3. DONDERDAG 7 MEI. 5<r laurgmig. pfmilsdi'jïi J%s(um\ MKSM1K ('HUWT. De uitgave] dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. I'rijs per kwartaal 1,55 fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodbeiigten van 1-6 regels l.SO, behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op de» dag der uitgave. van Bij dit nommcr Behoort dc aanvang eener bekendmaking den heer bufg^teeStefifc van Goesbetreffende de te onteigenen gronden voor de^aanleg van den sjfféómig van Bergen op Zoom naar Goes. .i SCECUv?1 Putolioai Vervolg „Art. 8. Die van hunnen ouderdom güh voldoend bewijs geven zullen door J^t^plaatselijk bestuur worden ingeschrevennaar deszelfs oordeelonverminderd de bevoegdheid van den inge schrevenen om van zijnen ouderdom nader te doen blijken. „Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet voor den 1 Junij te hebben doen inschrijvenzullen door het plaatselijk bestuur ambtshalve ingeschreven worden en door den na te melden schut tersraad worden verwezen tot eene geldboete; terwijl zij daaren boven, zonder loting bij de schutterij zullen worden ingelijfd indien het zal blijkendat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden. Gezien Zijner Majesteits besluit van den 21 Maart 1828 (staats blad no. 9), speciaal de art. 3 en 4 van den volgenden inhoud: „Art 3. In het jaar na de eerste oprigting der schutterij en in ieder der volgende jaren, zal voor den 1 Junij de inschrijving zich tot zoodanige ingezetenen bepalen die op den 1 Januarij van dat jaar hun 25ste jaar zijn ingetreden; het register waarop de zelve worden ingeschreven, zal altijd het eerste register uitmaken, en zal voorts van de registers der vorige jaren het laatste of tiende komen te vervallen. „Art. 4. Tot deze inschrijving zullen zich ook moeten aangeven, diegenen, welke, schoon in andere gemeenten ingeschreven, sedert de laatste inschrijving in de gemeente zijn komen wonen; alsmede vreemdelingen die sedert de laatste inschrijving in de termen ge vallen zijn, om volgens art. 2 der wet, als ingezetenen te worden beschouwd. De inschrijving van deze personen zal geschieden in dat register waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren. Gezien Zijner Majesteits besluit van den 4 September 1828 (Staatsblad no. 55) voornamelijk de bepalingen van art. 7 en 8, aldus luidende „Art. 7. De gehuwden en weduwnaars een of meer kinderen hebbende, door sterfgeval of anderzins in de termen vallende om in de eerste klasse te worden overgebragt, zullen voor de eerst volgende jaarlijksche inschrijving, bij publicatie worden opgeroepen om daarvan kennis te geven aan het plaatselijk bestuur; wanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd en de nalatige, tenge volge van dit verzuim niet bij de schutterij is ingelijfd geworden, zal deswege door het plaatselijk bestuur proces-verbaal worden opgemaakt en aan de bevoegde regtbank toegezonden, ten einde de strafbepaling van art. 1 der wet van den 6 Maart 1818 (Staatsblad no. 12) op de nalatigen toe te passen: „Art. 8. De nalatige in het vorige art. vermeldzal dadelijk bij de schutterij worden ingelijfd, tegen ontslag van hem, die in zijne plaats wordt opgeroepen, de diensttijd door hem te vol brengen, zal ingaan met het jaar waarin hij is ingelijfd geworden. Wordt vervolgd Mogt er soms nog hier of daar een enkele Nederlander schuilen, die aan de opregtheid en eerlijkheid der polemiek van het N. H. Dagblad twijfelt, hij kan voortaan zijn wantrouwen gerust laten varen.In het nummer van Woensdag leest men.