BIJVOEGSEL VAN DE
JJfiiütseftjft bestuur.
BESCHBIJYhG DEK PATEiYTPLlGTIGEA.
van Donderdag 2
B0li.encamal5.ing:.
PixlDllcatio
GOESSCHE COUBANT,
April 1863, JS\ 27.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, ontvan
gen hebbende het provinciaal blad no. 39circulaire van den
heer Commissaris des Konings van den 21 dezer, A no. 3570
Se afdeeling
brengen dien overeenkomstig ter kennis van een ieder die het
aangaat
dat het Z. M. den Koning heeft behaagdbij Hoogstdeszelfs
besluit van den 10 bevorens, no. 78, de voor dit jaar vastge
stelde werfkosten voor het 5 regement Dragonders in dier voege
te verhoogendat aan ingelijfde miliciens van alle wapens die
met eene verbindtenis van zes jaren bij de vrijwillig aangewor-
veuen van voormeld regement overgaaneene premie van hoog
stens honderd gulden kan worden uitbetaald.
En opdat dit algemeen bekend zij zal deze worden afgekondigd,
aangeplakt en geplaatst in de Goessche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 28 Maart 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
Gezien hebbende de circulaire van den heer Commissaris des
Konings in deze provincie, de dato 19 dezer, A n 3392U afd.
(provinciaal blad na. 39) betrekkelijk de
BESCHRIJVING DER PATENTPLIGTIGEN
voor het dienstjaar 1863-1864.
Brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
1". Ten aanzien der patentpligtigen in de 15 eerste tabellen der
wet van den 13 Mei 1819, (staatsblad n 34) omschreven.
Dat, met uitzondering van de patentpligtige slijters, tappers,
kroeghouders en koffijhuishouders, die niet in de gewone beschrijving
zullen worden begrepen, maar aan welker huizen, zoodra mogelijk
na den ingang van het dienstjaar, en zonder de gewone beschrijving
af te wachten, een declaratoir zal bezorgd worden, hetwelk na ver
loop van drie dagen zal worden afgehaald en welke verpligt zijn
dadelijk de helft van hunnen aanslag te voldoen, waarna hun patent
op vertoon der kwitantie, alsmede van het bewijs dat hun deswegens
verschuldigde over het voorgaande jaar ten vollen aangezuiverd is,
ter secretarie onmiddelijk verkrijgbaar zal zijn; de verklaringen, ter
verkrijging van patent voor de patentpligtigen, binnen de provincie
worden uitgegeven van den 7 Mei 1863 tot en met den 15 dier maand.
Dat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zullen moeten zijn in
gezameld of bij den ontvanger der directe belastingen ingediend,
binnen deze gemeente op den 23 Mei 1863.
Dat de registers van gemelde patentpligtigen gesloten zullen wor
den, binnen deze gemeente, op den 8 Junij daaraanvolgende.
2o. Ten aanzien der eigenaars, vaste huurders, of andere vaste
gebruikers van binnenvaartuigenzal moeten worden gehandeld
overeenkomstig de resolutie van Z. E. den minister van linantien
van 23 April 1852, n«. 192, (provinciaal blad no. 57 van dat jaar).
En wordt voor dezen de gelegenheid tot het doen der aangifte open
gesteld van 1 Mei 1862 bij het gemeente-bestuur der plaats alwaar
de belasting verschuldigd is, onder overlegging van een aangift-
biljet, daartoe bij die besturen verkrijgbaar.
3o. Ten aanzien van de kramers
Dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hunner aanvrage om
patent, op te geven de onderscheidene goederen welke zij voorne
mens zijn te koop aan te bieden. Zoo mede de wijze op welke zij
hun beroep uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij 1
der 7° tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Junij 1832 (staatsblad
no. 30), lsmede de gezamenlijke inkoopswaarde der door hen te koop
aangeboden wordende goederen, zullende dien onverminderd door de
patentpligtigen die hunne goederen in de herbergen of bergplaatsen,
huizen en andere gebouwen van derden uitstallen, opgave moeten
geschieden van den tijd der during van hun verblijf in de gemeente,
en door hun die derzelver waren in openbare veilingen, buiten hunne
winkels, bij koopen van doorgaans beneden de 25,ieder, doen
verkoopen, van dien der te houdene verkooping; terwijl, zoo zij de
wijze van dien verkoop veranderen, de waarde hunner waren vermeer
deren of den duur des verblijfs of der te houdene verkooping verlen
gen, daarvan op den voet van art. 13 der wet van den 21 Mei 1819
en op de boete bij art. 37 bepaald, aangifte zullen doen in de ge
meente alwaar zij zich bevinden en zoodanig aanvullingsregt vol
doen, als van hen bij werkelijk toegenomen belastbaarheid zoude
kunnen worden gevorderd.
4 En eindelijk dat de bedoelde kramers benevens de debitanten
van loterij briefjes, krachtens Zijner Majesteits besluit van den 17
October 1820 (staatsblad n 22) op de boete bij 1 en 2, van art.
32 der wet van den 21 Mei 1819 bepaald, verpligt zijn steeds hun
patent met zich te voeren.
En opdat niemand deswege onwetendheid zoude kunnen voorwen
den, zal deze worden gepubliceerd, geaffigeerd, mitsgaders geïuse-
reerd in de Goessche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 28 Maart 1863
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. 1\ BLAAUBEEN.
De secretaris
II. C. PILAAR.
drukkerij van F. KLEEUWENS en ZOON,
Uitgevers der Goessche Courant.