$emengïte lengten. Brieven uit Zwitserland verzekeren, dat de bekende Italiaansche volksleider Mazzini ernstig ziek ligt te Lugano, zoo zelfs, dat men aan zijn leven wanhoopt. Het hoofd der nationale politie te Warschau heeft eene proclamatie gerigt tot alle leden van dit corps, om, indien zij den moed niet hebben zich als martelaars voor de goede zaak op te offeren en ieder oogenblik bereid te zijn om te sterven, zich dan binnen drie dagen terugtetrekken. Wie na dit tijds verloop niet teruggeweken is, moet op alles voorbereid zijn, hij moet zijne overheden blindelings gehoorzamen, het leven verachten en zich alzoo zonder eenige beperking aan de nationale zaak wijden. De proclamatie eindigt: Dood aan onze vijanden! Het schijnt dat de insurgenten belangrijke gebeurtenissen ver wachten en dat het onderzoek der gewijde plaatsen geenszins met hunne inzigten overeenkomt. Een berigt uit Weenen zegt, dat aldaar eene nieuwe nota van het Engelsche kabinet ontvangen is waarin het denkbeeld wordt aangegeven, om niet langer het regt van Rusland op Polen te erkennen. Rusland heeft, volgens de bewering van het Engelsche kabinet zelf de tractaten van 1815 ter zijde gesteld door de weigering om aan de mogendheden, die deze tractaten gesloten hebben, het regt te ontzeggen van te waken over derzelver uit voering. Het denkbeeld is niet onaardig gevonden, schoon daartegen nog al een en ander met grond te zeggen is. De maatschappij van weldadigheid heeft besloten tot niet eva cuatie van onwerkvatbare gezinnen. Die maatschappij zou zeker eene weldaad bewijzen aan het publiek, als zij de regelen aan wees volgens welke zij woorden fabriceert en nog meer vooral, wanneer zij onze taal niet met dergelijke ont/ehoor-uitdaanhare woorden zocht te bewijzen. Te Scharellbrun in het kanton St. Gallen is eene familie waarin zich negentien zonen bevinden allen kinderen van dezelfde moeder. Zij bewonen allen het ouderlijke huis en vereenigen zich dagelijks aan denzelfden disch. De oudste van hen telt 24 jaren en de jongste is nu één en een halfjaar oud. ln Frankrijk komen de vrouwelijke duels in de mode. Onlangs had er nog een plaats in het bosch van Vincennis tus- schen twee actrices die twist gekregen hadden over Polen. On danks de spoedige tusschenkomst van eenen boschwachter, heeft eene der partijen, eene wond in het aangezigt gekregen. De zer dagen is te Parijs op klaarlichten dag een kind van 3 a 4 jaren gestolen, op den boulevard Tourneaux. Het kind werd weg gevoerd door eene vrouw, die eerst ook nog een ander kind me degenomen haddat zij echter daarna weder terugzond. Men doet alle moeite om het kind op te sporen maar tot hiertoe zijn alle pogingen vruchteloos geweest. De koningin van Portugal is van ecnen prins bevallen. Bij een landbouwer te Zoute- lande heeft eene geit in dit jaar tweemaal jongen tor wereld gebragt, allen volwassen en levend. Maandag werd eene jonge dame in de hoofdkerk te Antwerpen plotseling gearresteerd en naar den commissaris van politie gebragt, die haar echter ter stond weder heeft losgelaten. Een heer dien men in de kerk zijn horlogie ontstolen had, terwijl hij in de nabijheid van de jufvrouw stond, had gemeend, dat zij de schuldige was en op zijne aanwijzing voerde de politie agent eene onschuldige doode- lijk ontsteld mede. Men zegt dat de ouders van het meisje de zaak zullen vervolgen. Een jong meisje te Parijs, van goeden huize vermaakte zich dikwijls met het maken van kunstbloemen en bediende zich daarbij van ouwels van allerhande kleur. Op het punt van in het huwelijk te treden bragt haar aanstaande haar uit Duitschland eene groote hoeveelheid groote in fraaije ouwels mede, om haar daarvan een geschenk te maken. Reeds denzelfden avond zette het meisje zich om daarvan gebruik te maken en aan haren lievelings arbeid werkte zij voort tot in den nacht. Plotseling echter werd zij door hevige pijnen overvallen, die zoodanig toenamendat geen tegengift meer baten kon. Zij stierf na weinige uren lijdens. Het bleek, dat zij, gewoon van tijd tot tijd een ouwel inteslikken, dit ook nu had gedaan en dat de groene en geele ouwels vooral van eene vergiftigde kleur doortrokken waren. De ongelukkige vriend, die ze had aange boden is zóó wanhopend, dat hij reeds poogde zich het leven te benemen. In den Zoölogischen tuin te Frankfort is een fraaije wolf, bekend door zijne goedaardigheid, daar hij zich laat lief kozen en op den kop streelen. Onlangs was een heer, die daarin veel behagen schepte -weder bezig om den wolf te streelen, toen deze eensklaps zich tegen de traliën in postuur zette en den arm van zijnen vriend tot zich trok en in zijn bek verborg. Gedurende twee minuten hield hij zijne prooi vast, die gelukkig zeer bedaard bleef. Toen kwam een wandelaar voorbij, die met eene parapluie den wolf op den kop sloeg, zoo dat deze den arm, die inmiddels door en door gebeten was, los liet. Na onderzoek is gebleken dat de woud, hoe ernstig ook, niet gevaarlijk is. Een koopman te Berlijn kwam dezer dagen van eene langdurige reis in zijne woonplaats terug. Vlak bij de poort moest het rijtuig, waarmee hij van 'tstation kwam, stilhouden voor een lijkstoet. Bekende gezigten