te belemme
ren; blijvende echter, voor zoo veelde algemeene waterloozingen
aangaat, het regt der polderbesturen onverkort, met welke de
plaatselijke besturen ten deze steeds in overleg zullen moeten treden.
Art. 33. De thans aanwezige dammen of andere beletselen,
moeten binnen één jaar na de afkondiging van dit reglement
wanneer de bevoegde autoriteiten zulks noodig achten, van dui
kers, heulen of buizen voorzien worden, ten ware de belangheb
benden mogten verkiezen dezelve te amoveren.
Art. 88. De overtredingen en verzuimen zullen gestraft worden
als volgt
Die van artikel 21, 32, 33 enz. met eene boete van 25,
of drie dagen gevangenis.
Die enz. Die van art. enz. 31 met 0,05 per strekkende el,
welke bij de schouwing niet in behoorlijken staat worden be
vonden met dien verstandedat de boete niet minder dan
0,50 noch hooger dan K voor een en betzelfde vak wegs
zal mogen zijnenz.
Herinneren bij deze de belanghebbenden aan bovenstaande be
palingen, met uitnoodiging om hunne verpligtingen te dien aan
zien. onverwijld na te komen; met bepaling, dat op de voormelde
waterleidingen, sprinken, slooten en gruppen schouwing zal worden
gehouden op Donderdag den 29 October 1863 en van alle be
vonden overtredingen procesverbaal opgemaakt, en verder gehan
deld overeenkomstig art. 87 van het aangehaalde reglement.
Gedaan te Goes, den 10 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
J. RISSEEUW, 1. s.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen ter kennis van de daarbij belanghebbenden
Dat de suppletoire beschrijving over het loopende jaar 1863,
i voor de plaatselijke belasting op de HONDEN, afgeloopen en
dien conform het kohier opgemaakt isalsmede dat hetzelve
ter voldoening aan het bepaalde bij art. 264 der gemeente-wet,
door hen voorloopig vastgesteld, van heden af, gedurende de
veertien dagen, in den voormiddag, ter secretarie ter visie zal
liggen ten einde ieder belastingschuldige in de gelegenheid te
stellen om zijne reclames, gedurende deze veertien dagen, aan
den gemeente-raad in te dienen.
Wordende een iegelijk die bij deze beschrijving mogt zijn
overgeslagen, aangemaand, om zich dien tijd ten nutte te maken
tot het doen van zijne aangifte, ten kantore van den ontvanger
i der plaatselijke belastingen, zoo en gelijk in art. 1 van de ver
ordening voor de heffing van die belasting vastgesteld door
den gemeente-raadden 8 Augustus 1853 is voorgeschreven.
Terwijl de ingezetenen te dezer gelegenheid worden herinnerd
aan de bepalingen van art. 5 der verordening:
„Dat diegenen, welke na den afloop der beschrijving een of
„meer honden zal willen houden, boven die waarvoor hij be
schreven is, daarvan insgelijks schriftelijk aangifte zal moeten
„doen, ten kantore van voornoemden ontvanger."
En ten einde een ieder hiervan kennis drage, zal deze worden
afgekondigd en geplaatst in de Goessche courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 17 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente
Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1863 (loopende van
1 Mei 1863 tot ultimo April 1864), aangevraagd gedurende het
eerste kwartaal van dat jaar, ingevuld gereed liggen en tot der
zei ver afgifte, ter secretarie zal gevaceerd wordenvan heden af
tot den 31 October e. k. uitgenomen des Zondags, dagelijks van
des voormiddags negen tot des namiddags twee ure.
Wordende de belanghebbenden vermaandom die afhaling in
persoon te verrigten en zich den bepaalden tijd ten nutte te
makenten einde van alle kosten bevrijd te blijven, vermits
volgens art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October
1820, de onafgehaalde patenten of de afschriften van dezelve,
door eenen deurwaarder der directe belastingenonverwijld aan
de patentpligtigen moeten worden uitgereikt, tegen betaling van
tien cent; waartoe dan ook den 2 November en volgende dagen
zal worden overgegaan.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 17 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.