hel loen mede gemaakte klinkt ijks en het begiinden van den binnenbcrm van den zeedijk des ge noemden polders over eene lengte van 950 ellen, benevens het maken van oenen trap legen het binnen-lalud en den bouw van een wachthuisje; de kosten van dat een en ander werden op 3300 berekend. Het eerstgemelde middel tan verbetering zou afdoende, doch tevens in aanleg zoowel als in onderhoud zeer kost baar zijn Tot de daartoe vereisclde uilgaaf was, naar ons inzien, niet te besluiten nadat bij de wet van IS augustus 1860 (staatsblad no. 45), was bepaald, dat voor rekening van den staat onder anderen een spoorweg zal worden aan gelegd van Hozendaal, langs liergen op Zoom, Goes, Mid delburg lot Vlissingen, ten dienste van welken weg derhalve een overtogt over het Sloe zal moeten worden daargesteld. Ook door den Hoofd-lngenieur was daarop gewezen Intus- schen scheen 'tons wpnschelijk, in afwachting daarvan, cenige verbetering aan te brengen Daartoe verdiende, naar ons inzien, de voorkeur, het maken van eenen grindweg loopende van den straatweg naar den zuid-ooslelijken hoek van den Suzanna-polder, over den binnenberm van zijnen zee dijk, met eene aanlegplaats aan dien hoek, waarna helvoetpad buitendijks, naar wij meenden, kon worden weggeruimd. Bij beschikking van 9 november 1860, no 17 vereenigde uwe vergadering zich daarmede; tevens vond zij den bouw van een wachthuisje goed zij magligde ons derhalve het een en ander te doen maken. Tengevolge daarvan werd de Hoofd-lngenieur door ons uitgenoodigd een bestek daarvoor in te zenden. Nadat dit was ingekomen en vastgestelden nadat het vereischle overleg met hen die hierbij betrokken warenhad plaats gehad, is, zoo als u uit ons volgende verslag zal blijken, het werk in den loop dezes jaars aanbesteed. Wij vleijen ons derhalve u alsdan ook de uitvoering te kunnen melden. Door den storm van 95 september 1860 onstond eenigc schade aan de beide veerdammen van Het Sloe de kosten van herstel hebben bedragen ƒ317. Aan den veerdam bij Kortgene is niets dan het gewone onderhoud verrigt. Onder herinnering aan uw besluit van 5 november 1859, waarbij eene som van 3000 beschikbaar was gesteld om de veerdammen bij Kortgene en bij Wolphaartsdijk tot pont- dammen in te rigten, en aan hetgeen verder te dier zake door de gemeentebesturen van Noord-Beveland was voor bereid deelden wij in ons vorig verslag u mede, dat de verwezelijking van den aldaar bestaanden wensch naar eene veerpont op Zuid-Beveland nog was achtergebleven, door dien het de voormelde besturen nog niet gelukt was bij de wederzijdschc ambachts-geregtigden die medewerking te vinden, welke voor het tot stand komen dezer voor de gemeenschap in het algemeen en voor den landbouw en veeteelt in het bijzonder, zoo nuttige zaak, vereischt werd. Wij kunnen thans daarbij voegen, dat de onderhandelingen sedert zijn voortgezetdoch te vergeefs getracht is eene uitkomst te verkrijgenzooals, naar ons inzien gevorderd wordtalvorens door de provincie geldelijke offers worden gebragt. Inlusschen is op onze uitnoodiging, reeds sedert geruimen tijd, een bestek voor het maken der pontdam- men door den Hoofd-lngenieur van den waterstaat aan ons ingezonden. Bij eene afzonderlijke mededeeling zullen wij meer bepaaldelijk uwe aandacht op deze zaak vestigen Aan den steiger bij Wolphaartsdijk werd in 1860 drie malen door aanvaring schade toegebragt. Tweemalen was dit van weinig belang en werd door de beschadigers in het herstel voorzien. In het derde geval werden de kosten daarvan gemeenschappelijk gedragen, nadat het was gebleken billijk te zijn dat de provincie daarin aandeel nam. De veren tussehen Walcheren en Zuii-Beveland (over Het Sloel en van Gorishoek op Yersekendam (over de Ooster-Schelde) die van wege de provincie worden beheerd, vorderen bij voortduring niet onbelangerijke kosten, waar tegen echter overstaan de baten, die zij daarvan trekt, te weten van het eerstgemelde eene pacht van 1350, van het andere eene van ƒ200 's jaars. Dit is echter niet het ge val met de overige veren, waarvoor zij zich geldelijke op offeringen getroost; meerdere vooideelen toch, welke een gevolg van de aangebragte verbeteringen zijnworden daardoor anderen genoten. Wat buitengewoon hoogen waterstand betreft, als buiten gewone stormvloeden, kunnen vermeld worden die van 67 februarij, 97 28 mei en 4 October 1860. b Kanalen en vaarten. Aan het kanaal door Zuid-Beveland met de daartoe behoorende kunstwerken is ook in 1860 niets verrigt. Van hetgeen de havenkanalen betreftzullen wij onder de volgende afdeejing melding maken e. Havens Voor diephouding en verbetering der haven te Colijns- plaat is eene som van 255 door de gemeente besleed. Het herstel van de boorden der haven van Goes door steenglooijing