kiiFsye reeniging
REGT."
M''M. P. Blaaubeen.
W. G-. de Knokke van der Meulen.
O. Pilaar.
D" K. Broes van Dort.
Want óp het punt van betalen, (vooral van belastinge'n)vóór
zoo verre men er niet tóe verpligt is, zijn verre wegde meesten
tamejijk afkeerig. Maar er is nog meer: wanneer men in aan
merking neemt, dat er eene zekere som noodig is om de gemeente-
uitgaven te bestrijden, dat die som bij wijze van belasting onder
den naam van hoofdelijken omslag over de gezamentlijke inge
zetenen der gemeente naar evenredigheid van hun vermogen of
inkomennaar het beste weten van den Gemeente-raad wordt
geheven, dat die som in zijn geheel wordt beraamd en omge
slagen alvorens er afschrijving wordt verleend en er nu na de
verleende afschrijving aan den Heer SAAIJMANS VADER en
zoo vele anderen, toch door de overige ingezetenen der gemeente
geen cent meer wordt betaald dan waarvoor zij primitief waren
aangeslagen, wat heeft de steller in de vorige Goesscke Courant
zich dan over onbillijkheid van den Heer VADER te beklagen.
Wij hebben nog eene vraag: Is de Heer SAAIJMANS VADER
als lid van den Gemeente-raad eerlijk geweest in het bespreken
van de belangen der gemeente, heeft hij wanneer hij de raads
vergaderingen bijwoonde ja en amen gezegd of is hij altijd rid
derlijk voor zijn gevoelen uitgekomen, zelfs dan wanneer zijne
zienswijze niet door de overige raadsleden werd gedeeld? Het
antwoord is niet twijfelachtig, immers de Heer VADER sprak
altijd onbevangen en ruiterlijk zijn gevoelen uit. Wij vragen
dan al verder: waarom dan zulk een raadslid nu zijne stem ge
weigerd en vervangen door iemand als de Heer van DORT, die
op verre na niet zoo onafhankelijk is en van wien wij nog altijd
moeten afwachten of hij de belangen der gemeente even goed,
laat staan, zooveel meer zal behartigen, als de Heer VADER
dat steeds heeft gedaan, wij voor ons ten minste gevoelen geene
roeping noch vrijheid, om onze stem te geven aan iemand, wiens
bekwaamheden als toekomstig raadslid wij volstrekt nog niet ken
nen, terwijl wij van den Heer SAAIJMANS VADER met stel
lige zekerheid weten, dat hij is een onafhankelijk en eerlijk man,
dien wij als zoodanig dus met gerustheid aan onze medekiezers
blijven aanbevelen en niet de Heer van DORT.
De Heer SAAIJMANS VADER heeft even als vele anderen
afschrijving gevraagd van een gedeelte hoofdelijken omslag, omdat
de gemeente-wet er hem vrijheid toe gaf, maar de Heer van DORT
was in den hoofdelijken omslag vroeger aangeslagen voor 90
terwijl hij nu slechts 65 betaald, is die vermindering nu een
gevolg geweest van eene klagte des Heeren van DORT, dat hij
meende te veel te betalen of is zijn aanslag verminderd om hem
met den Heer SAAIJMANS VADER gelijk te doen deelen in
dat voorregt van verminderde betaling, wij weten het niet, doch
dat weten wij wél, dat de inkomsten des Heeren van DORT
niet verminderd zijn, maar wel vermeerderd, onder anderen is
den Heer van DORT sedert het overlijden van Dr. van den
BOSCH ook opgedragen de behandeling der leden van het Zie
kenfonds te Wilhelininadorp, hetgeen eene niet onaardige som
afwerpt, zoodat de inzender zich even goed zou hebben kunnen
beklagen, dat de Heer van DORT te weinig hoofdgeld betaald,
doch het zou eene dwaasheid zijn even als het eene dwaasheid
is zich uitsluitend ten aanzien van den Heer VADER daarover
te beklagen.
Wij hebben nog eene opmerkingzij is dezein de Kies -
vereenigihg Aan allen regt" is de heer van DORT als kandidaat
voor den Gemeente-raad gesteld in plaats van den heer Saaijmans
Vaderblijkens eene aankondiging in de Goesscke Courant van
jl. Maandagdoch welk gewigt moet of kan men hechten aan
eene aanbeveling van eene vergadering die slechts uit zeven of
acht kiezers bestond, terwijl de heer van DORT bovendien nog
niet eens al de stemmen van die zeven kiezers op zich vereenigde,
zulk eene aanbeveling en dan nog wel van éene Kiesvereeniging
is vrij zwak.
De inzender van het stuk in de vorige Goesscke Courant,
neemt daartoe aanleiding uit een oud couranten-artikel van 1859,
wij willen aanleiding nemen uit een oud couranten-artikel om
ons stuk te besluiten het is ditin de Goesscke Courant van
Donderdag 20 Maart 1862, no. 23, vinden wij eene advertentie
van den heer van DORTwaarin hij aan de kiezers onder
anderen mededeeld dat hij de benoeming tot lid van den gemeente
raad slechts zou willen te danken hebben aan eene vrije en
zonder kunstmiddelen verworven volkskeuze. Onzes bedunkens dus
zal en moet de heer van DORT wanneer hij werkelijk tot lid
van den Gemeente-raad werd verkozen, stellig voor die benoeming
bedanken, ten minste wanneer hij zich gelijk blijft, want wij
zijn het volkomen met hem eens iedere benoeming moet vrij zijn
van pressie, zoodat wij gelooven dat de inzender van het stuk
in de vorige Goesscke Courant gehandeld heeft tegen den geest
en bedoeling van den heer van DORT.