- „Het „begrip van regt hangt bij ons volstrekt niet af van de overwe- „ging, wie, welke rigiing;oi teelke gezindte door miskenning daarvan, „bevoordeeld wordt of benadeeld-."regt voor allen, wenschen „wij in werkelijkheid steeds voor oogen te houden." Men ziet het: verdere twijfel ware de grootste onregtvaardig- heid. De redactie zegt het zelf; men kan nu voortaan geheel ge rust zijn en zich blindelings aan de leiding van het N. Dagblad overgeven In hetzelfde nummer wordt gesproken van „de onschendbare „heiligheid van den eigendom." Men kan zien, dat het Dagblad zijn volkje kent en weet voor wie het schrijft. Dergelijke epitheta plegen anderen we! eens aan opgelegde geheimen te geven. De buitengewone vergadering der Prov. Staten van Zeeland is Dingsdag avond door den commissaris des konings geopend. Aan- wezig waren 29 leden, terwijl 13 leden met of zonder kennis- I geving niet waren opgekomen. Na voorlezing van het besluit des konings, waarbij deze vergadering gemagtigd wordt buiten- gewoon te zamen te komen, ter behandeling van het ontworpen polder-reglement, heeft de splitsing in afdeelingen plaats en stelt de voorzitter voor, het ontwerp van wijzigingen in het reglement van administratie der polders aan die afdeelingen te verzenden, met afschriften van een overzigt uit de berigten van de polder besturen. De heer de Jonge van Ellemeet doet uitkomendat het ijdel zijn zal over het ontwerp te beraadslagen, daar de minister .- te kennen gegeven heeft, dat hij bezwaar zoude maken om bij aanneming door de Statenhet reglement aan de goedkeuring des konings te onderwerpen. Indien het echter toch naar de afdeelingen verzonden wordt, dan stelt hij voor, dat de voor zitters vroeger zullen bijeenkomen, ten einde volledige inlich tingen aan de leden te kunnen verstrekken omtrent de wijze van behandeling. De voorzitter zich bereid verklarende om de-'voor zitters der afdeelingen daartoe uittenoodigen, maakt de heer Verha gen de aanmerkingdat in het voorstel van den heer de Jonge eene strekking schijnt te liggen, welke de zelfstandigheid der afdee lingen zou kunnen schokken. De voorzitter bestrijdt deze meening waarna de hr. Vader zijn verlangen te kennen geeftdat de gedeputeerde staten aan de afdeelingen eene opgaaf zullen doen van de kosten welke in de laatste 10 jaren in ieder polder arrondissement zijn verstrekt ten behoeve der Calamiteuse polders. De voorzitter herinnertdat de gedep. staten bereid zijn alle die inlichtingen te verstrekken, welke niet reeds in de jaarver slagen gevonden worden. Daarna is besloten om het ontwerp naar de afdeelingen te verzenden en de zitting tot nadere bij eenroeping gesloten. Door het departement van oorlog is aan het leger mede gedeeld, Zr. Ml besluit van den 29 Maart 1863, n'. 2, waarbij is bepaald, dat met wijziging van H. Dl besluit van 17 October 1851, n". 52, voortaan in plaats van te Neuzen, een plaatselijk adjudant te Dordrecht zal gevestigd zijn. Naar men meldt, zullen al de vestingwerken te Veere eerst daags ter slooping publiek worden verkocht. Men schrijft ons uit Bath van 3 Mei: Heden namiddag om drie uren is hier het vaartuig gezonken van J. Smit, eeneb Bel gischen schipper, dat met Brusselsche aarde geladen was. Men zegt, dat het is aangevaren door de stoomboot Amicitia,. ten "ge volge van het zuigen van genoemd stoomschip, anderen tjèweren dat het schip op deszelfs eigen anker gestoten heeft. De schipper en zijn knecht hebben zich in de boot geredterwijl zijn vrouw en kind door genoemde stoomboot zijn opgenomen. Morgen zal men met laagwater het schip zoeken te lossen en men hoopt dan het gat te kunnen stoppen en het schip naar Bath te bren gen. Bij laag water toch komt het schip op droog. Naar men verneemt bestaat het plan om bij de regering.;te ver zoeken dat er voor Bath een nieuw vaarwater worde afgebakend en wel langs den Engelschen polder. Reeds nu wordt het. veel V.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1