-'V
"w. v
ons dus niet tot eene hatelijke analyse der stemmen, tot een
eenzijdig oordeel over de stemmenden. Liever brengen wij hulde
aan den edelen zin onzer vertegenwoordigers en hulde aan het
talent van den minister, die zï^i'verre verheven kan achten boven
de aanmerkingen dép' vitzucht èn der'gekrenkte eigenliefdeboven
de personaliteiten die zoo luide spreken van de zwakheid zijner
tegenpartij. En alles lost zich bij ons op in hartelijke blijdschap,
dat er eene belangrijke schrede voorwaarts is gedaan op den vrij
zinnig constitutionelen weg, eene schrede die te meer beteekenis
heeft, omdat zij te midden van een vijandig vuur is gezet, en
omdat zij nader brengt aan eene toekomstdie de beste bescha
ming zal wezen van hen, die geene middelen hebben ontzien, om
den vooruitgang te beletten en zich zelven in de plaats te stellen
van de waarachtige vrienden des vaderlands.
{Per TelegraafDe Eerste Kamer heeft heden de wetsontwerpen
betrelfende de particuliere exploitatie der staatsspoorwegen aan
genomen met algemeene stemmen, evenzoo de wet omtrent de
verbetering van den suiker-accijns. Morgen zal de kamer eenige
ondergeschikte onderwerpen in behandeling nemen en Zaturdag
beraadslagen over de Indische spoorwegen en detractaten met Belgie.
De Tweede Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden,
nadat zij eenige ontwerpen van onderscheiden belang had aan
genomen en nadat weder een aantal leden zich reeds verwijderd
had zonder aftewachtenwat misschien in 's landsbelang zou te
doen zijn.
Hoe spitsvondig en schijnbaar overtuigend de redeneringen van
het Dagblad warenover de Eerste Kamer en hare positie tegen
over de begrootingswet van het departement van koloniën het
blijkt nu toch wel voor aller oogen, dat het zijne partij daarmede
eene slechte dienst beweesdat het ons hoogste staatsligchaam
deerlijk heeft gecompromitteerd en zich zelven te gelijk belagchelijk
maakte. Beeds vroeger (n 48) hebben wij er op gewezen hoe weinig
benijdenswaardig de positie van het Dagblad zoude zijn wanneer
na al zijn geschrijf de begrootingswet door de beide kamers werd
aangenomen. Het is intusschen voortgegaan met schrijven; nu eens
dat de Eerste kamer moest, dan weder dat zij zou weigeren deze be
grooting te bekrachtigen. De uitgebreide artikelendie het in
den loop dezer maand gaf over dit onderwerp bewijzen voldoende
wat het Dagblad en zijne partij bedoelde en wenschte. De eerste
redevoeringen die in de kamer werden uitgesproken tegen de be
grooting en meer nog tegen den minister en zijn stelsel gerigt,
maakten hem stouter in zijn spreken en scheen grond te geven
aan zijne lioöp. Maar de hoop heeft gefaald en het is thans het
oogenblik om nog eens een terug blik te slaan en uit de eigen
woorden van het Dagblad deszelfs veroordeeling op te maken.
