1863. INÜ. 45. MAANDAG 15 JUNIJ. 50ste Jaargang. tMesiuur. fómnenfqnbscQe JSerigten. DANK EN BEDEDAG. (iOKS.NCIIK 01 It IVI, Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maan. dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. 1,90. Gewone adverteiitiüii worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels f l,SObehalve het zegelregt, y. De inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BolS-ondLmaliinsen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, herinneren hiermede de ingezetenen derzelve gemeente, aan het bepaalde bij Zijner Majesteits besluit van den 1 Augustus 1831, no. 72, dat de DANKDAG of GODSDIENSTIGE VIERING der OVERWINNING te WATERLOOaltijd op den derden zondag der maand Junij van ieder jaar zal plaats hebben. En daar deze dag dit jaar op den 21 der loopende maand invalt, worden de ingezetenen uitgenoodigd, om door eene plegtige viering deszelven en eene algemeene deelneming aan de openbare gods dienst-oefeningen, van hunne dankbaarheid jegens het Opperwezen te getuigen, wegens den in de Vélden van Waterloo bevochten zege, en bij die gelegenheid, de belangen van het rijk en die van het koninklijk huis, aan de goedheid des Allerhoogsten op te dragen. Zullende deze, opdat niemand onwetendheid voorwende, wor den afgekondigd, aangeplakt, en geplaatst in de Goessche Courant. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 13 Junij 1863. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris II. C. PILAAR. En opdat deze algemeen bekend zij zal dezelve worden afge kondigd, aangeplakt en geplaatst in de Goessche Courant, Gedaan ten raadhuize van Goes, den 13 Junij 1863. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris, H. C. PILAAR. ""BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, verwittigen elk der daarbij belanghebbenden: lo. dat de alphabetiscbe naamlijsten van alle de personen die aan de loting van dit jaar voor de schutterij dezer gemeente moeten deelnemen, ter inzage van een iegelijk zullen liggen op het raadhuis, van Maandag den 15 tot Maandag den 22 dezer loopende maandvan des voorraiddags negen tot des namiddags twee ure, ten einde een ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hem op die lijst eenige personen of om standigheden mogten voorkomen die op dezelve zouden behooren te worden aangeteekend of daarvan moeten worden weggelaten, zulks bij de met het opzigt over de loting belaste commissie ter kennis te brengen. 2o. dat de tijd tot de loting over den loopende jare is bepaald op Donderdag den 25 dezer maand, des voorraiddags ten 10 ure, en dezelve zal plaats hebben ten raadhuize alhier. Gedaan te Goes, den 13 Junij 1863. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. O. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekenddat de kapitein kommandant van de dienstdoende schutterij alhier, heeft te kennen gegeven, voornemens te zijn, om bij gunstig weder Zaturdag den 20 dezer en vervolgens des Woensdags en Zaturdagsgedurende de maanden Junij, Julij Augustus en September daaraanvolgende, telkens des avonds tus- schen half 5 en 8 ure, in de Oosterschansin de rigting van het zuid-westen naar het noord-oosten, de leden der schutterij te oefenen in het SCHIETEN naar de SCHIJF. Geschiedende deze bekendmaking, opdat een ieder zich zoude wachten voor schade en blijven buiten gevaar. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders op genomen in de Goessche Courant. Aldus gedaan ten raadhuize van Goes, den 13 Junij 1863. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend, dat het bij een chemisch onderzoek is gebleken: dat de alhier algemeen verkocht wordende KOFFIJSIROOP, met plus minus 36 pCt. vreemde bestanddeelen is vermengd en wel met zand, krijt en gemalen steenkolen. Zij vestigen de aandacht van de handelaren in dat fabrikaat op artikel 4 van de wet van den 19 Mei 1829, (Staatsblad no. 35) luidende, als volgt: „Bij uitbreiding en wijziging van art. 318 van het nog in „werking zijnde Wetboek van Strafregt, worden de, bij dat „artikel vermelde strafbepalingen, bij deze, van toepassing ver klaard op een iegelijk, die tot verkoop of ter uitdeeling bestemd „brood, eet- of drinkwaren of derzei ver bestanddeelen, met „voor de gezondheid schadelijke stoffen zal hebben vermengd, doen „vermengen, of eenige dier eetwaren, drinkwaren of derzelver be standdeelen met voorkennis van zoodanige vermenging, verkocht „of vertierd of uitgedeeld zal hébben, of gepoogd zal helften dezelve „te verkoopen of te vertierenuittedeelen of te doen uitdeelen." En waarschuwen een iegelijk om geene vervalschte Koffijsiroop te verkoopen, vermits men zich zei ven zal te wijten hebben, de nadeelige gevolgen, welke het ontdekken van de overtreding van de aangehaalde wetsbepaling zal na zich slepen. Nadat in de Tweede kamer der Stat. Gen. de algemeene be- j schouwingen over het ontwerp van wet op de regeling der exploitatie van staatsspoorwegen geëindigd waren, zijn de discussien over de artikelen begonnen en was men Zaturdag tot art. 9 gevorderd. De Minister van Binnenlandsche Zaken, heeft de wet in hare algemeene strekking verdedigd en het eerste ar tikel, waarin het beginsel der geheele wet is nedergelegd, aan genomen met 48 tegen 19 stemmen. Een tweetal amendementen van den heer van Rosse, het eene door den Minister niet be streden en het andere door hem overgenomen, zijn bij meerderheid van stemmen aangenomen. Een amendement daarentegen van den heer Gevers Deynoot is verworpen. De wet op de exploitatie der spoorwegen is dezen morgen door de Tweede Kamer aangenomen met 51 tegen 12 stemmen. Daarna is de discussie geopend over de concessie Poolman. De heer Thorbecke heeft bij de verdediging van de exploitatie- wet beknopt maar krachtig gesprokenzooals hij gewoon is. Op den voorgrond stelde hijdat niet altijd lange redevoeringen het middel zijn om eene zaak duidelijk te maken. Wie daarvoor nog bewijzen verlangt, kan ze in overvloed vinden in die einde loos uitgesponnen vertoogen van zeker dagblad, dat nog altijd kolommen op kolommen vult met de le3 op te lezen aan de Eerste Kamer, opdat deze hare verhouding tot de regering zoude begrij pen. Men moet veel lust tot schrijven of veel behoefte aan plaats vulling hebben, als men eene zaak, zoo duidelijk voor wie zien wil, zoo tot vervelens toe uitrekt, en eigenlijk niets nieuws zegt. of het zouden eenige varianten moeten zijn op het thema: hate lijke insinuatie. In één opzigt zijn echter die oneindige artikelen aan duidelijkheid bevorderlijk; zij openbaren namelijk al meer en meer, dat men een wanhopenden strijd voert voor eene on houdbare zaak, en ten slotte nog het uiterste wagen wilof het helpen mogt om eenen enkelen aan het wankelen te brengen. Wij noemen dien strijd wanhopend, omdat bij alle onpartijdigen zich al meer en meer de overtuiging vestigt, dat het waarheid is, wat het Volksblad dezer dagen schreef, en men zal dat blad wel niet van vooringenomenheid met het ministerie Thorbecke verdenken de Eerste Kamer moet even als een regteriedere zaak op zich zelve beschouwen en niet naar het verledene zien. maar op het oogenblikkelijke en op de toekomst letten.'

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1