onder de den stoet volgende personen meenende te zien, vroeg hij „wie daar begraven werd?" Een onbekende, die zijne vraag opvingnoemde hem den naamzijner vrouw met wie hij eerst sedert een jaar gehuwd was. Hij ont stelde dusdanig, dat hij in het rijtuig dood bleef. In een rij tuig, op een der buitenlandsche spoorwegen, hadden twee heeren en eene damedie ieder afzonderlijk reisden en elkander vol strekt niet kenden, plaats genomen. Onderweg moest men door een tunnel stoomen. Het was donker in het rijtuig. Een der twee heeren, die gezeten was naast de dame, drukt zich op zijne linkerhand een kus, die klonk als een klok, en geeft toen met de regterhand aan den anderen heer, die tegenover hem gezeten was, een oorveeg; waarop deze geheel versuft uitroept: „maar mevrouw, ik heb het niet gedaan Nabij Coniston in Westmoreland is eene moeder met twee harer kinderen aan het gebruik van vergiftigde paddenstoelen overleden. Het aantal familien uit Pruissisch Polen, dat te Weenen de winter komt door brengen, neemt dagelijks toe. De oogst der winter-aardappelen in het Westland is zoo aanzienlijk, dat de beste puikste soorten naau- welijks nu nog de hoogste markt van 1,80 kunnen bedingen. In 1833 betrok de Jockey-club te Parijs eenige kleine ver trekken die telkens door grootere vervangen werden. Jl. Maandag nam zij de prachtige lokalen in gebruik die dhr. Emile Feteire, tegen een huurprijs van 100,000 frs. daarvoor heeft laten inrigten. Verkort verslag van den toestand der Provincie Zeelanddoor Gedeputeerde Staten uitgebragt aan de Provinciale Statenin de Zomerverga dering ran 1863. {Vervolg.) HOOFDSTUK XI. Ter voorziening in een door den aannemer der diligence-dienst tusschen Goes en Middelburg ons medegedeeld bezwaaris de veerweg naar de hulp-aanlegplaats aan de westelijke zijde van Het Sloe met den aanwezigen grind door den onderhouds-aan- nemer verbreed en verbeterd. Aan den veerdam bij Kortgene is alleen het gewone onderhoud verrigt. Het onderhoud der beide laatstgemelde dammen gedurende 1862, werd aanbesteed voor 740. Aan den steiger bij Wolphaartsdijk werd door aanvaring eene geringe schade toegebragt, welke, den toestand van het beschadigde in aanmerking genomenvoor de helft ten koste van de provincie en voor de wederhelft ten koste van de Middelburgsche maatschappij van stoomvaart, werd hersteld. Het onderhoud van de voorschreven aanlegplaats en den daarbij behoorenden veerdam, werd voor 1862, gezamenlijk met i dat van den grindweg loopende van daar naar den rijks-straatweg op Zuid-Bevélandaanbesteed voor eene som van 1700. Het doet ons leed U de beëindiging nog niet te kunnen mededeelen, van de zaak betreflende de inrigting der veerdammen bij Kortgene en bij Wolphaartsdijk tot pontdamnjen, en de over neming der regten op het veer tusschen die gemeenten van ambachtsheerenhetzij bij vrijwilligen afstand op billijke voor waarden, hetzij bij onteigening waartoe ons bjj uw besluit van 5 Julij 1861, n 13, magtiging werd verleend. De briefwis seling met den minister van binnenlandsche zaken, omtrent eene onteigeningwaarvan wij reeds in ons vorig verslag melding maakten is steeds voortgezetdoch nog niet afgeloopen. Laatstelijk verlangde Zijne Excellentie eene volledige geschiedenis der met de eigenaren van het veer gevoerde onderhandelingen ten blijke dat eene redelijke schikking niet mogelijk was, en tevens eene mededeeling welke schikking door ons als aannemelijk werd beschouwd. Den 4 April jongstleden is door ons aan dit verlangen des ministers voldaan door toezending van een uit voerig overzigt der zaak, waarbij wij te kennen gaven, dat naar ons inzien eene finale overdragt (niet tijdelijk, zoo als de ambachtsheeren van Kortgene verlangen,) aannemelijk zou zijn, en wel tegen billijken prijsvoorts dat naar ons oordeel als zoodanig kan worden aangemerkt, eene som van 20 of 25 maal de zuivere jaarlijksche opbrengst van het veer, door ambachts heeren gemiddeld over de laatste 10 of 20 jaren genoten, en waarbij de kosten vars overdragt en overeenkomst voor rekening der provincie zouden kunnen worden genomen. Des ministers antwoord op deze mededeeling zien wij nog te gemoet. Ten aanzien van het kanaal door Zuid-Beveland kunnen wij u het volgende mededeelen, door ons ontleend aan de halfjarige verslagen van de commissie voor de staatsspoorwegen en aan hetgeen wij te dien aanzien van den hoofd-ingenieur van den waterstaat vernamen. Op den 8 en 9 Januarij 1862 werden, krachtens art. 5 van de bij de wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad n". 75), goed gekeurde en in ons vorig verslag vermelde dading, door den hoofd-ingenieur van den waterstaat van den agent derNederlandsche maatschappij tot indijking der op- en aanwassen in de Ooster- Scltelde overgenomen al de reeds uitgevoerde werken aan het kanaal en de daar langs loopende bermslooten, met de daarvoor aangekochte gronden, de huizen daarop staande of ingerigt, en al de materialen en verdere voorwerpen aan voornoemde maat schappij behoorende, benevens de titels en bewijzen van eigendom der voor het kanaal en daarbij behoorende werken aangekochte gronden. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 3