OSiritenfanÖscOe Okrtgten.
Volgens nader medetedeelen programma zal de heer Ahrenmann
oen conoert geven, waarvan de opbrengst zal zijn ten voordeele
S*&Ldïr (Economische spijsuitdeelin|^Wij juichen het plan toe
en hopen, dat het dien bijval en cue/ondersteuning vinden zal,
waarop het aanspraak kap. maken. .Er zijn velen onder ons die
gaarne kunstgenot smakener-Zijn meerderen nogdie gaarne
weldoen. Dat stemt tot eene goede verwachting. Moge die
niet beschaamd worden en de heer A. eene ruime bijdrage kunnen
leveren voor onze armen, nadat hij den bijval der meergegoeden
in ruime mate zal hebben ingeoogst.
Te Zierikzee is een concert gegeven ten voordeele van de Ver-
eeniging tot wering van armoede. Daartoe hebben de leerlingen
der zangschool medegewerktdie bij die gelegenheid bewijzen
van hunne vorderingen gaven. Het concert bereikte dus een
dubbel oogmerkhet voldeed buitengemeende opkomst was
talrijk, de concertgevers werden naar verdiensten geprezen en de
opbrengst voor de vereeniging bedroeg zuiver 75,
Wij ontvangen uit 's Heerenhoek berigt, dat dezen nacht kwart
over twaalf ure in die gemeente op het dorp brand is ontstaan
in eene schuur, waarvan een gedeelte behoorde aan G. Engel-
bert, en een gedeelte aan A. den Braber. De schuur is geheel
afgebrand, de oorzaak schijnt onbekend te zijn. Een en ander
was geassureerd. De spuit van Heinkenszand was reeds bespan
nen tot onmiddelijk vervoertoen een expresse de tijding bragt
dat men den brand meester en verdere hulp onnoodig was.
Bij den boekhandelaar van der Made te Botterdam zal een
populair weekblad worden uitgegeven onder den titel Be vraag
baak van Nederland voor den gezonden en zieken mensch, voor
onze landbouw en veestapel. Met medewerking van vele vader-
landsche geleerden.
Er zijn zeker weekbladen in overvloed, maar daarom kan een
populair weekblad nog wel gemakkelijk plaats vinden. Daaren
boven de 52 vellen druks met 80 a 100 platen zullen slechts
3 in het jaar kosten.
In den namiddag van 3 dezer heeft zich ten paleize van
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden en onder het voorzit
terschap van Z. K. H. eene commissie vereenigd, bestaande uit
de HH. P. J. Landrypresident van ordeO. O. van den
Berg, G. G. Couperus en Petrus Regout, vice-presidentenC. F.
van Berckel en mr. C. C. F. d' Eng elbronner, secretarissen; J. J.
van Coeverden, penningmeester; J. W. 'C. Amiabel, B. Blikman
Kikkert, H. L. Enthoven Lz.J. C. F HotzEm. Koechlin
J. Kooij, J. M. van der Made, Paul C. van Vlissingen.
Onder hooge goedkeuring van Z. M. den Koning stelt deze
commissie zieh ten doel om ter gelegenheid der aanstaande pleg-
tige gedachtenisviering van Nederlands herboren onafhankelijk
heid een Nationaal Monument op te rigten, met vereeuwiging
tevens der nagedachtenis van wijlen Z. M. Willem I, die als
grondlegger onzer verlevendigde Nijverheid, Koophandel en Scheep
vaart onder de leidingen der Voorzienigheid de eerste en voor
name oorzaak is dat Volk en Vaderland het vijftigjarig feest
hunner zoo onverwachte, als bijna wonderdadige verlossing"
met dankbaarheid moge vieren.
In afwachting dat eene deputatie van drie harer leden de eer
zal mogen genieten van in eene daartoe door haar onverwijld
bij Z. M. den Koning aangevraagde bijzondere audiëntie eene
meer officiële kennisgeving van de vestiging dezer Commissie
aan Z. M. te kunnen overbrengen, heeft Z. K. H. Prins Frederik
wel op zich gelieven te nemen, daarvan voorshands aan Z. M.
berigt te doen.
Eene niet te vergelen bladzijde uit de schrijlen van
BENJAMIN FRANKLIN.
Eens kwam ik toevallig op eene plaatswaar eene openbare
verkooping moest gehouden worden en eene menigte menschen
vergaderd was. Het was nog vroeg: de menschen spraken van
de slechte tijdenen één onder anderen wendde zich tot een
oud man met grijze hairen, die, zoo als het scheen een welgesteld
man was. „En gij, vader abraham!" zeide hij „wat zegt gij
„van den tegenwoordigen tijd? Gelooft gij ook niet, dat de
„zware belastingen het land geheel zullen uitputten? Want hoe
„is het mogelijk, dezelve te maken; en wat meent gij, dat men
„doen moest?" Vader abraham bedacht zich een wijle en ant
woordde toen; „mijn goede raad staat u, en wel zonder lang
„uitstel, ten dienste: want één woord is voor den wijzen genoeg,
„zoo als de goede richard zegt." Het geheele gezelschap drong
„nu sterk bij hem aan, om te spreken; men sloot eenen kring om
„hem en hij hief aldus aan
„Waarde vrienden, en goede buren De belastingen zijn zekerlijk
zwaar; doch, zoo wij geene anderen hadden te betalen, dan de be
lastingen aan de Overheid, dan zouden wij wel klaar raken. Dan
wij hebben nog anderen, die ons veel zwaarder drukken. Onze traag
heid, bij voorbeeld, neemt ons tweemaal zoo veel af, als de Over-
Inmiddels heeft diezelfde Commissie zich begeven tot HH. Exc.
de HH. Minister van Binnenlandsche Zaken en Commissaris des
Konings in de Provincie Zuid-Holland zoomede tot den Heer
Burgemeester der Besidentie met gelijke kennisgevingen met
aanbeveling van dit zuiver nationaal ontwerp, waar immer mo
gelijk in hunne bijzondere bescherming.
