DONDERDAG 30 JD1IJ.
1863. IN0. 58.
56>te Jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Daan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. 1,90.
Gewone advertentlën worden a ZO cl. dé
regel geplaatst.
Geboorte-, 'huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels f l,ZObehalve het zegelregt,
De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
G-ëmeente-raad. to Goes,
TEN RAADHÜIZE ALDAAR,
OP VRIJDAG DEN 31 JU LIJ 1863,
DES NAMIDDAGS TEN 7 ERE.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Voorstel in verband met de vermindering van den prijs van
het gaz.
3. Afstand grond in erfpacht.
4. Verzoek tot het rooijen van boomen bij de steenbakkerij.
5. Benoeming hoofd-onderwijzer op de franscbe jongensschool.
OPPOSITIE.
Oppositie op politiek gebied is even nuttig als natuurlijk. Het
verschil van rigting, de strijd der meeningen leiden aan de eene
en andere zijde tot onderzoek en brengen langs dien weg- tot
helderheid van inzigt, tot vastheid van overtuiging. De oppositie
is voor een gouvernement eene leerschoolwaaruit het dikwijls
meer licht ontleent dan uit al de wenken van deszelfs geestver
wanten. Zij is voor de bestuurders tegelijk een toetsteen van de
beginselen die zij belijdenen van de gedragslijn die zij zich
hebben afgebakend. Zij is voor het volk een waarborg tegen die
eenzijdigheid, die zoo ligt de gewenschte werking der beste theo-
rien in den weg staattegen de onverschilligheid en zorgeloos
heid die doodend voor ontwikkeling is, tegen eene onbedachtzame
staatkunde en onbekookte ideën. Maar zal zij beantwoorden aan
de hooge eu veel beteekenende roeping, die zij te vervullen heeft,
dan moet zij niet afdalen tot het bestrijden van elke regerings
daad, wanneer die niet met hare inzigten strookt; dan moet zij zaken
en beginselen, maar geene personen alleen tot het onderwerp harer
beschouwingen maken dan moet zij eerlijk en loijaal den kamp
voor hare meeniug volhouden; dan mag zij haar stelsel, mits met
redenen omkleed, boven dat van anderen aanprijzen; maar zij mag
zich niet verlagen om de dienares van persoonlijke inzigten te zijn,
en kan zij soms niet vreemd blijven aan eenige animositeit, zij ver
liest haar prestige als zij zich door lage hartstogt laat medeslepen.
Geldt dat alles van de oppositie in het algemeen, het is ook
van toepassing op die, welke door de journalistiek wordt ge
voerd. Zoowel de bladen die een ministerie bestrijden, als die welke
het steunenhebben eene te gewigtige taak, dan dat zij een oogen-
blik zouden mogen vergetenwat daarbij besturen moet. De oppo
sitie, die slechts bedoelt een ministerie te doen vallen, minder
om hare beginselen dan om hare personen aan het roer te bren
gen, gaat niet uit van behartiging van volksbelang, maar zoekt
slechts eigen eer eu voordeel ten koste zelfs van dit belang, dat
het voorgeeft te dienen. Gebruikt zij daartoe het middel van
verdachtmakingstelt zij daartoe regeringsdaden in een valsch
licht, dan treft haar wel de billijke verachting van velen, maar
het is niet te ontkennendat velen ook door haar op een dwaal
spoor worden gebragt en medewerken aan hetgeen zij ten slotte
moeten betreuren. Men heeft daarom, wel te onderscheiden tus-
schen de oppositie die sloopen wil ten eigen bate en die opbouwen
wil in het algemeen belang.
