éU 1863. Y'. 3. DONDERDAG 8 JANDARIJ. 5» Jiiargang. ^t8inetiffliiÖsel)e lengten, luüenfüiiösclje lengten. 1862. mmm mam De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. f 1,90. ewoue advertentiën worden a 86 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 'j - 1-6 regels A ƒ1,86, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie nren des namiddags op den dag der uitgave. Vervolg Zal de tijd voor Nederland heil aanbrengen? Dat is de vraag die zeker vóór alles ons het meest bezig houdt. Kunnen wij haar niet be vredigend beantwoorden, wij moeten ons doordringen van de gedachte, dat de toekomst van ons land voor een groot deel ligt in de hand van het volk. Getrouwe handhaving onzer constitutionele beginselen, door de regering, kan aan den bloei van ons va derland grootelijks bevorderlijk wezen, maar zamenwerking van allen moet daarbij de kracht der regering zijn. En dan dringt zich onwillekeurig de gedachte aan ons op, of de parlementaire strijd, die in de laatste dagen des jaars werd gevoerd een duur zaam iets belovend overleg tusschen het ministerie en de kamers doet verwachten Wij kunnen niet zeggen, dat het ministerie Thorbecke in den aanvang van dit jaar opgetreden, zoo fel bestreden is dan wel vroeger. Het is waar sommige dagbladen hebben niet opgehouden, dat in ver denking te brengen en aan alles eene hatelijke uitlegging gegeven, maar om de kracht van hunne bestrijding te bepalen, zou men eene tot dusver niet verkregen overtuiging moeten hebben, dat die bladen waarlijk de uitdrukking waren van de stem des volks. Nog onlangs verweet de jonge Hagenaar aan andere bladen, dat zij op commando spraken, maar wie twijfelt er aan of de spreuk ook op dat blad niet van toepassing is: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Het publiek is wijs genoeg om te weten hoe die dagbladartikelen in de wereld komen en welke waarde er moet worden gehecht, aan de verzekeringen, die zoowel van de eene als van de andere zijde worden gedaan. De partij mannen doen zich voor als organen van de nationale stem zij weten beurtelings te vleijen en te lasterenzij komen met bedreigingen en profetiën, grijpen zaken of personen aan, al naar het hun best dienen kan; zij ligten behendig uit andere bladen, watsoms buiten verband met het overige geschrevenevoor hunne stelling schijnt te pleitenzij vinden als in alle men- schelijk werk, bij hunne tegenpartij zwakheden genoeg, waarvan zij gebruik maken om die breed uit te metenzij hebben na tuurlijk het heil des volks en niets anders op het oog. Maar wat zien wij bij het publiek, dat door die hoogdravende artikelen moet opgewonden worden? Een groot deel bekreunt er zich, jammer genoeg, volkstrekt niet om; een ander deel amuseert zich met de kamp vechters en de strijd kan hun nooit te hoog gaanmaar de nadenkende laat zich door geene rpagtspreuken van den weg leidenhij erkent de overdrijving waardoor men hem wil ver blinden en hij beweert, zeker niet te onregte, dat de zoogenaamde uitdrukking van het gevoelen der natie niet veel anders is dan eene individuele opinie of hoogstens het manifest van die enkelen, die zich zelve of hunne vrienden aan het regeren willen zien. Wij zijn hoog ingenomen met de vrije openbaring van alle staatkundige denkbeelden, door middel der nieuwsbladen, maar gelooven, dat men daarbij niet vergeten moet, dat de lezers verstandig te onderscheiden hebben, alvorens zich in eene of andere rigting te laten mede slepen. Het wordt zoo spoedig gezegddat het land in gevaar is; dat het isnu of nooit dat de vreesselijkste gevolgen van de bestreden handeling met zullen uitblijven. Maar als een en andermaal gebleken is, dat die profetien liegen, dan hebben die redeneringen slechts kracht voor zenuwachtige dommelaarshet gezond verstand haalt de schouders op. Toch is het noodig van tijd tot tijd de herinnering te herhalendat men groote woorden