De Commissie, die in alle gemeenten des lands op den bijstand
durft rekenen van plaatselijke commissiënnader door haren
doorluchtigen Voorzitter te benoemen, heeft den titel aangenomen
van: Hoofdcommissie tot de oprigting van een Nationaal Gedenk-
teeken voor November 1813 enz.
Zij zal haar Bureau voorloopig houden ten huize van den heer
Secretaris, Mr. C. C. E. d' Eng elbronner, Nieuwe Molstraat, n 2,
te 's Gravenhage.
DUITSCHLAND.
Berlijn. De koning heeft geweigerd de commissie te ontvangen
uit de kamerdie belast was met de aanbieding van het adres.
De kamer heeft hierop besloten om het adres eenvoudig per post
aan den koning te zenden.
Nu de Pruissische tweede kamer een adres van antwoord
aan den koning gezonden heeft, is ook door het Heerenhuis be
sloten een adres te zenden. Dit laatste echter zal in den geest
van het ministerie zijn en alzoo wel verre van een middel tot
verzoening te zijn, den politieken strijd nog verder uitbreiden.
FBANKBIJK.
Parijs. De keizer heeft aan den paus verzocht dat bij da
benoeming van nieuwe kardinalen ook de onlangs benoemde
aartsbisschop van Parijs, daarvoor in aanmerking zoude komen.
De paus moet echter geantwoord hebben, dat hij alvorens daartoe
overtegaan, nieuwe bewijzen van gehechtheid van de fransche
regering verlangde. Men meent daarin een bewijs te zien, dat
de paus geen onbepaald vertrouwen stelt in de bedoelingen der
fransche regering.
Onder de leden van de kamer der afgevaardigden heerscht
nog al opgewondenheid. De heer de Mornij heeft bij alle leden
der oppositie pogingen aangewend om in deze kamer ook alle
discussie te smoren. Maar hij is afgestuit op den onwil van
velen die de gelegenheid zoeken om een ernstig woord te doen
hooren. Wel hebben zij zich verbonden om over sommige on
derwerpen, als bijv. over de Italiaansche kwestie te zwijgen,
maar met des te meer belangstelling willen zij andere in be
handeling brengen. De ministers rekenen/ er opdat de meer
derheid op hunne hand is en dat deze de debattendie de re
gering vreest zal weten te voorkomen, maar zeker zullen toch
stemmen opgaan, die misschien onaangename waarheden zeggen.
Er is eenmaal gezegd het keizerrijk is de vrede. Het heeft
er zeker allen schijn van wanneer die vrede zelfs niet door eenige
discussie wordt verstoord. Maar indien hij tot zulk eenen prijs
moet verkregen worden, dan is niet alleen vrede en doodslaap
één, maar dan moe! die vrede eens in vrees elijke onrust ver
anderen.
Omtrent Polen is men hier in het onzekere. Maar de be-
rigten zijn allen van dien aard, dat men vreest voor nieuwe
uitbarstingen.
De hoop op eene tusschenkomst van Frankrijk in de zaken
van N.-Amerika, is nog niet verdwenen. De heer Slidell, die
hier nog altijd zijne pogingen aanwendt, schijnt daarmede zeer
ingenomen.
heid; onze hoogmoed driemaal; en onze dwaasheid viermaal meer.
Van deze belastingen kan ons geen volksvertegenwoordiger, noch
geheel, noch ten deele verlossenevenwel is nog niet alles ver
loren, als wij maar goeden raad willen volgen; want, zoo als de
goede Bichard in zijnen Almanak van het jaar 1733 zegt; God
helpt hen, die zieh zei ven helpen."
„Over de Begering die het volk dwingen wilde, om het
tiende gedeelte i an zijnen tijd vroondiensten te doen, zoude ieder
een schreeuwen; maar de traagheid neemt den meesten onder
ons nog meer tijd weg. Bekent eens den tijd, dien gij in
volstrekte ledigheid, dat is te zeggen, met niets te doen, of in
buitensporige vermaken, die niet veel meer beteekenen, doorbrengt,
en gij zult zeggen dat ik gelijk heb. De ledigheid verkort nood
zakelijker wijze ons levendewijl zij ons verzwakt. Ledigheid
is een roest, die veel meer aantast, dan zelfs de arbeid. De sleutel,
dien men dikwijls gebruikt, is altijd blank, zegt de goede Bichard.
Doch, bemint gij het leven, zoo verderf den tijd niet, zegt de goede
Bichard verderwant hij is de stoflèuit welke het' leven ge
maakt is. Hoeveel verliezen wij alleen daardoor, dat wij langer
slapen, dan noodig was, zonder te bedenken, dat de slapende vos
geen hoen vangt, en dat wij in het graf nog lang genoeg zullen
slapen. Is de tijd het kostbaarste van alle dingen, dan is tijd-
verkwisting de grootste van alle verkwistingen: want, zoo als