1863. IN.. MA&MDA6 5 JAKUARIJ. 50 Jam-gang. yfaatscftjfe 3kstuur. i mmm De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prp per kwartaal 1,55fr. p. p. 1,90. w Gewone advertentie» worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,20, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Beliencimaltins. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van GOES geven bij deze kennis aan deingezetenen dezer gemeente dat het Z. M. den Koning heeft" behaagdbij besluit van den 27 December 11.no. 93 op nieuw te benoemen tot Burge meester der gemeente Goes, den" heer Mr. M. P. BLAAUBEEN, ter vervulling van de vacature, door gewone aftreding, op den 1 dezer ontstaan. En zal hieraan door afkondiging en aanplakkingalsmede door opneming in de Goessche Courantpubliciteit worden gegeven. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Januarij 1863. Burgemeester en wethouders voornoemd J. W. van KERKWIJK, Wethouder, De secretaris II. C. PILAAR. 18G^. Is het jaar 1862 rijk geweest aan belangrijke gebeurtenissen, het heeft menig ernstig vraagstuk onopgelost gelaten, en Saar alle kanten rigt zich het oog, vragend wat het jaar 1863 ons ople veren zal. Onze belangen staan itt z'oo nattutv verband met de politieke toestand van Europa, met den gang der zaken ook in andere werelddeelendat wij geene onverschillige toeschouwers kunnen zijn, maar onwillekeurig de kansen der toekomst berekenen, voorgelicht door de geschiedenis van het verleden. Wij laten het aan de dagbladen van meerderen omvang over, om een volledig overzigt te geven, van alles wat 'het afgeloopen jaar op staatkundig gebied heeft opgeleverdmaar wij meenen onzen lezers geene ondienst te doen, wanneer wij ook in ons blad een en ander in herinnering brengen, wat tot eene juiste beschou wing van het tegenwoordig standpunt niet mag worden vergeten. In de eerste plaats is wel aller aandacht op Amerika gevestigd, waar eene eenheid, die langen tijd voorbeeldig was, door eenen jammerlijken burgerkrijg werd vervangen. Die krijg waardoor zoo groote stremming is te weeg gebragt, moge menigeen voor deel gegeven hebben, voor een veel grooter aantal is die in hooge mate verderfelijk geweest. De handeldrijvende wereld, zoo vele nijveren in den lande, zuchten naar het einde van dien strijd. Maar wanneer zal dat zijn? En is daar hartstogt in het spel die schier eiken strijder bezielt, en van daar dieverwoedheid tusschen kinderen van denzelfden stam. De berigtendie bij zonderheden van het oorlogstooneel gevendoen ons niet hoog denken van de krijgskundige bekwaamheden der amerikaansche bevelhebbers. En zal een nog verholen talent moeten opstaan indien door krijgsbeleid de einduitslag zal worden verkregen. Plannen tot schikking worden wel beraamd maar blijkens een N'. Amerikaansch dagblad (Batavier 29 nov.) beoordeelt men die Zoo ongunstig, dat zich daarvan niets laat wachten. De geschie denis leert dat in zulke toestanden aan geene toenadering dei- verwijderde partijen kan gedacht worden, zoolang geene behoefte daartoe drijft. Maar die behoefte moet zich haast doen gevoelen, waar aan beide zijden eene dubbele oorzaak van uitputting bestaat, stilstand van handel en verlies van bloed en geld door den oorlog. Het oogenblik moet naderen waarin de drang der omstandigheden tot bezinning brengt. Wat daaraan nog vooraf zal gaan, is niet te berekenen De overwinningen aan eene of andere zijde zullen nooit schitterend zijn, omdat zij op burgers van hetzelfde vaderland worden behaald. In den roes, door een aanhoudende kruiddamp verwekt, vindt de gedachte aan broederzin geene plaats. Maar ont waken zullen zij tot betere denkbeelden, wanneer zij gaan berekenen dat hunnen milde hulpbronnen slechts in vrede kunnen vloeijen. Ook uit ons vaderland gaat de wensch op, dat het spoedig mogt zijn; niet alleen met het oog op zoo velen, die van hier derwaarts reisden, maar ook in het belang van onzen handel en van onze arbeidende klasse. In ons werelddeel valt ook nog zooveel te Vereffenen dat ons niet onverschillig kan zijn. Rust die tot werkeloosheid voert is zeker nooit wenschelijk, maar eene beweging zoo als in Italië en in