1863. N°. 50. DONDERDAG 2 JPLIJ. 50*" Jaargang.
]Jfaatselïj(l bestuur.
""SCHÜTTËËÏjr
Gemeente-raad. to Goes
Putolicati©
Tin (tlRANT.
De uitgave «leaser Courant geschiedt Maan.
«lag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiën worden a 30 et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van
1-6 regels l,SO, behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave»
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
TEN RAADHUIZE AID A Alt,
OP MAANDAG DEN 6 JULI J 1863,
DES NAMIDDAGS TEN 1 UKE.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Idem van den verkoop der brugwachters-woning.
Idem aankoop van een huis ter vervanging van het
zelve, en wijziging begrooting 1863.
3. Aanvaarding lidmaatschap der school-commissie door den heer
mr. J. G. de Witt Hamer.
4. Staten oninbare posten op den Hoofdelijken Omslag en de
belasting op de Honden over 1862.
5. Rekening van het Gasthuis over 1862.
6. Ondersteuning pogingen tot het houden der algemeene verga
dering van de Maatschappij van Nijverheid in 1864, te Goes.
7. Verzoeken kwijtschelding Hoofdelijken Omslag en belasting
Honden 1863.
Vervólg
Art. 13. De onvoorwaardelijke vrijstellingenvermeld in
art. 3 der wet sub. litt. e, ff, h, k, l en m, zullen alleenlijk
mogen worden verleend ingeval de belanghebbenden de volgende
bewijsstukken overleggen, als:
e. de hoogleeraren en lectoren aan de hooge scholen, athenea
en semenariahet besluit of de acte van aanstelling, of be
noeming als zoodanig;
g. de uit de dienst van den staat te lande of ter zee eervol
ontslagene of gepensioneerde officieren, het eervol ontslag of
de acte van pensioen;
h. de officieren, eervol uit de schutterij ontslagen wegens ver
andering van woonplaatshet besluit van ontslag
k, de breeder van hem, die reeds in persoon en voor zich zelve,
bij de schutterij dient, behalve een schriftelijk bewijs van deze
dienst door den kommandant der schutterij afgegeven, een
schriftelijk bewijs van het plaatselijk bestuur, dat de dienende
broeder met hem bij zijne ouders inwoont;
l. die aangesteld zijn voor de dienst der nacht- of brandwachten
en der brandspuiteneen schriftelijk bewijs deswege van
het plaatselijk bestuur;
m. de lijf- en huisbedienden; een certificaat van den persoon bij
welken zij als zoodanig dienstbaar zijn, gecertificeerd, door
het plaatselijk bestuur.
Zij, die voortdurend uit de armenkassen bedeeld of in armen -
gestichten opgevoed en onderhouden worden, eene schriftelijke
en door het plaatselijk bestuur gecertificeerde verklaring van
bestuurders der gestichten, houdende waarin de bedeeling
bestaat, en sedert wanneer en qp welke tijdstippen dezelve
genoten is.
Art. 16. Diegenen, welke voor de commissie van onderzoek niet
opkomen, zullen gehouden worden geene redenen tot vrijstelling
te hebben, en voor zoo verre zij dienstpligtige nommers getrokken
hebben, niet vallen in de termen van art. 3 der wet sub a, b,
c, l en m van art. 4, zullen zij bij de schutterij worden ingelijfd;
blijvende het hun evenwel vrij om hunne redenen tot vrijstelling
in een volgend jaar te doen gelden.
Terwijl diegenen, welke vermeenen, op grond van art. 36 der
wet, aanspraak te kunnen maken op overplaatsing op de reserve
of finaal ontslag, mede verpligt zijn deze reclames bij voorsehreve
commissie, te doen gelden, met overlegging van een extract uit
het stamboek der schutterijbij welke zij gediend hebben of
nog dienen. En aangezien die commissie mede bestemd is tot
het onderzoeken der redenen van vrijstelling of uitsluiting, die
de belanghebbenden ook na hunne inlijving hebben voor te
dragen, (volgens art. 19 van het koninklijk besluit, van den
22 Junij 1828, Staatsblad no. 42), zoo worden degenen welke
bij de schutterij zijn ingelijfd, en bij derzelver afwezigheid hunne
betrekkingen, op die bepaling gewezen en aangemaand, om indien
zij aanspraak op vrijstelling hebben verkregen, met overlegging
van de gevorderde bewijzen voor de commissie te verschijnen,
ten tijde en plaatse boven omschreven.