Met het oog daarop kunnen wij er niet genoeg op wijzen, dat
in onzen tijd eene oppositie door een enkel dagblad wordt ge
voerd, dat naar eigen verzekering grooten invloed uitoefent en
dat daarom in bedoeling eu strekking regt dient gekend te wor
den. Het staat genoegzaam alleen onder eene menigte bladen
van tegengestelde rigting, maar al de kracht der oppositie schijnt
zich ook in dat blad te concentreren. Het is onmiskenbaar dat
het met talent geschreven wordt, schoon het somwijlen door on
beduidendheid van argumenten, en bij geheel gemis van dezen,
door flaauwe redeneringen den tegenstander een glimlach afdwingt
en den geestverwant moet doen blozen. Die oppositie laat zioh
herhaaldelijk in met personaliteiten, die door de opgewonden
stemming van sommige partijgangers mogen worden goedgekeurd,
maar die de kalme toeschouwers met afkeuring bejegenen. Wij
willen intussehen aannemen, dat zulk een oppositieblad, juist
omdat het met tact en geslepenheid zijne drogredenen debiteert,
juist omdat het gebruik zoekt te maken van een menschelijk zwak,
bij velen ingang vindt en met goedkeuring, ja zelfs met toejui
ching wordt gelezen; maar het is even zeer dat wat ons dringt,
niet om even partijdig te zeggen: „luistert naar ons en laat
genen los;" veel meer om het bij herhaling te herinneren: „wikt
en weegt, eer gij oordeelt!"
Artikelen waarin personen, dagbladen, op zich zelf staande feiten
enz., worden over den hekel gehaald vinden altijd gretig lezers en
zelfs degenen, die geheel laauw en onverschillig, volstrekt geene partij
kiezen, vinden dat alles soms fiks of aardig gezegdMen berekent
Échter daarbij niet, hoe daardoor het eigen oordeel partijdig wordt
en geenerlei goede vrucht voor het algemeen belang wordt verkregen.
Een groot deel der dagbladlezers neemt de voorstellingen, zooals
ze daar nedergesteld zijn onvoorwaardelijk aan, en wij gelooven
geen onregt te doen als wij zeggendat er aan de eene en de
andere kant staan, die slechts volgen, zonder eigenlijk noch den
weg noch het doel waarhenen die voert te kennen. Daarom is
het pligt om te waarschuwen en daarop opmerkzaam te maken
dat oppositie die nuttig werken zalwat anders moet zijn, dan
schelden onder den naam van waarheid spreken en lasteren in
den vorm van ernstig redeneren. De ware oppositie stelt niet
hare beginselen als onfeilbaar op den voorgrond, maar ontwikkelt
ze en wekt tot hare vergelijking en toetsing op. Zij onthoudt zich
van insinuatieen bevordert een vrij en onafhankelijk oordeel.
En al gelooft zij voor zich zelve, dat in hare rigting alleen de weg
tot vestiging van volksgeluk is gelegenzij eerbiedigt de over
tuiging, die even ernstig als zij het goede wil en aanspraak maken
mag, op even onpartijdig onderzoek en even billijke beoordeeling.
Van dat standpunt wijzen wij bij herhaling naar het oppositie
blad, dat ons toevoegt: „gij schreeuwt," maar dat den mond nog
veel wijder openzetom dat woord te doen hooren en niet één
bewijs aanvoert voor de stelling die bet los weg daar neder schrijft.
Voor ons zeiven overtuigd, dat wij in onzen kring, zooveel mogelijk
het goede trachten te bevorderen, geven wij gaarne plaats aan hen,
die bij gelijke overtuiging tegen ons overstaan, en veroordeelen
niet alles wat een tegenstander zegt, omdat hij het zegt, maar
worden er slechts door geleid tot nader onderzoek en ernstiger
beproeving van onze politieke beginselen. Indien het oppositie
blad eerlijkheid en regtvaardigheid in zijne banier had geschreven,
wij zouden met het oog daarop onze lezers telkens henen wijzen
naar bet audi et alteram partem. Maar tot hiertoe konden wij niet
anders dan op de oneerlijke en partijdige middelen wijzen, waarvan
het zich bedient, en het betreuren, dat politieke talenten worden mis
bruikt om eene onhoudbare zaak te verdedigen. De kleinere pers heeft
nimmer dat voorbeeld gevolgd, hoe ook uitgelokt en voorgegaan
door dengenen, die zich de groote pers bij uitnemendheid noemt.
Zij zal ook van dezen weg niet afwijken. Zoowel de gebreken als
de deugden van anderen zijn bakens op onzen weg. En als wij
rustig voortgaan, om ons te opponeren tegen hetgeen geene oppositie
heeten mag, dan houden wij ons verzekerd, dat schoon klein