$T m
^uitenfonö.
iflemem]Öe JSeriqten.
linzen te goed doet. 'tls alweder ^n-ïewijsv jdat het gevaar
lijk is, om al te beeldrijk te w.eeen ep.siog gevaarlijker om beeÏK
den te gebruiken, die de zaak éjeW;j|pheld^en en aan valsch
vernuft doen denken. -
"V'-i 1"
:-C
Uit Vlissingen wordt geschreven:
„De opmeting en afbakening voor het gedeelte Vlissingen—Goes
van de staats-spoorwegen zal weldra aanvangen.
„Men verneemt dat aan den gemeenteraad te Vlissingen is
ingezonden een adres van ingezetenen, houdende bezwaren tegen
de afdamming van het Sloe en verzoek om de belangen der
gemeente in dezen onder de aandacht van den minister van bin-
nenlandsche zaken te btengen."
Op aanstaanden Donderdag 2 Julij, zal de commissie voor de
staats-spoorwegen te 's Gravenhage op nieuw besteden, het maken
van de havendammen en buitendammen aan den zuidelijken mond
van het kanaal door dit eiland, te Hansweert.
Z. M. heeft benoemd tot gezworen bij den Nieuwen-Kraaijert
polder (Z.Beveland) den heer L. Lucasse.
Te Arnemuiden is een niet onbelangrijke brand geweest
waardoor een timmermans-winkel en een woonhuis geheel ver
nield zijn, ook het stadhuis heeft eenige schade geleden. Een
en ander was tegen brandschade verzekerd.
In den nacht van Dingsdag op Woensdag werden de bewoners
van den omtrek der groote kerk alhier verontrust door een brand
lucht, waarvan men langen tijd vergeefs de oorzaak zocht. De
ijverige directie der brandweer deed met behulp der policie overal
onderzoek en wijdde daaraan dubbele zorgomdat men juist dezer
dagen bezig is om op het dak der groote kerk te arbeiden, tot dat
eindelijk de oorzaak werd ontdekt, toen men bij een der bewoners
van de Kerkstraat een' smeulend vuur vond van zaagsel en lom
pen. Tot circa drie uren in den morgen hadden de nasporingen
geduurd, die gelukkig met eene ontdekking bekroond werden,
waardoor grooter onheilen werden voorgekomen.
Dc gedeputeerde staten dezer provincie hebben in hunne vergadering van
19 dezer vastgesteld de volgende lijst der te behandelen zaken in de aan
staande zomervergadering der provinciale staten, welke zal worden geopend
Dingsdag avond 7 Julij.
1. Het verslag van gedeputeerde staten omtrent den toestand der pro
vincie over 1862.
2. Het koninklijk besluit van den 5 December 1862, nn. 61, houdende
goedkeuring van de besluiten der staten van den 7 November 1862n™.
11 en 12, tot verkoop van puin op den weg van Neuzen naar Axelen'
tot wijziging der begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke in-,,
komsten en uitgaven voor 1862.
3. Het koninklijk besluit van den 13 Februarij 1863 n#. 51, houdende
goedkeuring van de besluiten der staten van den 8 November 1862, n".
5 en 8, tot het aangaan eener geldleening van f 525,000, en tot wijziging
der begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en
uitgaven, voor 1863.
4. Eene mededeeling door gedeputeerde staten, van Zr. Ms. beschikking
op het adres van den gemeenteraad van Waterlandkerkjeom toepassing
van art. 36 der wet op het lager onderwijs, ter zake van de kosten van
een te bouwen nieuw schoollokaal met onderwijzerswoning aldaar.
5. Eene mededeeling van gedeputeerde staten, nopens de overwijzing van
schuld wegens het aan den kerkeraad der hervormde gemeente te Kitthem
toegekend renteloos voorschot voor de bekliukering van den zandweg tusschen
Ritthem en Oost-Souburg.
6. Een gewijzigd ontwerp van gedeputeerde staten voor een reglement
van 'politie voor de polders in Zeeland.
