1863. IS". 7. DONDERDAG 22 JANUAEIJ. 50 Jaargang. yfafltsefffli 35esluur. (ï«[!SMill!(!fll;BA\T. De uitgave dezer Courant geschiedt Daan- dag en Donderdag 'avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,55 fr. p. p. 1,90. Gewone advertcntiëii worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels ƒ1,SO, behalve bet zegelregt. De Inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Putolioatie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend: dat het REGISTER van INSCHRIJVING met de daaruit opgemaakte ALPHABETISCHE NAAMLIJST voor de NATI ONALE MILITIE over 1862, voor de ligting van 1863, van heden af tot den laatsten dezer maand ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd; alsmede dat gedurende dien tijd tegen register en lijst bezwaren kunnen worden inge- bragt bij den Heer Commissaris des Konings in dit gewest, zulks op ongezegeld papier en door de noodige bewijsstukken gestaafd, en welk verzoekschrift moet worden overgebragt bij den Burge meester dezer gemeentetegen bewijs van ontvang. Gedaan te Goes, den 22 Januarij 1863. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. EN KUNST. Het is Dingsdag avond op nieuw onder ons gebleken, wat de liefde vermag en hoe rijk de zegen is die zij verspreidt; wat de kunst bedoelt en hoe zij den menseh veredelt. Zeker staat de kunstenaar dan het hoogst, wanneer een hooger aandrift hem zijne krachten doet ontwikkelen, wanneer hij zijne gaven dienst baar maakt aan de opwekking en besturing van die aandoenin gen, die het sieraad zijn van den mensch. De bevordering van den zin voor het edele en schoone, dat eenig beginsel van ware deugd, ligt niet alleen op den weg der kunst, maar is haar ideaal; en zij zijn de ware priesters en priesteressen in het hei ligdom, waar alles zich in één streven moet oplossen, die dooi de uitdrukking der schoonste en heiligste gedachten krachtig en overtuigend spreken tot het hart. Het was eene regt gelukkige gedachte om liefde en kunst alzoo te vereenigenals dit ge schiedde op den waarlijk muziekalen avond van Dingsdag. Wij brengen dien nog eens in herinnering, zoowel om hulde en dank te brengen aan talenten, die wij bewonderden, als om eene ge beurtenis in gedachtenis te houden, die hier wel niet zeldzaam is, maar die alle opmerking verdient. De Zuid-Bevelandsche Dorcas, die vele jaren eene nuttige taak verrigtte en menigen armen in ons midden beweldadigdekon dit jaar niet als anders werkzaam zijn, omdat de duurte dei- grondstoffen haar belemmerde. Niet gewoon om veel van zich te doen spreken, verhief zij dan ook geene klagende stem en ging niet rond om medelijden te wekken, maar besloot zij te doen wat zij kou, en verder de aanwijzing te volgen, die haal dool- liefderijke harten en handen zou gegeven worden. Die aanwijzing bleef niet uit. Naauwelijks was het hier en daar bekend, dat onze armen dubbel leden onder den nood der tijden, of een middel ter hulpe was bedacht, en dat kan de liefde alleen het denkbeeld was terstond werkelijkheid geworden. Een onzer verdienstelijke dilettanten nam het initiatief; de me dewerking werd hem ruimschoots toegezegden de vraag bleef slechts te beantwoordenwie zullen eene zoo edele poging on dersteunen? De ondervinding deed verwachten, dat het velen zouden zijn. De uitkomst beschaamde niet. Alle weidenkenden juichten het plan toe; ieder droeg naar zijne kracht bij, om het gewenschte uitvoering te geven. Verblijdend was het optemerken, dat niemand hunner behoefde gedrongen te worden, want het wel geplaatste hart had er behoefte aan, om de hand te leenen en de kunst te steunen, de armoede te helpen en het liefdewerk te voltooijen. Met verlangen werd de avond voor het conceit te gemoet ge zien, en om kunstgenot te smaken en om het schoone doel te bereiken. Waar kon men beter gaail dan naar de plaats, waai de liefde een triomf zou vieren. De kunst vond daar eene schoone taakwaar zij het welgekozen middel was om te troostente helpente redden. Het bleek daar op nieuw hoe weinig zij hare