1863. .V. 27. DONDERDAG 2 APRIL. 50"' Jaargang. [J £1 fcl Het ontwerp van wijzigingen in het reglement, van administratie der polders in Zeeland. CMIRANT. 0« uitgave «lexer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. 5'rijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentifu worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigteu van 1-6 regels J' 1,20, behalve het zegelregt. De inzending van adverientlpn kat) geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Qji aanstaanden Maandag 2de PAASC'HDAGwordt de GOBSSCIIB COURANT niet uitgegeven. Bij dit nummer behooren als bijvoegsel tivee bekendmakin gen van ons gemeente-bestuur 1". Betrekkelijk de Beschrijving der Patentpligtigeii. .A1. Betrekkelijk de werving van vrijwilligers voor het 2de regement Dragonders. --j Eerstdaags zullen de Staten onzer provincie geroepen worden, om het ontwerp van wijzigingen in het reglement van admini- stratie der polders in Zeelandin behandeling te nemen. Het bijzonder belang der zaak heeft aanleiding gegeven tot eene hij- j zondere zamenkomst, en toen het besluit daartoe genomen werd hoopten zeker de voorstanders van wijziging, dat die nu eindelijk tot stand komen zou, overeenkomstig met het belang van zoovelen in onze provincie en van onzen landbouw, die voor het geheele 1 vaderland van zooveel beteekenis is. Of die hoop verwezenlijkt zal worden? Die vraag wordt door velen gedaan bij het naderen der Staten-vergaderingmaar door de meesten ontkennend beantwoord. Het ontwerp, waarover de beschouwingen van de polder-besturen zijn gevraagd is, zoover ons bekend is, nergens met goedkeuring ontvangen, en de bedenkingen die daaromtrent ingebragt werden, zijn van dien aard, dat zij geen gunstig onthaal i voor dat ontwerp doen verwachten. Uit de toelichtende memorie bij dat ontwerp gevoegd blijkt dat men als leidende gedachte aan de ontworpen wijziging ten grondslag heeft willen leggen het beheer en toezigt over de cala- ïniteuse polders terug te brengen tot de naastbelanghebbenden en tot ben die daartoe wettig geroepen zijnten anderen de regeling en beschikking over de middelen, ten behoeve der polders door de provincie opgebragt, tot een onderwerp van provinciaal be stuur te maken. Wat het eerste punt betreftmeenen wij dat de raeesten en zeer teregt naar ons inzienaangemerkt hebbendat er weinig sprake kan zijn van een bestuur door de naastbelanghebbenden wanneer, vooreerst onderscheidene calamiteuse polders met onder scheidene behoeften onder één beheer worden gebragten daar- enboven een calamiteuse polder slechts het regt ontvangt om één lid aftevaardigen naar de vergadering van het districts-bestuur tot het opmaken der begrooting te houden. In zoodanige vergade ring zullen dus zij de meerderheid hebben, die niet kunnen gere kend worden de naastbelanghebbende te zijn en waar beslist zal worden over belangrijke eigendommen zullen de eigenaars zich aan het goedachten van hen die daarmede niet bekend zijn moeten onderwerpen. l)e instelling van een bestuur buiten den polder is daarom, over het algemeen, ondoelmatig en in strijd met bestaande behoeften en wenschen geacht. Volgens sommigen zou de meerderheid der leden van het districts-bestuur uit ingelanden van calamiteuse polders moeten bestaan. Anderen merken daar tegen op, dat ook de subsidie betalende polders aan de zamen- stelling van het bestuur moeten medewerken. Zij zijn zeker niet ten eenenmale in het onregtmaar de middenweg zal wel zijn dat èn de calamiteuse èn de subsidie betalende vrije polders zoo in het bestuur vertegenwoordigd worden, dat noch aan den eenen noch aan den anderen kant een voor anderen schadelijk overwigt wordt verleend. Er zijn er ook die zich beklagen, dat men aan de ingenieurs van den waterstaat in de districts-besturen stem heeft toegekend. Wij begrijpen niet waarom men daartegen zoovele bedenkingen hebben kan, tenzij men van oordeel zij, dat deze beambten altijd eene contraminerende rol spelen. Maar als in eene vergadering de gevoelens tegenover elkander staan en een speciaal deskundige zijn advies uitbrengtwaarom zou deze dan zijne stem niet kunnen uitbrengenzonder zich als dominerend of als prevalerend element te doen gelden. Men mag toch onderstellen dat de leden onafhankelijk van anderer