IS«3. fS
MAANDAS 12 OCTOBER
SO" Jaargang.
yCaafëetïjii bestuur.
V'.
l>e uitgave dezer Courant geschiedt Maan. J^|
dag en Donderdag avond, uitgezonderd K'
op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,95, fr. p. p. ƒ1,90.
Oewone advertentiën worden a 20 et. de
regel geplaatst.
«Jeboorte-, huwelijks- en doodberigten Van
1-6 regels 1.ÏO, behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiün kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Putolioatio
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bekend
Dat de geneesheer en heelmeester der gemeente, ten raadhuize
alhier, op Woensdag den 21 October 1863, des voormiddags ten
elf ure, eene zitting zullen houden, tot het onderzoeken van die
genen die in vorige jaren dienstpligtige nummers getrokken en
van hen die dit jaar geloot hebbenwelke op grond van lig-
ehaamsgebreken verraeenen regt op
VRIJSTELLING VAN DE DIENST BIJ DE BRANDWEER
te hebben.
En worden de belanghebbenden aangemaand om van die gelegen
heid gebruik te makendaar alleen op eene verklaring van één
dier heeren vrijstelling kan Worden verleend en die van andere
genees- of heelkundigen niet in aanmerking mogen genomen worden.
Gedaan te Goes, den 10 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
J. RISSEEUW, 1. s.
Bels.oiid.maltins,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis der belanghebbenden
Dat de lijst van de ter uitloting en aflossing aangegevene
OBLIGATIEN ten laste dier gemeente ingevolge art. 4 van
het plan tot aflossing der gevestigde schulden, den 11 April 1853
door den gemeente-raad gearresteerdopgemaakt is en ter griffie
gedurende de laatste helft dezer maand ter visie zal liggen.
Zullende de uitloting ingevolge art. 5 van evengemeld plan
in het openbaar ten overstaan van burgemeester en wethouders
geschieden, ten raadhuize, Zaturdag den 14 November 1863 des
namiddags ten één ure.
Gedaan te Goes, den 10 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
J. RISSEEUW, 1. s.
SCHOUWKSTG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dezer Gemeente:
Gezien de artikelen 31, 32, 33 en 88 van het reglement op
het beheer en onderhoud en de policie der buurtwegen en voet
paden in de provincie Zeeland, gearresteerd den 6 Julij 1838
en goedgekeurd bij Z. M. besluit van den 4 Augustus 1838
no. 106, aldus luidende:
Art. 31. Alle waterleidingen, sprinken, slooten en gruppen,
gelegen ter wederzijde der wegen, moeten behoorlijk schoonge
maakt en van alle ruigten en andere beletselen gezuiverd worden,
ten einde het water daardoor zonder verhindering kunne afloopen.
Art. 32. In de voormelde waterleidingen, sprinken, slooten en
gruppen, loopende langs de wegen, mogen geene dammen gelegd
worden, dan met schriftelijke toestemming van het plaatselijk
bestuur, aan hetwelk het opzigt over de wegen is opgedragen,
en alleen onder voorwaarde dat dezelve zullen moeten voorzien
zijn en blijven van duikers en heulen of buizenhebbende zoo
danige bij iedere concessie duidelijk te bepalene hoogte eu breedte,
als noodig is om de afloozing van het water niet te belemme
ren; blijvende echter, voor zoo veel de algemeene waterloozingen
aangaat, het regt der polderbesturen onverkort, met welke de
plaatselijke besturen ten deze steeds in overleg zullen moeten treden.
Art. 33. De thans aanwezige dammen of andere beletselen,
moeten binnen één jaar na de afkondiging van dit reglement
wanneer de bevoegde autoriteiten zulks noodig achten, van dui
kers, heulen of buizen voorzien worden, ten ware de belangheb
benden mogten verkiezen dezelve te amoveren.
Art. 88. De overtredingen en verzuimen zullen gestraft worden
als volgt
Die van artikel 21, 32, 33 enz. met eene boete van 25,
of drie dagen gevangenis.
Die enz. Die van art. enz. 31 met 0,05 per strekkende el,
welke bij de schouwing niet in behoorlijken staat worden be
vonden met dien verstandedat de boete niet minder dan
0,50 noch hooger dan 5,voor een en hetzelfde vak wegs
zal mogen zijnenz.
Herinneren bij deze de belanghebbenden aan bovenstaande be
palingen, met uitnoodiging om hunne verpligtingen te dien aan
zien. onverwijld na te komen; met bepaling, dat op de voormelde
waterleidingen, sprinken, slooten en gruppen schouwing zal worden
gehouden op Donderdag den 29 October 1863 en van alle be
vonden overtredingen procesverbaal opgemaakt, en verder gehan
deld overeenkomstig art. 87 van het aangehaalde reglement.
Gedaan te Goes, den 10 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
J. RISSEEUW, l.s.
In no. 75 dezer courant van 28 September 11. deelden wij den
indruk mede dien het berigt der aanneming door de Tweede kamer
van het ontwerp tot vestiging van spoorwegen op Java, alge
meen in Indië gemaakt had.
Aan een extra-nummer der Samarangsche Courant van 8 Aug.
11. ontleenen wij te dien opzigte nog het volgende:
„Den 3den dezer ontvingen wij per telegraaph de heugelijke
tijding, dat de Tweede kamer der Staten-Generaal met eene groote
meerderheid de wet op de spoorweg-concessie der heeren Pool
man c. s., had aangenomen.
Spoedig wapperden de nationale en oranje kleuren op een aantal
openbare en particuliere gebouwen.
De vreugde over dit hoopvolle berigt is des te grooter, door
de voordeelen welke Europeanen en Javanen door dien spoorweg
zullen verkrijgen, door het meerdere vertier en verkeer die daar
van het gevolg zullen wezenterwijl de landbouwer zijne trek-
of lastdieren op zijne velden kan bezigen en alsdan die vele handen
voor Java en het Moederland kunnen benuttigd worden, welke
thans zware lasten langs moeijelijke wegen moeten dragen, doch
die later door stoom pijl-snel zullen vervoerd worden.
Hulde aan Z. Exc. onzen geëerbiedigden landvoogd, die na de
ontvangst der benoodigde verslagen, op de plaats zelve al die
rapporten onbevooroordeeld naging, in vergelijk met Z. E. on
dervinding bragt, en daarvan het resumé zoo spoedig naar het
Moederland zond. Eere aan Z. Excellentie den minister van
koloniën, die met een valkenblik het geheele plan der concessie
doorgrondde. Dank aan onzen beminden koning, die met liefde
het werk van onzen geachten en onvermoeiden landvoogd bekrach
tigde.
Ook zij hier eere gebragt aan de concessionarissen de heeren
Poolman c. s. die met geduld de beraadslagingen afwachtende,
onmiddelijk met die veranderingen in de concessie genoegen namen
welke het Nederlandsche bestuur tot algemeen welzijn noodig oor-
deelde.
Driewerf hulde aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, welke
met zulk eene groote meerderheid het lot dier wet ten goede besliste,
hetgeen wij als eene voorbode beschouwenwelke ons in den
i vervolge nog vele gunstige beschikkingen voor Ned. Indie en
Java in het bijzonder mag doen verwachten.
Ten tweeden male zeggen wij hier dank en hulde aan Z. Exc,