1863. N°. 33. DONDERDAG 10 MAART. 50" Jaargang;.
]Jfaatsefij& bestuur.
PUBLIEKE BESTEDING,
HelïLoacimals.iiis.
Bels.oncimalïLins.
lümenfttnöscfje lengten.
MiBM'Ht: nu it ut.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,55 fr. p. p. 1,90.
p Gewone advertentiën worden a 20 et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, linweiijks- en doodberigten van
1-6 regels ƒ1,30, behalve het zegelregt.
lie inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Op Zaiurdatf den 28 dezer des namiddags ten een ure, zullen
Burgemeester en Wethouders van Goes, ten raadhuize aldaar, in
het openbaar aan den minst inschrijvende trachten aantebesteden:
HET DOEN VAN EENIGE VERNIEUWINGEN EN
HERSTELLINGEN AAN DE SCHOOLGE
BOUWEN DEZER GEMEENTE.
Volgens bestek en voorwaarden welke daarvan van heden af,
ter Gemeente secretarie, zullen ter lezing liggen en waarvan
lokale aanwijzing zal geschieden op Donderdag den be
vorens des namiddags ten vier ure, te beginnen aan het School
gebouw in de Hoogeboomen.
Goes, den 19 Maart 1863.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES,
Gezien art. 150 der wet van den 19 Augustus 1861, (Staats*
blad n'. 72), brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden:
Dat de lotelingen voor de nationale militie dezer gemeente
voor de ligting van 1863, die dienstpligtige nummers getrokken
hebben en welke mogten verlangen bij de ZEE-MILITIE te die
nen, zich daartoe vóór den eersten April eerstkomende aan hen
zullen behooren aan te melden.
Zij noodigen mitsdien de zoodanige uit, zich vóór den bepaal
den dag daartoe ter gemeente-secretarie aantegeven, alwaar door
hen de verlangde inlichtingen kunnen verkregen worden.
Gedaan te Goes, den 18 Maart 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES,
maken bij deze bekend:
Dat de plaatselijke school-commissie, ter voldoening aan het
bepaalde bij art. 6 der verordening regelende het onderwijs in
deze gemeente, vastgesteld door den gemeenteraad den 12 De
cember 1859.
TOT HET AANNEMEN EN TOELATEN VAN LEERLINGEN OP DE
SCHOLEN VOOS LAGER EN MEER UITGEBREID
LAGER-ONDERWIJS,
voor jongens en
zitting houden zal ten raadhuize, op de voorzaal, woensdag 1 April
des middags 12 ure.
En noodigen een ieder uit, om van die gelegenheid gebruik
te maken tot het opgeven van de kinderen die men na de paasch-
vacantie verlangt op een der bedoelde scholen te zenden, aan
gezien dit zonder de toelating der schoolcommissie, niet vermag
te geschieden.
Door afkondiging, aanplakking en opneming in de Courant zal
aan deze de noodige publiciteit gegeven worden.
Gedaan te Goes den 18 Maart 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
De Tweede Kamer der Staten-generaal heeft het ontwerp van
wet betreffende hèt''üendrégt'V&n hét kroondomein, met. alge-
meene stemmen aangenomen. Evenzoo het ontwerp van wet re
gelende het beheer van het kroondomein.
Dezelfde kamer houdt zich nu bezig met de behandeling der wet
betreffende de afkoopbaarstelling der tienden. Onderscheidene
sprekers hebben over de algemeene strekking der wet het woord
gevoerddoch allen hebben op den voorgrond gezetdat reeds
tweemalen de wet door deze kamer aangenomen zijndede dis
cussie daarover zeer kan worden beperkt. Bij de behandeling van
art. 1 zijn twee amendementen voorgesteld. Het een van den heer
de Brauwstrekkende om de afkoopbaarstelling wederkeerig te
maken, luidt: „De heffer heeft de bevoegdheid om ten allen tijde
te vorderen, dat de afkoopprijs van zijn regt worde vastgesteld."
Het andere was van den heer Godefroi, die bij het artikel wilde
voegende volgende bepalingdoor den afkoop gaat het regt
op de schuldpligtigheid verloren. Over beide amendementen wor
den thans diseussien gevoerd, nadat zij door de voorstellers zijn
toegelicht. Twee sprekers hebben het beginsel door den heer de
'Brauw in de wet gewild, bestreden, één verklaarde zich daar voor.
Volgens een, bij het ter perse leggen ontvangen telegram, is het
j ontwerp, na vervrerping van het amendement van den heer de Brauw,
schier onveranderd aangenomen met 46 tegen 13 stemmen.
De ingediende begrooting voor koloniën heeft zooals wij ver-
wacht hadden aanleiding gegeven tot nieuwe ontboezemingen
van de anti-ministeriele pers, geheel in den geestzoo als wij
die van haar gewoon zijn. Terwijl de vijanden van het ministerie
in hunne opgeblazenheid de beginselen van eiken tegenstander
verdenken, ja zelfs vragen of er bij hen wel beginselen zijn,
moeten wij hun de eer geven dat zij aan één beginsel getrouw
blijven, aan dat van partijdig te oordeelen en onbillijk te veroor-
deelen. Waarlijk het wordt hoe langer zoo meer waarheid, dat
het eere is door dezulken te worden verguisd, wier beginsel geen
ander is, dan hatelijk te zijn en ware het mogelijk hatelijk te
maken. Het zou dwaas zijn in eene wederlegging te treden van
redeneringen, die voor alsnog in de lucht hangen. Gaarne laten
wij aan bladen als de Jonge Hagenaar het genoegen om te razen
en te schelden tegen menschendie zich nooit beijverd hebben
om de gunst der oppositie mannen te verwerven. Nu er echter
al aanstonds lange artikelen worden geschreven om eenen be
windsman verdacht te makenvoor hij nog gesproken heeft, heb-
ben wij slechts in herinnering te brengendat men zich weinig
behoeft te ontrusten over de uitspraken van hen, wier beginsel is
om den meestbiedenden te dienen en alles en allen er aan opte-
offeren, als men maar onder den schijn van eene partij te dienen,
eigen voordeel bevorderen kan.
Z. M. heeft bepaald dat het porto der brieven die tusschen dit
rijk en de nederlandsche koloniën Suriname en Curacou benevens
onderhoorigheden over en weder door middel van gesloten brie
venmalen over Engeland verzonden worden, na 16 Maart weder
wordt gebragt op vijf-en-tachtig cents voor den enkelen brief,
namelijk tien cents ten behoeve van het rijk, tien cents ten behoeve
der koloniale kas en vijf-en-zestig cents tot goedmaking van
hetgeen aan buitenlandsche regeringen of administratien wegens
1 regten van doorvoer of kosten van overbrenging verschuldigd is
in overeenstemming met hetgeen daaromtrent bij art. 1 van het
kon. besluit van 6 Maart 1854 werd bepaald.
In het Staatsblad no. 10 komt een koninklijk bestuit voor
houdende bepaling dat de vroeger genomen besluiten omtrent
het daarstellen van een nieuwen afstandwijzer, niet van toepassing
zijn op de berekening der reiskosten in strafzaken, waaromtrent
de tijdens bedoelde besluiten bestaande verordeningen van toe
passing moet blijven.
De minister van oorlog heeft een besluit geprovoceerd, dat wel
ter kennis ook van de dames mogt worden gebragt. Z. M. na-
I melijk heeft op voorstel van dien minister bepaald, dat het niet
meer voldoende is om van de aanstaande echtgenoot eens officiers