1863. N". 31. DONDERDAG 12 MAART. 50" Jaargang. yfaatselïjfc lestuur. Ittmenfcmftsciie lengten. - - 1 - ,i in." De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,95fr. p. p. f 1,90. Pff-.ï. ''JU J Gewone adverteiitiPn worden a 30 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 fegels ƒ1,30, behalve het zegelre^t. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bols.encimal5.in§. De BURGEMEESTER van GOESmaakt bij deze aan de in gezetenen dezer gemeente bekend: Dat de kohieren n5 en 6der PERSONELE BELASTING over het dienstjaar 1862 op 1863, op den 4den dezer door den heer commissaris des konings in deze provincie executoir ver klaard, op heden ter invordering aan den ontvanger van 's rijks belastingen gezonden zijn. En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voorwende zal deze worden afgekondigd op de gebruikelijke wijze. Gedaan te Goes, den 11 Maart 1863. De burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. Te rekenen van den 161™ dezer maand zal het rijkstelegraaf kantoor te Goes, op werkdagen van negen uur voorm. tot drie ure nadenmiddag en van vijf tot zeven ure des namiddags geopend zijn. De diensttijd op zon- en feestdagen blijft onveranderd. Bij de behandeling van art. 37 der wet op het middelbaar onderwijs, is door den heer Groen een amendement voorgesteld, waarbij de fakultatieve bepaling omtrent het heffen van school gelden imperatief werd gemaakt. Dat amendement is met groote meerderheid verworpen, deels omdat het inbreuk maakte op de vrijheid der gemeenten en in strijd was met de bepalingen der gemeentewet, deels ook omdat men begreep, dat daardoor het bijzonder onderwijs zou worden begunstigd, in het belang van bijzondere opinien. Wij gelooven, dat de verwerping op dien grond eene weldaad is, voor de natie. Wel heeft de heer Groen gezegd: Wanneer eene gemeente kosteloos onderwijs doet geven, dan wordt daardoor het bijzonder onderwijs gedood;" maar juist in deze bekentenis lag de grond waarop velen zich tegen dit amendement verklaarden. IToe milder eene wet is voor het bij zonder onderwijs, des te minder heeft het staats-toezigt op het onderwijs te beteekenen. De voorstanders van bepaalde rigtin- gen wenschen niets anders en vreezen dus niet zonder grond dat wanneer de staat voor kosteloos onderwijs zorgt, de bijzon dere scholen niet bezocht zullen worden, tenzij ook daar gratis onderwijs worde gegeven. En hoeveel men voor de goede zaak, zoo als men het noemtover hebbedat is toch wat veel ge vergd, dat de bijzondere scholen geheel voor rekening zullen komen van bijzondere personen, die in den regel daarvan voor zich zelve geen genot hebben, dan voor zoover er genot in is om zijne denkbeelden voortteplanten. Maar indien de staat voor degelijk onderwijs zorgt, indien dat onderwijs ingerigt is volgens de wijze bepaling, dat daardoor niemands gemoedelijke overtui ging kan gekwetst worden, welke is dan de behoefte aan die bijzondere scholen? Indien het te doen is om in de scholen het volk opteleiden tot die kundigheden, die nuttige en bruikbare burgers vormen, die door ontwikkeling der intellectuële krachten de productieve kracht der natie verhoogen, dan moet het stre ven niet zijnom naar deze of die school maar naar de school te brengen en die school zoo interigtendat zij aan de behoeften voldoet. Men heeft zeer natuurlijk bij de discussie over dit on derwerp ook gedacht aan de bepaling daaromtrent in de wet op het lager onderwijs. Maar dat geeft dan ook aanleiding om te vragen of de ondervinding geleerd heeft, dat bijzondere scho len zoo veel nut stichten. Boven anderen doen zij dit zeker niet, en staan zij gelijk, dan blijft de vraag, waarom bestaan zij? Wij weten, dat velen ze tot geenen prijs zouden Willen missen en zijn ze daarom een noodzakelijk kwaad, het kwaad komt ons niet minder verderfelijk voor omdat het noodzakelijk is. En wat