1803. 34. JTfaatseftjli lestuur. MAANDAG 23 MAART. 50,te Jaargang. Gemeente-raad. to Goes, Putolicatie «OËSSCHE 101II (VI', De uitgave dezer ('oiiraut geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd cp feestdagen. Prijs per kwartaal 1,93 fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentie» worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels ƒ1,80, behalve het zegelregt. Re inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR, OP PINGSPAO PEN 24 MAART 1863, DEN NAMIDDAGS TEN HALF 8 URE. PUNTEN VAN BEHANDELING: 1. Berigt van de verandering der diensturen op het telegraaf kantoor, en voorstel om de beurs-uren alsnu ook te wijzigen en een nieuw reglement op de koopmansbeurs vasttestellen. 2. Goedkeuring aankoop grond en woningverkoop Nationale schuld en wijziging der begrooting voor 1863. 3. Aanbeveling ter benoeming van een lid der school-commissie. 4. Aanvraag magtiging van Gedeputeerde Staten om met de be sturen van andere gemeenten maatregelen te beramen tot het verbeteren en onderhouden der gemeente-wegen. 5. Verhooging van de verzekerde sommen wegens brandschade van sommige gemeente gebouwen. 6. Vaststelling kohier belasting op de honden 1863. 7. Mededeeling van ingekomen stukken. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES gezien de circulaire van den heer Commissaris des Konings in deze provincie van den 14 dezerA. n'>. 3230 41c afdeeling (Provinciaal blad n\ 37.) Herinneren bij deze de belanghebbendenaan de bepalingen vervat in de wet van den 8 November 1815, (Staatsblad no. 51,) art. 125 der provinciale- en art. 228 der gemeente-wet, volgens welke alle VORDERINGEN TEN LASTE VAN DEN STAAT DE PROVINCIE EN DE GEMEENTE, binnen zes maandenvolgende op het jaar waarover dezelve loopen, zullen moeten worden ingediend, bij zoodanige adrainistratiën of ambtenaren als welke de orders tot het doen van leverantiën of anderzins gegeven hebben, op poene van te worden gehouden voor verjaard en vernietigd; wordende mitsdien een ieder uitgenoodigd, om de pretentie welke hij ten laste van het rijkde provincie of de gemeente, over 1862 mogt hebbenzoo spoedig mogelijk in te dienen, en daartoe den uitersten termijn, bij de wet vast gesteld, zijnde den laatsten Junij aanstaande, niet af te wachten. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd aangeplakt en in de Goessche Courant geplaatst. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 31 Maart 1862. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. Op Dingsdag- 31 Maart zal de Minister van Binnenlandsche Zakenin de vergaderzaal der Eerste Kamerop plegtige wijze de medailjes en certificaten uitreiken, welke aan Nederlandsehe inzenders op de Londensche tentoonstelling zijn toegekend. De voorstanders van de afschaffing der tienden hebben zich zeker verheugd, dat de wet op den afkoop daarvan door de Tweede Kamer is aangenomen. Die blijdschap moet echter aan merkelijk getemperd worden, als zij nu lezen, dat de kamer eene revolutionaire en ongrondwettige wet in het leven heeft geroepen, dat het ontwerp in strijd is met de regelen van het burgerlijk wetboek, en dat de Eerste Kamer het niet aannemen kan zonder de grondwet te schenden. Het mag wel als een belangrijk feit worden vermeld, dat 46 leden der Tweede Kamer tot zulk eene ongrondwettige handeling hebben medegewerkt, en dus zoo wei nig begrip van hunne roeping hebbendat zij juist zelve doen, wat zij bij anderen moeten zoeken voortekomen of tegentegaan. Dat feit krijgt nog te meer beteekenis, als er gezegd wordt, dat deze daad, de aanneming der wet, heeft plaats gehad tegen de eigenlijke bedoeling der meerderheid. Die meerderheid heeft dus eigenlijk niet geweten wat zij deed of wat zij wilde. 'tZiet c? treurig uit als er maar 13 leden in de kamer zijn, die vol gens eed en pligt de grondwet handhaven en naleven. Dat wordt niet verontschuldigd door den grooten spoed, waarmede de ar tikelen zijn afgehandeld. Al bestond er ook drang om te haas ten, wat hier zeker het geval niet was, dan zou de kamer daarin geene verschooning kunnen vinden. Maar als het dan toch zoover gekomen is, dan wordt het tijd, dat niet alleen die beginselloozetrage, autocratische, weifelende ministers worden opgeruimd, maar dat ook die 46 haastende en de grondwet schendende leden van de Tweede Kamer worden naar huis ge zonden. Die gevolgtrekking ligt voor de hand, en dat zal dan ook wel de wensch der tegenwoordige oppositie wezen, 't Staat nu eenmaal vast, wat van deze ministers voortkomt kan niet goed zijn, en als zij bij de meerderheid van de Tweede Kamer ondersteuning vinden, dan geschiedt dit tegen de eigenlijke be doeling dier meerderheid. De anti-sloopers zullen dus op hunne beurt sloopers van het parlementair gebouw moeten worden. Doch er is nog één redmiddel. Als de 46 leden, die tegen hunne bedoeling eene wet aannamen, slechts geraden en voorgelicht willen zijn. Iemand biedt zich aan om, bij het naderen van nieuwe gewigtige beraadslagingen, hun den toestand klaar en duidelijk voor oogen te stellen. Het is hem zelfs noodig voorgekomen niet te wachten tot zijne voorlichting werd ingeroepen, maar hij is airede begonnenook om nog eens ernstig tegen overijling te waarschuwen. Die trouwhartige raadgevertot wien de 46 kamerleden en de 6 ministers zich slechts te wenden hebben, is onze Jonge Hagenaar. Zie Pagblad n'. 69.. De minister van Marine heeft ter kennis van belanghebbenden gebragt, dat in de maand Mei een vergelijkend examen zal plaats hebben van jonge lieden, die als machinist leerlingen der tweede klasse wenschen te worden aangenomen. Het getal der als zoo danig te plaatsen jongelingen zal zich tot zes bepalen. Het ver zoek om tot het examen te worden toegelaten moet vóór 15 April worden ingediend. De jongelingen die toegelaten kunnen wor den moeten geboren zijn in de jaren 18441848. Gedeputeerde Staten van onze provincie hebben besloten een adres te zenden aan den minister van binnenlandsche zaken, om hunne zienswijze te doen kennen betrekkelijk de voor den spoor weg vereischte werkzaamheden aan het Sloe. Volgens de Middelb. Courant wordt in dat adres de meening bestreden, door de com missie voor de staats-spoorwegen in haar jongste verslag uitge sproken, dat het voor den spoorweg onverschillig is, of het Sloe met een damdan wel door middel van een brug zal moeten worden overgegaan, terwijl tevens in het adres betoogd wordt, dat de afdamming nimmer nadeelig zal kunnen werken op de veiligheid der reede van Rammekens. De Middelburgsche gemeenteraad heeft aan de drie heeren, die in commissie gesteld waren, om te adviseren omtrent het adres waarbij aangedrongen werd, om bij de hooge regering de noodige stappen te doen tot bespoediging van de spoorweg plannen, op gedragen, om in persoon daarover met den minister te gaan spreken. 4*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1