is voortgezet Ook de kaaimuren hebben be langrijke herstellingen ondergaan Met nog eenig werk aan de bruggen en sasdeuren werd het een en ander aanbe steed voor 3820 Aan de haven van 's Heer Arendskerke, aan den Zuid- kraaijert-polder, zijn in overleg met het polderbestuur eenige herstellingen uitgevoerdnoodzakelijk geworden ten gevolge der uitwatering door de nieuwe sluis waarvan in ons vorig verslag gesproken is De ondervinding is voorts afgewacht om te kunnen oordeelen over hetgeen de verschil lende belangen aldaar behoeven Voor de diephouding der haven aan Kats werd 85 uit gegeven nevens 30 voor krammat. Van de haven van Kortgene verklaren burgemeester en wethouders in hun jaarverslag dat zij te wensehen laat. Volgens het verslag van burgemeester en wethouders van Kruiningen verkeert de haven te Hansweerd steeds in slechten slaat, doch het daarvoor houdende dat, bij de voltooijing van het kanaal door Zuid-Beveland, de kosten ter verbete ring nutteloos zouden zijn uitgegevenheeft men gemeend daartoe nog niet te moeten besluiten. De haven van Waarde, ten gevolge van de verandering der uilwatering van den calamiteuse polder van dien naam, verland zijndeis het billijk geacht dat dit verlies aan de gemeente wierd vergoed. Mitsdien is op 12 October 1860 voor 649.9 aanbesteed het aanleggen eener nieuwe haven ter lengte van ongeveer 65 ellen met los- en laadplaats welke vervolgens door de gemeente in onderhoud zal wor den genomen. Aan de haven van Yerseke is, tot herstel van stormscha - de, ruim f 600 besteed. d Zeeweringen en duinen Aan het eiland Zuid-Beveland sloeg de engelsche schoo ner Eduardo, komende van Antwerpen en bestemd naar Napels, tegen den zeedijk van den polder Borssele, en be schadigde mitsdien de zeewering aldaar. Belangrijk leed vooral de polder Ellewoutsdijk. 760 kub. ellen grond ging verloren; 830 vierk. ellen Doorniksche en Vilvoordsche steenglooijing, 10089 vierk. ellen rijsbe- slag werden beschadigden 3000 vierk, ellen vlechttuin of staakrij werd weggeslagen. Wal het eiland Noord-Bevcland betreft, werd de schade begroot voor den polder Nieuw-Noord-Beveland op ƒ197,40, voorden polder Oud-Noord-Bcveland op 1760,9), en voor den Vliele-polder op 89,395, met inbegrip der kosten door den onderhouds-aannemer te dragen. Aan de Wilhelmina- en Oost-Beveland-poIders werd de oever-verdediging langs de zoozeer geteisterde kust voort gezet met 11 .rijszinkstukkenter gezamenllijke grootte van 17919 vierk ellen, bezwaard met 5724 lasten door niksche en vilvoordsche steen, welk werk, met nog 1890 vierk. ellen rijsbeslag bezet met 182 lasten steen, den 20 julij werd aanbesteed voor 68000 Later werd dit nog vermeerderd met 1100 vierk. ellen zinkwerk en den noo- digen ballast, waarvan de kosten bedroegen 4632,85, ver mits op den 17 september vóór de dijkpalen 18 en 19 van den polder Oost- Beveland, tussehen de peilraaijen 19 en 25, juist ter plaatse alwaar twee zinkstukken bepaald waren, een val ontstondwaardoor de laagwaterrand, over eene lengte van 120 ellen ongeveer 35 ellen terugging. De oever- gronden welke buitenwaarts werden verplaatsvulden aldaar de diepste punten der geul tussehen de zate van den ouden dijk en den tegenwoordigen oever. Op den 10 februarij had voor de Breede watering be westen Yerseke, tussehen Katlendijke en Wcmeldinge, of tussehen dijkpaal 18 en 19, peilraai 26, eene oever-af schuiving plaats, eri wel aan den westelijken leidam der uitwaterings-kil van de aldaar liggende sluis, waardoor een zinksluk, dat sedert 1842 in het verlengde van dien dam aanwezig was, verdween, en de kop van den dam werd medegesleept. Ter voorziening hierin werd 4052 vierk. ellen zink- en vraagstuk noodig geacht, benevens 200 vierk ellen rijsbeslag en 965 lasten steen, waarvoor de kosten bedroe gen ƒ13360. Vóór den pelder Nieuw-Noord-Beveland ontstond op 30 October tussehen de dijkpalen 13 en 15, over eene lengte van 200 elleneene oever -afschuivingwaarbij de laag waterrand 70 ellen meer landwaarts trok en ter plaatse al waar op den vorigen dag de laagwatterrand zich bevond eene diepte van 20 ellen werd gepeild Vermits de rand der afschuiving nog 160 ellen van den dijk verwijderd bleef, werd geene onmiddelijke voorziening vereischt Aangaande de zaak van een nieuw polder-reglementis u, in uwe vergadering van 3 julij 1860, als den uitslag onzer ernstige en naauwgezette overweging, medegedeeld dat wij meenden geen ander voorstel te moeten doen, hetzij tot het vaststellen van een geheel nieuw, hetzij tot wijzi ging Van het beslaande reglement Die mededeeimg is door u aangenomen voor kennisgeving Wordt vervolgd F. KLEEUWENS ZOON, Uitgevers der Goessche Courant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1861 | | pagina bijlage 2