het bezwaar van den heer Groen betreftomtrent het dooden van dat onderwijswij zouden zeggenindien de natie het wil, in- dien zij overtuigd is, dat noodig te hebben, dan is het niet te vreezen, dat het gedood zal worden; maar stierf het pok omdat men begreep, dat de staatschool in de behoefte voorziet, dan zou dit alleen kunnen betreurd worden door hen, die niet het algemeen belang maar het hunne zoeken. Is de staat verpligt te zorgen, dat er voldoend onderwijs worde gegeven en doet hij dat met die naauwgezetheid, die ieder burger eischen mag, dan kunnen bijzondere scholen niet anders zijn, dan middelén om het goede en groote doel der staatswet tegen te werken of te verijdelen. Volgens telegrafisch berigt, heden middag uit 'sGravpnhage ontvangen, is de wet op het middelbaar onderwijs dezen mo|gen door de tweede kamer aangenomen met 40 tegen 25 stemmen. Wij verheugen ons in de aanneming der wet en niet het minst over de wijze der aannemingdie het bewijs oplevertdat twee derden der kamer de wet in hare beginselen hebben goedgekeurd. Er zijn, zoover wij weten, maar weinig veranderingen in het oor spronkelijk ontwerp gebragt. De voornaamste is die omtrent de vermindering van het aantal landbouwscholen. Of men de wet en in het algemeen de zaak van het onderwijs daarmede dienst ge daan heeft, durven wij betwijfelen. Al verlangt men ook geenen geleerden landbouwenden stand, zoo is toch wetenschappelijke vor ming voor dit belangrijke deel onzer natiezeer te wenschen en zijn de bewijzen voorhanden, dat onze landbouw gebaat isdoor de oprigting van eene landbouwschool. Dubbel bejammeren wij de aanneming van het amendement Begram, omdat daardoor het vooruitzigt benomen wordt om meer zuidelijk in ons land ook eene school te hebben als die te Haren. Mogten particuliere inrigtingen daaraan te gemoet willen komen, dan zullen die waarschijnlijk de gewenschte uitbreiding niet kunnen erlangen. Doch voorshands berusten wij en stellen ons te vreden met de aanneming eener wet, die ten doel heeft om nuttige en nood zakelijke kundigheden onder alle standen te verspreiden, en wij twijfelen er niet aan, of, als eenmaal de wet in werking is en werkelijk meer wetenschappelijke burgers heeft gevormd, dan zal van zelf de behoefte zich doen gevoelen om verder voorttegaan; en als de behoefte aan licht zich gevoelen doet, dan zal ook de j poging om licht te geven geen tegenstand meer ontmoeten. I De aanbesteding door de commissie voor de staatsspoorwegen van verschillende gebouwen en inrigtingen op het station Bergen op Zoom en de halte Wouw, voor den spoorweg Roozendaal-Goes, heeft heden morgen plaats gehad. De minste inschrijver was P. van Dam, van Ameide, voor 41,670. Z. M. heeft benoemd tot plaatsvervangend kantonregter te Nijkerk den heer P. T. W. van Kerkwijk, ontvanger der rege- stratie aldaar. De kerkeraad van Wolfaartsdijk heeft bij medestemming van ambachtsheeren met meerderheid van stemmen tot predikant beroepen ds. W. J. Gezelschapthans te Heemstede. Dit is het zesde beroep dat door den kerkeraad in dezelfde vakature wordt uitgebragt. Een dagblad (de jonge Hagenaar) is verontwaardigd, dat geene hollandsche schepen voor Vlissingen waren gekomen, om eer te bewijzen aan de bruid van den Engelschen kroonprins en aan de Engelsche vlag, die eenige dagen op [onze kusten gewapperd heeft. „Zoo ooit metaal kon worden bezield ten leven, dus lezen wij dan zou het purper des toorn s de wangen van den bronzen Michiel hebben gekleurdbij het zien van een nage slacht ontzenuwd door den materiëelen koopmansgeest der eeuw." Maar de goede Michiel zou dan ook niet vergeten hebben, dat een groot deel zijner heldendaden geene andere strekking hadden, dan om de schatten te beveiligen, te verdedigen of te herwinnen, die de koopmansgeest van zijnen tijd naar ons vaderland zocht

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1