C i.' i' Y rt.-i
Wij blijven dus als leden voor den Gemeente-raad aanbevelen,
de heeren:
Mr. M. F. BLAAUBEER.
P. H, SAAIJMANS VADER.
C. PILAAR.
W. G. DE KROKKE VAR DER MEULER.
Goes, 15 Julij 1863.
EENIGE KIEZERS.
Aan den ongenoemden schrijver van eene korte opmerking voor
de kiezers te Goes, geplaatst in de Stads Courant van 13
dezer, strekke het navolgende ter beantwoording
dat de ondergeteekende nimmer de betrekking van lid van den
Gemeente-Raad heeft gezocht, maar uit pligt bezef, toen de stem
zijner medeburgers hem hiertoe riep, zich die betrekking heeft laten
welgevallen, die hij volgaarne aan iemand anders zal zien over
gaanwanneer de keus zijner medeburgers een meer waardig
persoon tot die betrekking mogt gelieven te bestemmen
dat overigens wat betreft den druk van de in onze gemeente
gekeven wordenden hoofdelijken omslag, naar aanleiding waarvan, de
ongenoemde schrijver eene aantijging van baatzuchtigheid aan
den ondergeteekenden gemeend heeft te mogen toevoegen hij zich
verpligt achtvoor zoover zulks den schrijver onbekend mogt
zijn, het navolgende aantevoeren, dat; wel verre van immer te
hebben medegewerkttot het invoeren dier belastinghij inte
gendeel zich steeds tegen deze wijze van heffing heeft verklaard,
zoo als schrijver zich hiervan kan vergewissen door de nalezing
van de destijds gevoerde debatten in den Gemeente-Raad, waarbij
de ondergeteekende steeds heeft getracht die invoering te voor
komen, door te wijzen op de hoogst verderfelijke gevolgen, welke,
naar zijne meening, deze wijze van heffing, vooral met het oog
op de toekomst der Gemeente, noodwendig met zich zoude voeren.
Dat nu na zoodanig geuite denkwijs ondergeteekendeeven als
zijne medeburgers, met hun in gelijke omstandigheden verkeerende,
gebruikt maakt van eene bevoegdheid welke de wet hem toekent,
zal wel niemand, die eenige aanspraak op wetkennis bezit, met
de benaming van ontduiking van belasting durven bestempelen;
terwijl voorts, voor zooveel noodig, de ondergeteekende nog
dit in herinnering vermeent te mogen brengen dat eerst, van de
door de wet toegekende bevoegdheid, door hem gebruik is. ge
maakt, toen men heeft kunnen goedvinden, dermate zijnen aan
slag optevoerendat hij gewisselijk van het regt tot reclame
zoude hebben gebruik gemaakt, had de wet hem geen ander middel aan
de hand gegeven, het effect van zijnen aanslag te doen verminderen.
Wat overigens betreft de wijs waarop door den ondergeteekenden
zijne roeping als raadslid vervuld wordt, onderwerpt hij zich
gaarne aan het oordeel zijner medeledenonder herhaling der
betuiging dat het hem leed zoude doen langer de betrekking
van raadslid te blijven bekleeden wanneer men mogt vermeenen,
dat de belangens der Burgerij beter aan andere handen waren
toebetrouwd. Mr. p. h. SAAIJMANS VADER.
Deze vereeniging stelt tot candidaten bij de aanstaande ver
kiezing voor leden van den Gemeente-Raad te Goes, de heeren;
Mr. MARTIRUS PIETER BLAAUBEEN.
Mr. WJJRARD G. DE KROKKE YAR DER MEULER.
COKRELIS PIEAAR,
Dr. KAKEL BROES TAR DORT.
Goes, 13 Julij 1863. Namens het bestuur,
J. L. H. LIEBERT, adv.
Eenige Kiezers hebben met genoegen in de Goesscke Courant
van jl. maandag geziendat eene andere kandidatuur wordt
gesteld tegen over die van den heer mr. SAAIJMANS VADER.
Zij beamen volkomen het daar aangevoerde, dat men niet in den
raad brengen moet, de zoodanigen, die zich aan zijne zittingen
zoo menigvuldig onttrekken en enkel voor zich zeiven en hun
genot leven. Oök keuren zij het af, dat zulken gekozen wor-
'den, die de eerste zijn om zich te onttrekken aan de werking
van besluiten door het collegie, waartoe zij behooren, genomen.
Zij vereenigen zich daarom geheel met de keuze van iemand, die
het geheele jaar door in de stad werkzaam is, die een stand
vertegenwoordigen zal in den raad, die nu daarin geen verte
genwoordiger heeft en die bij de beraadslagingen over gezondheids
maatregelen daar niet mag gemist worden.
Zij zullen dus ook hunne stem uitbrengen op de heeren:
GOES. Drukkerij van E. KLEEUWENS ZOON.