Griekenland, kan slechts in een nog ver verwijderd tijdperk heilzame vruchten dragen. Yoor het oogenblik hebben de gebeur tenissen in het laatstgenoemde rijk de aandacht van het schiereiland eenigzins afgeleid, en men zou bijna geneigd zijn te denken dat de staatkunde niet vreemd was aan eenen loop van zaken, zoo uitne mend geschikt, om voor een poos althans, de moeijelijke beantwoor ding te verschuiven van de vraag, hoe de eenheid van Italië tot stand moet komen. Maar die vraag houdt niettemin de gemoederen in gisting en in den strijd om Rome lossen zich alle bedoelingen op. De strijd zal niet door de ministers van Victor 'Emanuel niet door Italiaansche wapenen beslifet worden. Hij wordt in de verschillende kabinetten met geene mindere hevigheid gevoerd; hij staat met groote en teedere belangen in verband, die onder alle vólken erkend worden. De worsteling om de oude wereldstad wordt met zorg gadegeslagen, door de vorsten die Italië gaarne vrijheid gunnen, maar de magt van Italie's eenheid duchten. Het is op dien grond,dat wij wel venvachten nieuwe staatkun digen hunne plannen te zien ontwikkelen en oude helden hunnen roem handhaven, maar de geest van Garibaldi zal eerst alle Italianen moeten doorstroomen eer zelfs een hand als de zijne den band sluiten kan. Ook voor Griekenland komt de toekomst ons niet helder voor. Tic' afstammelingen der oude helden en wijzen kunnen er nederig onder blijven, wanneer de eene vorst na den anderen de kandidatuur voor den griekschen troon afwijst. In die omstandigheid kan de oorzaak liggen van eenen geheel nieuwen toestand. De republiek is zeker op griekschen bodem niet vreemd. Maar zijn de Grieken rijp om dien staatsvorm zuiver te behouden? Dan moest men het alternatief niet stellen: Prins Alfred of de republiek. Eene monarchie onder eenen vreemden vorst, uit zulk een alternatief voortgekomen zou op geene duurzame sijmpathie der bevolking kunnen rekenen, en eene republiek gevestigd, omdat geen vorst den troon beklimmen wilzou althans niet uitgaan van dien zuiver republikeinschen geest, die bij dien regeringsvorm vooral niet kan gemist worden. Indien maar geen invloed van buiten den staat van zaken meer verwikkeltHet is te hopen, dat het beginsel van non-intprventie ook op Griekenland zal worden toegepast. Immers, ging -van een of andere kant die interventie uit, dat zou inwendigen strijd bevorderen en voor geheel Europa verderfelijk kunnen worden. Men rekene intusschen niet te veel op overeenkom sten en protokollen. Er worden kandidaten genoeg voorgesteld en de hoofdvraag is, wiens invloed den eindelijken overwinnaar zal aanwijzen. De Grieken zullen zich moeten laten leiden, omdat alles zamenwerkt, om hen te beletten zich te doen gelden. Maar dat hunne toekomst velen in spanning houdt, dat is natuurlijk, als men slechts aan zoovelen denktdie de eer hebben tot de grieksche fondsenhouders te behooren. Zoo wel de rooden als blaauwen hebben vóór alles de witte vlag des vredes noodig. Wij vestigden de aandacht op die landen wier toestand en, lotwisseling dezer dagen het meest besproken worden. Lag het in ons plan eene wandeling door zoo vele andere staten te doen, wij zouden vragen: zal Pruissen de constitutionele beginselen zien zegevieren, of zal de partij van den teruggang de luid sprekende stem der vrijheidsvrienden kunnen onderdrukken? Zal de russische vorst voortgaan het licht der beschaving over al zijne staten te doen schijnen of zal eene magtige aristocratie schrik aanjagen en doen wijken? Zal Napoleon III zich blijven handhaven op den troonwaar tegen de meest uiteenloopende partijen in het verborgen kampen, of zullen deze zich vereenigen tot één doelom daarna weder ieder hunne zaak te dienen Zal Oostenrijk tegenover een enorme schuldenlast zich kapitaal scheppen door productie te zoeken, of zal de last zwaarder worden bij den meest ongelijken druk, en de horizon voor de menigte speculanten in metallieken verduisteren ?N Dit alles houdt den opmerkzamen beschouwer bezig, maar de oplossing van al die vragen ligtbij den tijd. vervolg in een volgend nummert)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1863 | | pagina 1