beteekenis verstaan, die er enkel zingenot in vinden en haar dikwijls ten.onregte veroordeelen, waar zij ernstig tot het hart spreekt. En wie met ons daar wasdie heeft als wij genoten in den schoonen aanblik dier vereenigde schare, door één gevoel gedreven en toonende met de daaddat zij de roeping van den mensch, van den Christen verstaan, om in het leven, in werkeii en handelen, van een hooger beginsel te getuigen. Wij gelooven de tolken van alle aanwezigen te zijn, wanneer wij hartelijken dank brengen aan alle de dilettanten, die een zoo rijk kunstgenot verschaften. Zij toonden de gelukkige gedachte van den ontwerper van dezen avond begrepen te hebben, en geïnspireerd te zijn, door den wensch, om door de kunst iets goeds en schoons te stichten. Het ware onkiesch om in eenig detail te treden. Wij hebben groote talenten bewonderd, door muziek en zang beiden ons opgewekt gevoeld, en het is zeker niet de minste hulde, die wij aan de medewerkers brengen, wanneer wij verzekeren, dat zij ons vaak in die gelukkige stemming hragten waarin men al het stoffelijke vergeet, om in de wereld der toonen rondzwevende het lioogere te bedenken. Maar zij hebben ons niet maar opgevoerd tot liet leven in idealen, tot een onbestemd gevoel, tot onvruchtbare bespiegeling. Zij hebben ons het heer lijk beeld der meest gewenschte harmonie voor oogen gesteld. Zij Eebhen ons versterkt in het gêioöfdat' de kunsten bescha ven dat beschaving doet leven dat het ware leven werkzaam heid is, dat het schoonste werk is, elkander door liefde te helpen. Het was ons eene zigtbare verkondiging der waarheid, reeds in oude tijden beleden, dat de kunsten eenen hechten band om de menschheid vlechten, omdat zij veredelen en verhoogen. De mensch die voor hunnen invloed zich onvatbaar toont, verloo chent zijne natuur, doet zijnen aanleg gewéld aan, mist zijne bestemming. Wie door haar wordt opgevoed voelt in zich den krachtigsten aandrang tot het goede, en waar in den tempel dei- kunst allen den ongeschapen Geest vereeren, die zijne schepse len met zoo schoone gaven toerustte, daar wordt de broederband bevestigd, en de vrucht der kunst wordt niet alleen rijk voor hare beoefenaars maar keert tot het practische leven terug. Zijn wij wel onderrigt, dan heeft de muziekale avond ook in dat opzig-t beantwoord aan het doel, dat er eene krachtige bijdrage aan de Z.-Bevelandsche Dorcas kan gegeven worden. Dat vervult zeker de dames, leden dier vereeniging, met erkentelijkheid aan de kunstbeoefenaars en kunstbeminnaars. Dat zal onzen armen dankstof geven, als zij ervaren dat liefde en kunst zamenwerkten om hen te kleeden. En wij allen verblijden ons daarin, dat hier op nieuw het bewijs is geleverd van den gelukkigen geest, die nog altijd iu ons midden bestaat. Wij eindigen met eenen wensch dien zeker velen met ons deelenmogt voortdurend de kunst hier zoo gelukkig, zoo zegenrijk beoefend worden, opdat voor haar licht alles wijke wat de liefde verstoortmogt zij voortgaan onder ons die eenheid te bevorderen, die de kracht is van het maatschappelijke, leven. Dan gaan wij eene gelukkige toekomst te gemoet. De magt van het ware, schoone en goede zal over allen tegenstand zegepralen, en het zal waarheid zijn ook in ons midden, dat de kunst, in hare ware opvatting, een gezegend middel is om allen strijd te doen eindigen in de harmonie der Liefde. De storm die hier en elders in de eerste dagen der week heeft gewoed, vervulde allen met schrik en angst. In onze stad heeft hij geene andere schade gedaan, dan aan eenige daken. Gelukkig echter niet van groote beteekenis. Onheilendie elders zouden zijn voorgevallenzijn ons niet bekend geworden. Maar de correspondentie is belemmerd en wij zullen dus eerst-later kunnen weten, wat hier en daar voorviel. Gisteren kwam de post eerst in den laten avond hier aan en wij lezen in de dagbladen uit Rotterdam, dat ook daar de corres pondentie met vele steden is gestaakt of vertraagd. Van de bin-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1