1803. 44.
DONDERDAG U JTJNIJ. 50™
Imiienfanbscije lengten.
c?.ct
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,95 fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone adverteutifii worden a SO et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodherigteu van
1-6 regels 1,30, behalve bet zegelregt,
De Inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie m-eii des namiddags op den dag der nltgave.
De Tweede Kamer heeft Dingsdag aangenomen: 1". eenige
naturalisatie-wetten2°. het ontwerp tot het doen van uitgaven
wegens verstrekkingen door het departement van Marine; 3". dat
tot opheffing van het fonds tot onderstand van bejaarde en ge
brekkige opzieners van de jagt en de visscherij4 dat tot ont
eigening van perceelen voor den spoorweg van Boxtel naar Hel
mond 5°. dat tot verhooging van hoofdstuk V, (Binnenl. Zaken)
der staatsbegrooting voor 1863, wegens de uitgaven voor den
Rotterdamschen waterweg en voor de calamiteuse polders. Alle
deze ontwerpen werden na korte discussie aangenomen met alge-
meene stemmen en daarna werd aan de orde gesteld het wets
ontwerp op de exploitatie der spoorwegen, waarover de beraad
slaging gisteren begonnen is.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren is ingekomen
een wets-ontwerp tot aflossing der door het Rijk gewaarborgde
schuld ten laste van 'srijks overzeesche bezittingen.
In dezelfde zitting zijn aangevangen de beraadslagingen over
de wet op de exploitatie der staatsspoorwegen. Zeven sprekers
hebben over dat wets-voorstel het woord gevoerd, namelijk: de
heeren van Bosse en van Goltstein, die instemden met het
hoofdbeginsel door de regering in de wet ontwikkeld; de heeren
van VoorlhuijzenHeemskerk Azvan Heemstra en van Muiken
die zich voor de exploitatie door den Staat verklaarden en de
heer Cooldie hoopte dat de Minister zijne bezwaren tegen
het voorstel zoude uit den weg kunnen ruimen, opdat hij er
zijne stem aan zou kunnen geven. Heden heeft de Minister
de verschillende sprekers beantwoord.
Het N. Dagbladdat zich steeds ergert als menzoo als
hij het noemt, de leden der grijze kamer als kinderen behandelt,
heeft nu ten gerieve van die kamer den stand van het vraagstuk,
dat op nieuw aan hare beslissing zal onderworpen worden, in
het breede uiteengezet. Met ongekende langdradigheid haalt het
nog eens alles wat gebeurd en gesproken is, op, alsof de leden
van het hooge staatsligchaam indedaad oude suffers waren die
voortgeholpen moeten worden. Misschien is het een convenu
met enkelen om hun de taak gemakkelijk te maken of een
streven om zich bij de grijzen aantebevelen. Wij twijfelen echter
of allen er mede gediend zullen zijn, dat men hun op dergelijke
wijze de wet voorschrijft en ze zoekt te bewerken met de stil
zwijgende beleediging: als gij nu. aannemen mogt, zoudt gij uw
karakter, in ons oog, geheel verwerpen. En zeker houden wij
het, dat de bedachtzame kamer niet zoo onvoorzigtig zijn zal
als het Dagblad, om vooraf reeds over eenen onzekeren afloop
zich uittelaten. Het publiek weet nu intusschen wat het Dagbad
zeggen zal als de Eerste Kamer verwerpt, maar het schijnt er
niet aan te denken, wat het publiek van dat Dagblad zeggen
zal, als zijne verwachting eens mogt falen.
Nimmer is welligt het negatieve karakter der tegenwoordige
oppositie zoo duidelijk erkend en uitgesproken als in de zitting
der Tweede Kamer van 30 Mei 11.; maar ook nimmer is zij in
hare onwaarde zoo juist gekarakteriseerd en het verschil tusschen
haar en de oppositie vroeger door de liberale partij gevoerd, zoo
juist gepreciseerd.
Toen de Minister van Koloniën de oppositie teregt had te
gemoet gevoerddat men van haar in het algemeen niets vernam
dan afkeuring en critiek, zonder dat door haar werd geformu
leerd, wat dan in de plaats van het zoo hevig afgekeurde zoude
moeten treden, zeide de heer Groen„Wij behoeven niet te weten
wat wij willenwij hebben slechts eene doorgaande censuur uit-
teoefenen."
