1863. IV0. 65. MAANDAG 24 AUGUSTUS. fffflfltsefi$(i bestuur. Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen, l'rijs per kwartaal 1,95 fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiCn worden a SO et. de regel geplaatst. ton .ia ito .li iiöpi i '-.ijt.' üti n v t Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van V 1-6 regels 1,30, behalve het zegelregt. De inzending van advertentiCn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. afgekeurd hebben (hetgeen nog uit hunne stemming niet met z§- kerheid kan worden afgeleid), dan volgt daaruit niet, dat liet stelsel der 400 anderen bezweken is en allerminst, dat deze 'nu dat der 800 zouden moeten omhelzen. Hangt dan de waarde van een stelsel af van het aantal dergenen, die het tijdelijk voor staan of verwerpen? Moet men voor altijd van zijne politieke overtuiging zwijgen, wanneer voor een oogenblik die van anderen meerdere aanhangers schijnt te tellen? Niemand zal dit aannemen. Maar dan had ook liet Dagblad moeten zwijgen, zoo dikwijls eene politieke keus gedaan was in strijd met zijn stelsel, dan had liet bij onderscheidene stemmingen in de kamers der Staten-Generaal moeten begrijpen, dat zijn stelsel beziceken was en het had daarop niet moeten terugkomennoch dat aan de wereld willen opdrin gen. Wij kunnen begrijpen, dat iets zóó doodend, zóó ongerijmd aangenaam zoude zijn aan eene partij, die slechts aan eigen on feilbaarheid gelooft en geenc concurrentie duldt, maar wat werd er van het politieke leven, indien zulk eene monsterleer ingang mogt vinden? Het Dagblad haalt het. voorbeeld aan van den heer Thorbecke, met wiens val zijn geheelc stelsel bezwijken zou. Maar wij meenen, dat hier de ervaring het tegenovergestelde leert. Want moge het ook gelukt zijn om het stelsel van dien minister zoo te bestrijden, dat het voor eenen tijd wijken moest voor wat anders, lis niet alleen krachtiger te voorschijn getreden, maar eene betere overtuiging heeft op menige plaats de meerderheid daarvoor ge wonnen en de tegenstanders hebben het moeten erkennen, dat het bezweken stelsel noodzakelijk, geworden was al noemden zij het in hunnen spijt ook, een noodzakelijk kwaad. Wij hebben zóó schrijvende het oog op de algemeene beginse len die het Dagblad voorstaat en inprenten wil. Indien wij wilden nagaan hoe het daarmede omspringt, als het de Haagsche kiezers geldt, dan zouden wij menige inconsequentie kunnen aan wijzen. Zoo bijv. trekt het de aandacht, dat vóór weinige weken de rijpheid der Hagenaars voor de regtstreeksche verkiezingen in verheven uitboezemingen werd vermeldterwijl nu het Dagblad zich alle moeite geeft om die rijpe kiezers den weg te wijzen, in artikelen als altijd door lengte en woordenrijkheid verdienste lijk die intusschen getuigen van zijnen inweudigen angst, dat de heer Janssens zal gekozen worden. Waarlijk indien de argu menten van het Dagblad op de Haagsche kiezers indruk maakten, zouden wij zé rijp achten voor geheel iets andersdan voor dë uitoefening van het kiesregt-; doch ook wanneer het Dagblad overtuigd isop die wijze de meerderheid der kiezers op zijne hand te krijgen dan kunnen de goede Hagenaars het van nu af aan er voor houden dat het met hunne rijpheid zal gaanah met de Eerste Kamer, die vóór de behandeling der koloniale be grooting op allerlei wijze gevleid werd en in de hoogte gestoken, doch zoodra de stemming tegen den zin der oppositie was uit gevallen, in de grofste termen werd verguisd en dood verklaard. Wij zouden verder kunnen aanteekenen dat nu gezegd wordt het was geen strijd tegen den persoon van den heer J.terwijl de persoonlijkheid van dien kandidaat in n180 en no. 198 vrij vinnig wordt gehekeld. Maar 'twas ons alleen te doen om de aandacht daarop te vestigen, dat het Dagblad in zijnen ijver de regteu der minderheid niet alleen, maar het heilig regt van iede- reu kiezer geweld aandoet. Ten slotte vestigen wij nog de aan dacht van het ounoemelijk getal lezers van het Dagblad daarop, dat daarin beleden wordtdat de natie een souverein regt heeft om door de stembus uitspraak te doen over regeringsbeginselen, 't Klinkt, dunkt ons, wel wat ketterscli in het conservatieve oor, dat souve rein e regt der natie. Het Dagblad was met die leer niet inge nomen toen het bij de laatste verkiezing voor de Tweede Kamer te Zierikzee de uitspraak der stembus slechts noode eerbiedigde. Zou het Dagblad, dachten wij een oogenblik, zijne lezers willen verschalken en ze tot de erkentenis van souvereine volksregteu willen brengen onder den schijn van eene andere souvereiniteit te huldigen Doch wie zou dat van het Dagblad kunnen ver wachten. Wij hooren daarin immers de stem van den zich immer gelijk blijvenden behoudsmandie nooit transigeertnooit be- ^el$Loiaca.33a.