In zijn u". van 5 Junij schrijft hijna de aanneming dier zelfde
begrooting door de Tweede Kamer: „het doodvonnis is uitgesproken
over het koloniaal stelsel van het ministerie en de overgroot?,
meerderheid van de Eerste Kamer zal de bekrachtiging daarvan
niet weigerend' Op 16 Junij nog verzekerde het „dal de natie
niet anders verwachten kon dan herhaling door de Eerste Kamer
van hare afkeuring van de koloniale regtringsbeginselen van het
gansche kabinet," die afkeuring was onvermijdelijk met het oog
op het karakter en de persoonlijke waardigheid der leden op de
handhaving van de regten en den grondwettig en invloed der Eerste
Kamer en met het oog op de hoogste belangen van het vaderland
„Verwerping der begrootingzoo herhaalde hij nog eens 18 Junij,
„is voor de Eerste Kamer het eenig afdoend middel, geschikt en in
staat om, alle eventualiteiten te voorkomen en voor goed een einde
te maken aan den strijd over de koloniale quaestie." In hetzelfde
n lezen wijalleen door die verwerping kunnen de belangen van
het vaderland op allezins doeltreffende wijs gered worden." Nog
gisteren schreef het: indien de Eerste Kamer de begrooting aan
neemt en een zelfmoord begaat, dan zal deze „een der grondzuilen
van onze staatsinstellingen doen omverwerpen en in haren val mede
slepen zoowel het hechtste bohoerk van den Troon tegen de volks-
hartstogten als het welzijn en de toekomst van het ons dierbare
vaderlandWij zouden deze citaten met nog vele anderen kunnen
vermeerderenmaar wij willen daarvoor geene meerdere ruimte
innemen. Wij herinneren dat alles ook niet, om te polemiseren
met het Dagbladmaar wij releveren dit alleen om te doen uit
komen, hoe weinig waarde men hechten kan aan de groote woor
den eener partij, die door de meerderheid in de kamers en in den
lande veroordeeld, op zulke wijze alles prijs geeft om hare denk
beelden aan den man te brengen. Zoolang men nog meende te
kunnen hopensprak men uit de hoogte, om zich den weg te
banen tot den triomfalen uitroepwij hebben gelijk gebad tot
de apotheose van de Eerste Kamer, maar juist daardoor is de
uitkomst zóó vernederend zóó beschamendmaar ook zóó leer
zaam. De natie kan het nu zien, dat men met die groote woorden
de argloozen om den tuin wilde leiden, dat men haar ten onregte
opdrongdat de meerderheid in onze kamers het ministerie even
zoo kwalijk gezind is, als het Dagblad dat zegt te zijn. En hoe
men het nu ook zoeke te plooijenwelke kunstgrepen er bij de
hand zijn om eene niet al te schandelijke retraite te maken, één
van beiden is waar of de Eerste Kamer handelde in strijd met
's lands belang, of zij die dit alzoo voorstelden speelden een ver
achtelijk spelzij bragten havtstogten in beweging en lokten tot
allerlei hatelijke oordeelvellingen uit, en het gevolg van dat alles
is: zij raapten zelve de steenen op, die thans verpletterend moeten
nedervallen op hen, die men den schijn had te verdedigen.
Meermalen heeft het N. H. Dagblad gezegd: de kamer zal eene
zelfmoord begaan, wanneer zij dit of dat wetsontwerp aanneemt.
Gisteren nog herhaalde het zulks en zeide op hoogen toon, „als
de Eerste Kamer niet vasthoudt aan het beginsel dat thans een
ander stelsel aan het bewind moet komen, dan begaat zij een
zelfmoord." Thans heeft die zelfmoord plaats gehad en voor het
Dagblad bestaat er dus geene Eerste Kamer meer. Als het zich
zelven gelijk wil blijven, gesteld dat men van den jongen Ha
genaar zulks verwachten kon, dan kan het de zelf moordenares
verfoeijen of met medelijden beschouwenhet kan jammeren over
den ondergang van het bolwerk van den troon, maar zoo het
nog eenige notitie neemt van hetgeen verder door de kamer wordt
verrigt, het kan geene waarde hechten aan hare uitspraken en
besluiten, en het zal zich moeten onthouden van den eenigen troost
die anders nog bij treurige verliezen overblijft, om namelijk van
de dooden niet anders dan goed te spreken.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een adres van vier-en-