En opdat niemand onwetendheid voorwende, zal deze worden
gepubliceerdgeaffigeerd en geplaatst in de Goessche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 27 Junij 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
^erigten.^
De Eerste Kamer heeft gisteren met 22 tegen 16 stemmen het
hoofdstuk der staats-begrooting voor-koloniën aangenomen. Of
schoon het voor de meesten onzer belangstellende lezers geene nieuws*
tijding is, wat de telegraaf gisteren reeds hier bekend maakte,
vérmeiden wij gaarne aan het hoofd onzer bSrigten eene gebeurtenis,
die in hare voorbereiding de aandacht in hooge mate gespannen,
haddie in hare uitkomst de meest beteekenende gevolgen moet
hebben. Wij verblijden ons over dit votum der Eerste Kamer
Niet dat wij van de aanneming dier begrootingswet eene partij
zaak maakten, want het is verre beneden den waren vaderlander,
de aanneming of verwerping eener wet te eischen enkel omdat
zijne partij daardoor zou worden versterkt. Niet omdat wij in
dat votum een triomf zien voor den minister, want deze heeft
zich gedurende zijn kort bestuur reeds genoeg doen kennen, als
iemand die niet eigen overwinning beoogt maar de heerschappij
van beproefde en heilzame beginselen wenscht. Wij gelooven,
dat het voor koloniën en moederland beiden eene gewenschte zaak
is, om dezen minister de gelegenheid te geven die beginselen
in toepassing te brengenwij gelooven dat het niet anders
dan gewenscht kon worden geachtdat de kracht van dit mini
sterie werd versterkt en wij kunnen dus ook nn niet anders dan onze
ingenomenheid uitspreken met het votum der kamerdie ge
toond heeft, dat zij hoog boven de machinatien van de partij
van den teruggang verheven is, die eene regt constitutionele
daad heeft gedaan, en de belangen des Vaderlands en van Indie
heeft gered van den afgrond waarin partijhaat die zochten te storten.
Er is thans geene vrees meer voor die botsing tusschen de staats-
magten, die zich liet voorzien, en die de woelgeesten wenschten,
en hoe men het ook beschouwe of voorstelle, de meerderheid der
vertegenwoordiging heeft het zegel gedrukt op de rigting van het
ministerie. Dit laatste zal door de vijanden van hetzelve bestre
den worden. Zij zullen beweren, dat de kamer slechts eene kre-
dietwet verleende, dat velen met wantrouwen zijn toegetreden
om ander kwaad te voorkomenzij zullen de beteekenis van het
feit op allerlei wijzen zoeken te verkleinen, maar zij kunnen dit
niet zonder de kamer in ongunstig licht te stellen, en tegenover
wie er misschien door het nu uitgebragt votum in zijn vertrou
wen op de Eerste Kamer geschokt mogt zijn, omdat hij het
oor leende aan de opruijing eener vijandige partij, mogen wij
herhalen wat het N. Dagblad17 Junijschreef, en wat wij vol
komen beamen: „De Eerste Kamer kan op nieuw de waarheid
onderscheiden van het valsche, hare beweging is vrij, gelijk hare
overtuiging slechts geregeld wordt naar de inspraak van 't gewe
ten en naar het diepe besef van hetgeen zij aan Koning en Va
derland verschuldigd is."
Met die uitspraak voor ons houden wij het er ook voor
dat de Kamer door hare goedkeuring bewijs gegeven heeft, dat
zij het algemeen belangniet een bijzondereen partijbelang
wil dienen. Gaarne eerbiedigen wij het gevoelen der minderheid,
die zeker evenzeer volgens pligt en geweten stemde en wij zetten