7. Een voorstel vau gedeputeerde staten betrekkelijk het adres van den
gemeeuteraad van Borssclen om toepassing van art. 36 der wet op het lager on
derwijs voor den bouw van een nieuw schoollokaal met onderwijzerswoning in
die gemeente.
8. Een voorstel van gedeputeerde staten tot wijziging van het tarief voor
reis- en verblijfkosten der provinciale veeartsen in Zeeland.
9. Ebn voorstel van gedeputeerde staten tot het verleenen van eene grati-
fikatie ad 150, aan den betaalmeester te Middelburg, als vergoeding voor
zijne werkzaamheden voortvloeijende uit de provinciale geldleening van
f 525,000.
10. De verantwoording van gedeputeerde staten, wegens de enkel pro-
vinciamen huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1861.
11. De begrooting der kosten van het provinciaal bestuur, voor zoo veel
het rijksbestuur is,, voor 1864.
12. De begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en
uitgaven, voor 1864, met een voorstel van gedeputeerde staten, betreffende
de te heffen opcenten op de grond- en personelo belastingen ten behoeve
der provincie.
13. Een brief van burgemeester en wethouders van Middelburg, van den
15 Junij 1863, ten geleide van een adres van den raad dier gemeente,
houdende verzoek dat de bij besluit der staten van den 11 Julij 1853,
n°. 5. aan de geneeskundige school aldaar, van wege de provincie verleende
toelage ad f 1500, toegekend voor tien jaren, wederom voor een nieuw
tijdvak van tien jaren moge worden verstrekt; met een daartoe betrekkelijk
voorstel van gedeputeerde staten.
14. Een adres van J. van den Heuvel gewezen steigerschuitschipper te
Rreskens, houdende verzoek om weder met eene gratifikatie begunstigd te
worden; met een daartoe betrekkelijk voorstel van gedeputeerde staten.
15. Een adres van J. de Putter e. s, grondeigenareu en landbouwers
in het kanton Axel, houdende verzoek om eene wijziging te bevorderen
van art. 64 van het reglement op de buurtwegen enz. ten aanzien van
het ter rotting leggen van vlas in slooten langs de wegen.
16. Benoeming van een buitengewoon lid in het kollegie van gedeputeerde
staten, volgens art. 89 der provieiale wet.
Het verdient opmerking dat op de agenda voor de vergadering
van de Staten van Zeeland niet voorkomt, voorstel tot heffing
van opcenten ten behoeve van de Calamiteusse polders. Reeds
zoolang was daarop vruchteloos aangedrongen datdaargelaten
f#at de toekomst te dezen aanzien zal opleveren, het feit merk-
j waardig is, dat door deze agenda wordt geconstateerd.
Tengevolge der toenemende schaarschte aan katoen, wordt de
wol op vele plaatsen tot ongehoord hooge prijzen opgekocht. Te
Texel bedingen de houders thans 2,15 per kilo voor de ge-
wasschen en 1,60 voor de vette of ongewasschen wol; het
meeste is reeds tot dien prijs verkocht. Op andere plaatsen
wordt de wol voor Eransche rekening opgekocht tot 1,70 voor
ongewasschen wol.
Het bevestigt zich wel, dat in Noord-Amerika de stemmen
voor den vrede luider gehoord worden maar de krijgs-operatien
gaan inmiddels voort. Het is misschien het beste middel om
voorstanders voor den vrede te winnen, dat de rampen van den
oorlog zich voortdurend krachtig doen gevoelen. Zeker is het,
dat het meer en meer ernst schijnt te worden bij velen, om een
einde aan den strijd te maken en al is het gewenschte resultaat
nog in een verwijderd verschiet, de verschijnselen van den laatsten
tijd kunnen niet zonder gevolg blijven.
Omtrent Polen is geen ander nieuws dan het gerucht, dat
het den ex-dictator I.anyiewicz gelukt zoude zijn te ontvlugten.