gevoelens hunne stem uitbrengen, dat zij der zaken kundig en onpartijdig zijn, anders zijn zij misplaatsten het is eene ongelukkige positie waarin men adviserende leden van vergaderingen plaatst, als men ze laat spreken onder de bepalinggij kunt uw advies bij stemming toch geën gewigt bijzetten. Daarenboven wanneer het landsbestuur er belang hij heeft, om zich door eenen zoodanigen deskundigen te doen ver tegenwoordigen, dan mag men dien geene medewerking tot besluiten ontzeggen, terwijl men voor zich zeiven klaagt, dat niet de naaste belanghebbende ook liet meest te zeggen hebben. Bij het drukken van dit bezwaar, is men, naar ons voorkomt, in tegenspraak met eigen vooropgezet beginsel. Doch genoeg, de voorgedragen regeling van het bestuur der calamiteuse polders, waardoor deze meest buiten eigen mede werking beheerd zouden wordenis schier algemeen door de polder-besturen en ingelanden onaannemelijk geacht. Want al gaat men niet zoover om te stellen, dat bij calamiteus verklaring van eenen polder ook de ingelanden en bestuurders iu hun verstand en admi nistratieve bekwaamheden calamiteus wordenmen ziet toch na tuurlijke belangen voorbijwanneer men of bij vrije polders of bij districts-besturen, voor het meerendeel uit vrije polders gekozen, het beheer overbrengt. Zoo als gewoonlijk haart echter ook hier het geldelijk beheer niet de minste bezwaren. Er zijn onderscheidene contribuerende ligchamendie alle eene controle eischen en vooraf vragen of de naastbelanghebbenden wel naar hunne krachten contribueren. Daartoe is eene taxatie en geschots- regeling voor de calamiteuse polders door Gedeputeerde staten de beste opdat alle verwijt eindige en de grondslag dei- behoefte billijk zij. En waar dan blijkt, dat die behoeften wer kelijk slechts door anderer hulp kunnen worden vervuld, daar zijn zeker de achterliggende polders de eerst geroepene om te helpen, waarom zij dan ook bevoegd zijn aandeel in toezigt en beheer te hebben. Maar weder hangt alles af van de bepaling of de be langen der calamiteuse polders meer of min algemeene belangen zijn. Daar over zullen de gevoelens wel blijven uit een loepen. De een meentalleen de provinciede ander zegt geheel het va derland heeft er belang bij. Wij gelooven dat er voor het laatste veel te zeggen is, want de landbouw is ten bate van geheel het volk en de bewaring van grond is eene aanwinst niet alleen maar eene noodzakelijkheid voor allen. Voor zoo ver hier van oever- defensie sprake isheeft zeker de provincie het eerste belang maar de bevestiging van vruchtdragende polders heeft dat niet alleen voor de provincie, waarin zij gelegen zijn. Het is daarom dan ook natuurlijk, dat hier de handen in een geslagen worden en het blijft slechts te bepalenop welke wijze en naar wel ken maatstaf dit geschieden zal. De overweging daarvan komt op den voorgrond bij de vraag van waar het subsidie komen moét en tot welk bedrag die van de eene en andere zijde moet verleend worden. Wij zouden haast zeggen deze geheele aan gelegenheid wordt er door beheerscht. De taxatie moet eerst aan wijzen wat uit eigen boezem kan opgebragt wordenmaar dit eenmaal naar eenen billijken maatstaf geregeld zijnde, hangt alles daarvan afof men in het helpen der calamiteuse polders een aLgemeeu belang ziet al dan niet, en hoever dat algemeene zich in dezen uitstrekt. Als wij resumeren wat wij van de bedenkingen der besturen tegen het ontwerp vernomen hebben, dan komen wij tot de slot som, dat de verscheidenheid van opinie, die zich reeds meermalen op dit punt in de Staten-vergadering heeft geopenbaard, ook nu wel weder blijken zal, en zal men dan wel veel nader gekomen zijn aan den gewenschten uitslag Het is door velen opgemerkt dat hetgeen men de leidende gedachte noemt in het gewijzigd re glement, daar in te veel is uit het oog verloren, of althans niet opgevat in den zin, waarin men meent dit te moeten verstaan. Deelen de Staten dit gevoelen, dan zal er geene lange discussie noodig zijn over de artikelen, nadat het beginsel waarop zij rusten onaannemelijk is geacht. Toch zal de aanstaande vergadering der Staten alweder deze nuttigheid hebbendat zij meer doet uit komen, wat men niet wil en wat ook niet wenschelijk is. Wij

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1