^.ls.i3a@r. De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: Dat het kohier van het PATENTREGT voor deze gemeente, tweede gedeelte van het dienstjaar 1863—1864, bekleed met alle for maliteiten bij de wet gevorderd, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen, binnen deze gemeente. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 23 Augustus 1863. M. P. BLAAUBEEN, Wij hebben onlangs de verkiezing van leden voor den gemeente raad ter sprake gebragt, (N". 61) naar aanleiding van het gebeurde te 'sGravenhage, waar de kandidaat der vrijzinnige partij, bij de herstemmingdoor eene groote meerderheid van de opgekomen Kiezers ter zijde werd gesteld. Tengevolge van het bedanken van den toen gekozenen zal nu eene nieuwe keus moeten gedaan wor den en rust men zich tot nieuwen strijd toe. Het liet zich wachten dat het Dagblad zich in dien strijd mengen zou, maar niemand zeker had gedacht, dat men daarin redeneringen lezen zou, als onder anderen in N 195 worden gevonden. Wij meenen daarop opmerkzaam te moeten maken, omdat de leerstellingen van het Dagblad een heilig regt aanranden hoe ook de schijn aange nomen worde, dat men dat regt verdedigen wil. De heer Janssens heeft bij de laatste stemming 418 steramen bekomen, terwijl de heer Rarseboora gekozen werd met 804 stem men. De laatste bedankte. De eerste wordt nu door zijne partij weder als kandidaat gesteld en neemt die kandidatuur aan. Dit heet eene openlijke bespotting en miskenning van het regt om vrijelijk ie kiezen. Wij veroorlooven ons echter de vraag: of het regt om vrijelijk te kiezen aan alle kiezers of slechts aan eene enkele partij toekomt? In het eerste geval, dat naar onze bescheidene meening alleen waar kan zijn, zal het wel niemand ten kwade kunnen geduid worden, dat hij dien persoon op den voorgrond blijft stellen, dien hij wenseht gekozen te zien, al wordt diens kandidatuur door anderen voor monsterachtig en onbeschaamd uitgekreten. Is de keuze vrij, dan wordt zij nimmer belemmerd door liet aantal van hen die eene andere keus doen. Is de keus eene vrucht van een be ginsel dan kan zij zich geen geweld laten aandoen door de meer dere voorstanders van eene andere of tegengestelde. Als A. lijn- regt tegenover B staat met zijne keus, en daaraan getrouw blijft, dan zien wij niet, dat hij daardoor eenig geweld aandoet of het regt van anderen bespot. Volgens de leer van het Dagblad zou men zijne overtuiging moeten prijs gevenwanneer een grooter aantal voor eene andere stemt. Het zou driestheid zijn, zich gelijk te blijven en daarentegen brengt de eerbiediging van bet heilig ver- kiezingsregt mede, dat men zijne beginselen en zijnen kandidaat eenvoudig laat varen, wanneer anderen zieh daarmede niet ver- eënigen. Iedereen gevoelt, dat cijfers hier even weinig afdoen als groote woorden en plegtige verzekeringen, en dat het Dagblad eigenlijk niet anders doet, dan hetgeen het in anderen berispt, dat het dwingen wil en daarom de kiezers wijs maakt, dat ze gedwongen worden. Daarom wordt de eigenliefde der kiezers opgewekt door de bewering, dat men hen dwingen wil den heer Janssens te kiezen tegen hunne overtuiging, in plaats van het bewijs te leveren, dat de heer Janssens om zijne politieke rigting of om mindere bekwaamheid, of om andere redenen niet moet gekozen worden. Het goed regt der 400 kiezers wordt eenvou dig weggeredeneerd, omdat men er 800 bijeengebragt heeft, die anders stemden. De logica van het Dagblad is geene andere dan deze: 3 is meer dan 1, ergo is i 0Zie daar de vrijheid zoo als die door het Dagblad wordt begrepen. Niet minder vreemd, vooral in den mond van het Dagblad, is de bewijsvoering, dat, wanneer de verkiezingstrijd een strijd voor beginselen is, de zegepraal van het eene stelsel de val van het andere zoude wezen en wel in dier voege, dat het gevallene vol strekt niet meer zou mogen opstaan. Aangenomen, dat de 800 ginselen verloochent, en die zeker als hij van behoud spreekt altijd Haagsche kiezers het stelsel door den heer Janssens voorgestaan het laatst aan zelfbehoud deukt!

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1