gebruikt om bijzondere bedoelingen te bereiken; dat het intimidatie sijsteem het meest aangewend wordt, door hen die zich zwak gevoelen; en dat uit den aard der middelen, die men gebruikt, al ligt tot het onhoud bare der zaak die zij moeten dienenkan besloten worden. Voor dit laatste leverde de Hagenaar nog in zijn no. van 6 dezer een bewijs. Het heet daar: dat hij weet wat het gekost heeft om goedkeuring te verkrijgen op de tijdelijke opdragt van het ministerie van koloniën aan den heer Betz. Is dat zoo, dan moeten er ontrouwen zijn, die buiten het kabinet verraden wat daar binnen behandeld wordt. En waarom dan met eene zoo beteekenende terughouding gesproken? Wie met schouder ophalen eene vraag beantwoordt, doet ligt meer kwaad, dan wie rondweg van feilen spreekt. Maar wie ongevraagd zoo twijfelend van anderen getuigt heeft heimelijk eene booze bedoeling. Deze is hier niet moeijelijk te raden. Maar ook al ware die minder duidelijk, dan zou het nog zaak zijn te waken, dat men niet door eene eenzijdige voor stelling in het net worde gelokt. De laatste dagen van het afgeloopen jaar hebben een feit op geleverd, dat voor de toekomst niet zonder invloed zal blijven. De aftreding van den minister UMenbeck wordt beschouwd (altijd door den Hagenaar en consorten) als een schok voor het minis terie waardoor het noodwendig vallen moet. Anderen erkennen het gewigt' der gebeurtenis, maar meenen aan een voort bestaan te kunnen gelooven. Het is zeker, dat de meesten met meer of minder bezorgdheid aan de mogelijk volgende gebeurtenissen denken. Wij voelen ons daarom gedrongenom met onze lezers op het gebied der mogelijkheden een oogenblik rond te dwalen. Ook wij hebben onze meening, onze wenschen, onze verwachting. (Vervqlg in een volgend nommer De tweede kamer is Dingsdag 11. weder vergaderd. Zijn ingeko men koninklijke besluiten, missiven en stukken van ministerien, en onderscheidene petitien. Bij de krediet-wet voor koloniën is eene zeer korte memorie van toelichting gevoegd. Een zoo even ontvangen telegram berigt, dat heden morgen de krediet-wet voor koloniën met algemeene stemmen is aange nomen. De minister Betz heeft bij die gelegenheid verklaard, dat het interim zoo kort mogelijk zal duren, en dat naar het oordeel van het ministerie de liberale koloniale politiek door de kamers niet is afgekeurdevenmin als in een vorig jaar toen de groote meerderheid zich voor de politiek van hervorming en ver betering verklaarde. Ook de beide aanhangige onteigenings-wetten zijn heden door de kamer aangenomen. HH. MM. de koning en de koningin zijn beiden ligt onge steld. Omtrent den gezondheidstoestand van prinses Hendrik komen de meest geruststellende tijdingen. Z. M, heeft :an den luitenant ter zee le klasse L. M. de Laat de Kanterin Oost-lndieop verzoek eervol ontslag verleend uit de dienst. De minister van binnenlandsche zaken heeft goedgekeurd de aanneming in massa van het bouwen der schutsluisen aan de monden van het kanaal door Z. Beveland, welk werk nu volgens het bestek, met uit. April 1865 voltooid moet opgeleverd worden. Te Botterdam is door eenige handelshuizen bij inschrijving bijeen gebragt eene som van 235 welke bestemd zijn voor de ten gevolge van de katoen krisis buiten werk geraakte ar beiders in de Engelsche fabriek-districten. Men schrijft uit Ylissingen 4 Jan. Gisteren avond is aan een der wagens der omnibusdienst tusschen deze stad en Middelburg, de achteras gebroken en het rijtuig daardoor op zijde gevallen. Gelukkig is dit zonder verdere ongelukken afgeloopen en zijn de passagiers met den schrik en eene wandeling in den vrij on- aangenamen winteravond vrij gekomen. DUITSCHLAND1 JVeenen. In regeringskringen alhier koestert men geen groot denkbeeld van de hervormings-plannen die in den kerkelij- ken staat zijn toegezegd. Men meent dat de geestdrift daar-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1