twintig Nederlanders te St. Petersburg wonende, die de inmen
ging der mogendheden in de zaak van den Poolschen opstand
afkeuren, die wenschen, dat de kamer den minister van buiten
landsche zaken niet verder steune in zijne rigting ten aanzien der
Poolsche aangelegenheden, die deze rigting noch eervol, noch
nationaalnoch in het belang des lands achten; en die beweren,
dat Busland geen barbaarsch land is en dat de Poolsche opstand
in beginsel en strekking noodlottig moet worden geacht. De
kamer zou, ten aanzien van dit stuk, spoedig overgegaan zijn
tot de orde van den dag, indien niet dhr Groen dit had
vertraagd door zijn voorstel om het adres ter griffie nederteleg-
gen. Eene groote meerderheid heeft echter beslist, dat men de
conclusie der commissie zoude aannemen en er verder geen acht
op slaan. Het is vreemd, dat dit adres komt, nadat men in
Petersburg lang en breed weten kandat de kamer reeds ten
voordeele van de handeling van den minister had beslist, en dat
er geene sprake van isom vooreerst nadere demonstratien te
doen. Het is vreemd, dat het N. Haagsehe Dagblad zich voor
dat adres zoozeer interesseert en reeds dadelijk, toen slechts de aan
hef van het adres gelezen was, van deze zaak gebruik maakte
om hatelijke gevolgtrekkingen uittelokken. Het is vreemder nog,
dat eenige Nederlanders ongeroepen optreden, om in strijd met
gansch Europa den Poolschen opstand onbepaald aftekeuren. Maar
die bevreemding wijkt, als men zich herinnert, hoe het Dagblad,
nog vóór de interpellatie Groen in de wereld kwam, verklaarde
ingelicht te zijn, omtrent het antwoord van prins Gortschakoff;
hoe het juist er op aangedrongen heeft, dat men de handelwijze
van onzen minister van buitenlandsche zaken zoude afkeuren. Er is
tusschen die vier-en-twintig Bussische Nederlanders en het Dag
blad eene zoo wondere sympathie, dat men onwillekeurig denkt
aan de nog niet vervulde profetie, dat er buiten de kamer eene
kreet van verontwaardiging over den heer de Sombreff zou opgaan.
Blijkens kennisgeving van den commissaris des konings in
deze provincieis de opening der jagt op waterwild bepaald
op Woensdag 15 Julij aanstaande.
De minister van binnenlandsche zaken heeft bekend gemaakt,
dat, te rekenen van 10 dezer het rijks-telegraafkantoor te
Zierikzeeop werkdagen van 9 ure voor- tot 2 uren namid
dags en van 4 tot 7 ure namiddags zal geopend zijn. De dienst
uren op zon- en feestdagen blijven onveranderd.
Bij de herbesteding van het maken der havendammen en bui
tenhaven aan den Zuidelijken mond van het kanaal door dit ei
land te Hansweert, bleek de minste inschrijver de heer D. Volker,
te Dordrecht, voor 344,000.
Bij gelegenheid dat de stoomboot Telegraaf, Zondag eene plei-
ziertogt maakte van Antwerpen naar Bath en eenige passagiers
met rijtuig een uitstap deden door Zuid-Beveland, is het rijtuig
omgeslagen. De heeren zijn er tamelijk wel afgekomenmaar
vier dames, die in het rijtuig gezeten waren, werden nog al be
langrijk gek vetst, zoodat zij de reis naar Antwerpen niet terstond
hebben kunnen ondernemen. De stoomboot is den volgenden
morgen terug gekomen o.n de gekwetsten af te halen.
Het landhuishoudkundig congres, in de vorige week te Leeu
warden gehoudenheeft zich overeenkomstig den uitgedrukten
wensoh van de Zeeuwsche maatschappij van landbouw met een
adres tot den koning gewendten einde vrijdom te verkrijgen
van zegel- en registratie-regten bij afkoop van tienden of der-
zelver verwisseling in grondrenten. De zaak alzoo door velen
in den lande ondersteund, moge eenen gunstigen uitslag hebben
opdat er ten minste iets geschiede in het belang der tiendplio--
tigendie van dien last wenschen ontslagen te worden en wier
billijke wensch nog altijd wordt tegengestaan door hen wier
eigenbelang de instandhouding der tienden zoekt.
Gisteren 1 Julij was de dag waarop de vrijverklaring der slaven
in Suriname in werking treedt. Te Botterdam waren velen voor-