18(53. N°. 11.
50 Jaargang.
MAANDAG 5 OCTOBER
pfaatseftjft bestuur.
PUBLIEKE VERPACHTING.
Itnnenfanöscöe lengten.
GOKSSCHE COURANT,
l»e uitgave dezer Courant geschiedt Slaan. //Vip
H t
dag en Donderdag- avond, uitgezonderd 1-/
op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1.95 fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiPn worden a 20 et. dc
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van
1-6 regels 1,20, behalve het zegelregt,
y
De inzending van udvertentiSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Tot dit nommer behoort een Bijvoegsel, houdende een vervolg
op het Verhort verslag van, den toestand der provincie Zeeland 1862.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
zullen op Zat/urdag den 17 October 1863, des namiddags ten een
ure, op het raadhuis aldaar, in het openbaar aan de meestbie
denden trachten te verpachten:
1°. Achttien roeden en tien ellen Hovenieringgelegen
in de Zoute Vest, onder aan den Stadswal, tegenover den
Zaagmolen, kadastraal bekend sectie D n». 1116, voor
zeven jaren.
2". Den Tuinachter de zoogenaamde Stadsschuuraan de
oostzijde van de havenbekend bij het kadaster sectie D
no. 11voor ze yen jaren en
3\ Het zoogenaamde Ha velijn.met daarop staande Huis,
Erve en toebehooren, gelegen aan de westzijde van den
Havendijk in deze gemeente, gemerkt E n". 161, bij het
kadaster bekend sectie A n". 245 en 246, ter grootte van
47 R. 70 Ell., aangekocht van den heer C. C. van den
Bosch, voor negen jaren.
Alle ingaande den eersten Januarij 1864.
Zullende de voorwaarden van deze verpachtingen op de secre
tarie dezer gemeente ter lezing liggen, van heden af tot den dag
der verpachting.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 3 October 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd.
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Aan de kommissie die den koning het adres van antwoord op
de troonrede der Tweede kamer heeft aangeboden, heeft Z. M.
geantwoord
„Mijne heerenMet de Tweede kamer kan ik niet erkentelijk
genoeg Gods zegeningen waarderen, die mijn huis en mijn volk
worden geschonken en die ons de gebeurtenissen van vijftig jaren
doen terug denken. Ik verzoek u der kamer mijne dankbe
tuiging over te brengen voor de in haar adres van antwoord
geuite gevoelens."
Volgens de Koln. Ztg. zou prinses Frederika Sophia Maria
Henrietta Amelia Theresia van Hannover, geboren in 1848 tot
gemalin bestemd zijn van den kroonprins der Nederlanden. De
prinses zal met Paschen e. k. hare belijdenis afleggen.
Op de begrooting van uitgaven voor den aanleg van staats
spoorwegen, thans bij de Tweede kamer ingediend, is op de dienst
van 1864 uitgetrokken 927,555 voor het kanaal door dit
eiland en 934.378 voor den spoorweg RozendaalGoes. De
bestekken voor de sectie WoensdrechtGoes zijn nagenoeg gereed.
Naar men verneemt zou dhr. mr. J. H. Alberdate Doekum,
verklaard hebben zich de verkiezing tot lid van de Tweede
kamer niet te laten welgevallen.
Aan het gedrukte verslag van het verhandelde door de hoofd-com-
missie voor het nationaal gedenkteeken in hare vijfde vergadering
op 18 September jl. gehouden, en aan de plaatselijke commissien
toegezondenontleenen wij, voor zoo veel daarvan vroeger niet
is medegedeeld het volgende meest opmerkingswaardige.
Na de opening door den Prins voorzitter, bragt de secretaris
verslag uit van de ingekomen stukken onder 14 nummers ge
rangschikt; n». 6 was eene missive van de algemeene Synode
der Ned. hervormde kerk, te kennen gevende, dat, hoewel door
baar met groote belangstelling was vernomen dat de hoofd
commissie den feestdag van 17 November wenschte te zien aan
vangen met eer.' plegtigen dank- en bidstond, de synode (vóór
dat zij van dit voornemen kennis droeg) had besloten en ook
reeds maatregelen had genomen om dat op den 15den te doen,
volgens opgegeven redenenden wensch uitdrukkende dat de
hoofd-commissie zich naar deze schikking mogt voegen.
Verder bleek het getal leden der plaatselijke commissien 8734
te bedragen terwijl zich nog steeds nieuwe aanmeldden. Gecon
stitueerde commissien waren er 666; 43 gemeenten hadden zich met
digt bij gelegenen vereenigd; 13 commissien waren nog oplossingen
van bedenkingen inwachtendeterwijl 4 als ontbonden moeten
beschouwd worden. Van de 1138 waren alzoo in 786 gemeenten
plaatselijke commissien gesteld. In 352 is de hoofd-commissie
nog niet vertegenwoordigd, waarvan in Zeeland 25. In ongeveer
100 gemeenten was besloten te collecteren, 38 van deze hadden
de opbrengst barer inzameling reeds overgemaakt. Verre de meesten
echter verklaren eerst dan tot inzameling te zullen overgaan,
wanneer definitief bekend zal zijn uit welke onderdeelen het op
terigten gedenkteeken zal bestaan; men betreurt de overhaasting
van degenen die reeds gecollecteerd hebben, alzoo uit verschil
lende berigten blijkt dat de onzekerheid omtrent de bestemming
der gelden op de mildheid der gevers niet zonder invloed is
geweest. Het bleek dat van 584 commissien, die zich over de
voorstellen hebben verklaard 514 voor de Naald, 322 voor het
Monument, 467 voor de Ambachtschool hebben geadviseerd,;
zoodat niet één voorstel onverdeelde goedkeuring heeft ontmoet..
63 commissien zijn tegen de Naald54 tegen het Monument
107 tegen de Ambachtsschool, maar 159 hebben te kennen gegeven
dat zij alleen dan tot het gedenkteeken kunnen bijdragen wanneer
het voorstel C (de Ambachtsschool) zoo niet uitsluitend, althans
in de eerste plaats deel uitmaakt.
Na eene breedvoerige wisseling van gedachten, waarbij Z. K. H.
bij herhaling het woord voerde, werd met 17 tegen 4 stemmen
beslotendat het opterigten gedenkteeken zal bestaan uit A. Eene
gedenknaald te Scheveningen. B. Een monument te 'sGravenhage.
C. Eene nationale ambachtsschool te Amsterdam.
Ook is besloten omtrent het houden eener algemeene collecte,
dit aan den ijver der plaatselijke commissien overtelaten ten einde
zij de beste middelen kiezen om eene inzameling in haar ressort
te doenen de gemeente-besturen te doen uitnoodigen eene
collecte te doen houden in alle scholen des Rijksten einde het
onderwerp en het feit der feestviering in aandenken bij het op
komend geslacht te doen voortlevenmet het bewustzijn van ook
een penning daartoe te hebben bijgedragen.
Betrekkelijk de godsdienstige viering is besloten, dat Z. M.
de koning eerbiedig zal worden verzocht, de hooge kerkelijke be
sturen der verschillende gezindheden nittenoodigenop den 17
November een plegtigen dank- en bidstond te willen houden,
terwijl tevens de wensch zal worden uitgedrukt, dat bij elk dezer
godsdienst-oefeningen eene bijzondere inzameling zal worden ge
houden ten voordeele van de opterigten gedenkteekenen.
I Tevens is het besluit genomen om een adres aan Z. Ex. den