Mogt dit werkelijk het geval zijn, dan zou de Poolsche omwen
teling daardoor wel eens eene nieuwe phase kunnen intreden.
Men zegt dat koning Leopold langen tijd met den koning
van Pruissen heeft gecorrespondeerd, om hem te wijzen op de
heillooze gevolgen der Bismarcksche politiek. Aanvankelijk werd
het schrijven van den Belgischen vorst welwillend opgenomen,
langzamerhand echter hield de correspondentie opdaar de
Pruissische vorst met koelheid de ontvangen brieven begon te
bejegenen. Zoo iemanddan zeker had de Belgische vorst het
regt om zich in deze aangelegenheden te mengen maar men
mag ook aannemendat wanneer de raadgevingen van den
grijzen koning, zoo helder ziende en zoo rijk aan ervaring,
geen ingang gevonden hebben, het eene wanhopige poging is
om in Pruissen tot andere gedachten te brengen. De verant
woording van den heer Bismarck wordt steeds grooter en zooal
zijn stijfhoofdig conservatisme geene aanleiding tot grooterc
botsingen geeftzaltoch de tijd van zijn bestuur eene duistere
bladzijde in de geschiedenis van Pruissen blijven.
De strijd tusschen den Pruissischen koning en een groot deel va/i
j zijn volk, wordt ook door den koning en den kroonprins gevoerd
De koning heeft gewild, dat de prins de woorden zou intrekken
of nader interpreteren, door hem te Maagdeburg gesproken. De
prins heeft daarop geantwoord, dat zijn geweten hem dit verbood.
Het is een treurig verschijnsel, dat de betrekking tusschen den
vader en den zoon evenzeer dreigt geschokt te worden en der
gelijke tweespalt in het koninklijke huis moet wel de tweedragt
tusschen vorst en volk vermeerderen.
De ministeriele crisis in Frankrijk is afgeloopen. De keizer
heeft den heer de Baroche benoemd tot minister van justitie; Boudei
tot minister van binnenlandsche zakenDorny tot minister van
openbaar onderwijs; Behil tot minister van landbouw, koophandel
en openbare werken Bouher is benoemd tot minister-president
van den raad van state en de Morny tot president van het wet
gevend ligchaam. Deze verandering van personen voorspelt echter
geene wijziging in de keizerlijke politiek. Het ministerie is daar,
om de betrekkingen tusschen het gouvernement en de hooge staats-
ligchamen te onderhouden, met het doel om de denkbeelden van
het gouvernement voor de kamers beter te doen vertegenwoor
digen, zonder van den geest der constitutie aftewijken. Zoolang
echter die geest der constitutie niet meer vrijheid ademt, zal elke
verandering van ministerie slechts de voortzetting zijn van het
zelfde beginsel onder anderen vorm. Dat beginsel is overheer-
sching.
Te Manchester is eene predikatie in het licht gegeven, waarin
enkele woorden van ééne lettergreep voorkomen. Het doel van
(ïen opsteller is om te bewijzen, dat men geene groote woorden
noodig heeft om groote waarheden te bewijzen. Hij schijnt zijn
doel uitnemend te hebben bereikt. De keizerin van Frankrijk
heeft bepaald, dat bij de hoffeesten te Fontainebleau de dames
bij hare toiletten alles van dezelfde kleur moeten dragen, waardoor
veelkleurige groepen moeten worden gevormd. Voorts mag volgens
haar bevel geen toilet twee malen in het openbaar gedragen worden.
Op het strand te Vollenhove is een Dolfijn gevangen ter lengte
vaneen ned. el. H. Maj. de koningin heeft tot hare pedicure
benoemd den heer Ferel, als zoodanig reeds werkzaam bij Z. M.
den koning. De hoogeschool te Oxfort heeft geweigerd om
aan den heer Kinysleij, kapellaan van den prins van Wallisook
bij ons door zijne geschriften gunstig bekend, het diploma als