De heer Thorbecke beantwoordde dit gezegde met de volgende
behartigingswaardige woordenDe geachte 3preker houdt het par
lement voor eene vergadering van redevoerders tot uitoefening
oener doorgaande censuur op het Gouvernement: eene censuur in
zijn mond niet altoos even behagelijk.
Het groote verschil tusschen den geaehten afgevaardigde en
mij niet van heden, maar gedurende onze gansche parlemen
taire loopbaan het groote verschil is dit: ik heb nooit hetzij
de rol van oppositie in het bijzonder, hetzij de taak van een
lid der Tweede Kamer in het algemeen, zoo opgevat als hij.
Ik heb de taak der vertegenwoordiging nooit begrepen, zooals
de geachte spreker, die zegt: „Wij behoeven niet te weten wat
„wij willen; wij hebben slechts eene doorgaande censuur te
„oefenen." Ik geloof integendeel, dat degeen die zich veroor
looft censuur uitteoefenenmoet weten wat hij wil, gereed om
voor hetgeen hij afkeurt iets in de plaats te stellen. Ik ben
daardoor zoo lastig geweest (namelijk als lid der kamer)ik heb
gezegd wat ik verlangdeik heb amendementen voorgesteldik
iieb reeds in de sectie getracht de ontwerpen te verbeteren. Dit
meen ik iszooveel mogelijkde roeping eener oppositie
Waar ook de grond van die censuur gezocht, dan in het helder
begrip van datgeenwaaraan men boven het voorgestelde de
voorkeur geeft
De heer Thorbecke legde met verdiende onbarmhartigheid de
vinger op de wonde. Indedaad het gemis van dat helder
„begrip van datgeen, waaraan men boven het voorgestelde de
„voorkeur geeft," is de doorgaand zwakke zijde der bestrijders
van het Gouvernement.
De Indische couranten, die met de laatste mail hier te lande
ontvangen werdendeelen vele bijzonderheden medeomtrent
de groote blijdschap die op Java verwekt werd, door het berigt,
dat de koning de concessie Poolman tot den aaqjeg van spoor
wegen had goedgekeurd. De directie der handelsvereeniging te
Samarang, had besloten een dankadres aan den koning te zenden.
Die blijdschap zal getemperd wordenals men verneemtdat
aan de behandeling dezer zaak bij de Staten-Generaal bezwaren
werden in den weg gelegd, door den heer Storm van 's Grave-
sandi c. s.die minder ingenomen waren met dein Indie
geprezen, voortvarendheid van den Minister van Koloniën. Het
is lang genoeg bekend, dat men in Indie de uitvoering dier
concessie verlangt om te kunnen verwachten, dat geen verlangen
naar rust of partijgeestof wat niet al meer langer met de be
handeling dezer zoo belangrijke aangelegenheid zal doen dralen.
Men verneemt, dat het verslag der commissie van rapporteurs
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, over het wets-ont
werp betrekkelijk den aanleg van eenen spoorweg van Samarang
naar de Yorstenlanden eergisteren is vastgesteld en spoedig het
licht zal zien.
Men verneemt dat Z. M. de Koning concessie heeft verleend
tot het aanleggen van eeD' spoorweg van Amsterdamgaande
over Naarden en Hilversum naar Nijkerk en verder langs het
kamp bij Millingen naar Apeldoorn. De kosten worden begroot
op 13,174,964,94.
De Minister van Marine heeft ter kennis van belanghebbenden
gebragt, dat het examen van adspiranten voor de betrekking
van adelborst der derde klasse bij de Marine, zal aanvangen op
Woensdag 1 Julij te 'sGravenhage. Voor elk der belangheb
benden zal dag en uur nader kenbaar worden gemaakt.
De Minister van Binnenlandsehe Zaken heeft bekend gemaak l,
dat tot opleiding en oefening van telegraflsten voor de dienst
van den rijkstelegraaf, na vergelijkend onderzoek, een aantal van
hoogstens twintig leerlingen zullen worden toegelaten, om op
aantewijzen plaatsen nader onderrigt te ontvangen en dat men
zich voor het vergelijkend onderzoekom als leerling te worden
toegelaten, uiterlijk op den 30 Junij bij het departement moet
hebben aangemeld met een op zegel geschreven adres en verdere
stukken, vermeld in de Staats-Courant van 6 en 7 dezer.