(OlllWT, 1801. [N". 48,{<' Jaargang. GEMEENTE-RAAD TE GOES, Publieke Besteding. -?v De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag I )VËr* a i/lorr 1^ 4 r*» cn# I Gewone advertentiën worden a 20 ets. de regel geplaatst. avond, uitgezonderd op feestdagen. I [fj cl O* 11 Cl ft- ff ./Ëllff tlSl>llS« l Geboorte-, huwelijks- en doodberigten, van 1-0 regels a f 1,20 De prijs per kwartaal is f 1,75 franco per post f 1,90. behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags. Tot dit nummer behoort een bijblad behelzende 1". VERSLAG der Commissie van Rapporteurs no pens het ontwerp van wet tot goedkeuring eener dading tusschen den Staat en de Maatschappij tot indijking va/u op- en aanwassen in de Ooster-schelde 2". Vervolg op het VERKORT UITTREKSEL van het VERSLAG VAN DEN TOESTAND DER PRO- I VINCIE ZEELANDdoor Gedeputeerde Staten uit- gebragt aan de Provinciale Staten in de zomereer gadering van 18G1. PLAATSELIJK BESTUUR. OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR OP DINGSDAG DEN 20 AUGUSTUS 1861 DES AyONDS TEN HALF 8 URE. PUNTEN VAN BEHANDELING: Onderhandsche verpachting van den wal bij den molen de Koornbloem. Verzoek om grond op erfpacht. Onderzoek geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden. Rekening van liet Gasthuis 1860. Begroeting idem voor 1862. Rapport der rekening van het middel van straat- en zandwegen. Voorstel tol rooijing van 20 boomen ten dienste der ge meente. Mededeeling van ingekomen stukken. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES, rullen op Zaturdag den 24 Augustus 861, des namiddags D n een ure, bij enkele inschrijving, trachten aar.lcbesleden: Eenige vernieuwingen en herstellingen aan de gebouwenscholen en verdere eigen dommen der gemeente Volgens de voorwaarden ter gemeente-secretarie Ier lezing liggendewaarvan lokale aanwijzing zal geschieden don derdag den 22 dezerte beginnen des middags 'ten twaalf ure aan het raadhuis. Gedaan te Goes den 17 augustus 1861. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, H. C. PILAAR, BIRRERLARDSCHE BERIGTER. In de zitting van de eerste kamer der stalen-gcneraa! zijn jl. zaturdag aangenomen de Militie-wet met 30 tegen 6 stemmen de Wet tot inkoop en amortisatie van nationale scheld met algemcene stemmen. de Wet lot a/schrijving van het kapitaal der schatkist biljetten, bedoeld bij al. 1 van art. 3 der wet van 18 junij 185!, (Staatsblad n". 65) met 31 tegen 4 stemmen. en die tot goedkeuring der Dading tusschen den slaat en de maatschappij van op- en aanwassen in de Oosler- Scheldemet 33 tegen 2 stemmen. Hierop is de kamer uiteengegaan. De sluiting van het zittingjaar der beide kamers wordt dan ook eerlang tegemoet gezien Een en ander deelden wij bjj bulletin reeds jl. zaturdag mede. Wij vernemen, dat liet ontwerp van wet betreffende de nieuwe regterlijke indeeling door den minister van justitie reeds sedert eenigen tijd is gezonden aan de collogicn van gedeputeerde staten, de procureursgeneraal en officieren van justitie, ter overweging en met verzoek hunne beschouwingen en advies deswege aan den minister mede te deelenzoodat het Ie vei wachten is, dat dit ontwerp weldra aan de tweede kamer der staten-generaal zal worden ingediend Donr den gouverneur generaal van Nederl. Iridic is be vorderd tot 1ste luitenant hij liet wapen der inlanteric K II Lignian. Uil Rotterdam schrijft men dat liet aardappelgcwas, dat men dit jaar in ons landgrootendecls als mislukt kan be schouwen bereids eenige handelaren aldaar beeft uitgelokt om daarvan partijen in het buitenland aan te koopen. tVIcl de Eondensche stoomboot is daar ook van daan reeds eene partij aangebragtdie naar men verneemt door belangrijke, toevoeren zai worden opgevolgd, hetgeen aanleiding zal geven dat men voor mindere prijzen zal kunnen koopen dan tot lieden liet geval was. Bij eene publieke verkoop van boomvruchten te Vianen ging alles gretig maar duur van de band. Een boomgaard, gesciiat op plus minus 350 mudden gewone appelen, bragt .2000 op hierbij gerekend de kosten van plukken vervoer enz enz. moet minstens f G,per mud als maximum voor de aardappelen gesteld worden. Uit Drenthe wordt gemold datna gedaan onderzoek de gevreesde ziekte onder de aardappelen in de provincie niet zoo erg isals zij zich aanvankelijk liet aanzien. De opbrengst zal overvloedig zijn. Volgens onze berigten uit het oostelijk gedeelte van dit j eiland blijft de ziekte onder de varkens in die streek aan houden en worden velen afgemaakt of bezwijken. Naar wij met zekerheid vernemen zullen de heeren Blanus en Dassie op de kermis alhier in hun circus voorstellingen geven. Het personeel bestaat uit 22 kunstrijders en rijderessen met 18 paarden; terwijl ook vernomen wordt dat dhr. J. Dollen vuurwerkmaker te Rotterdam, wiens vuurwerken steeds al- gemeenc toejuiching verwerven eenige luisterijkc voorstellingen geven zal. Het is bekend dat te Krakau, Tarnow (in Galicië) en elders de israëlietische geestelijken aan dj vrouwen verboden hebben met crinolines in de Synagoge te verschijnen. Naar aanleiding van de des betreffende medegedeelde betiglcn bevat bet laatste nomraer van het Weekblad voor Isiaëliten den tekst van een stuk, in hel archief te Amsterdam berustende en aan de redactie van het Alg. Handelsblad ingezonden door den beer mi'. J. van S. Mulder. Hel luidt als volgt «Request en Appoinlt, dut onze vrouwen met geene hoepel rokken mogen komen in de kerk; dato 14 november 1 732. Request. Aan de Ed. Aclitb Heeren Burgemeesleren en Regeerders der Stadt Amsterdam; «Geeven scer respektievelijk Ie kennen: Parnassins van de Hoogduilsche Joodsche natie binnen decse Sladt «dat dc ingang ia hunner supplianten kerk na do vrouwen zitplactsen geschied door een scer engen stylcn trapvan vooren a en de straat nylkooniendc; dat aldaar doorgaans zich vcole manspersoonen en jongelingen bevinden dat de wyd uitgestrekte hoepelrokken waarvan veele vrouwen onder hunne natie zich bedienen, eensdeels in 't opklimmen der trappen veel ongemaks veroorzaakt, anderdeels stoffe geeft aen vele ontuglige dartelheeden aen de zich bij die trap be vindende manspersoonen en jongelingendat de vrouwen zitplactsen in hunne kerk in eygendom of in huur besneten worden, en welke zilplaetsen zeer eng en naauw zijn, dat ter oorsaaken van de voornoemde hoepelrokken seer veel ongemak door d'ecne aen d'andere wordt veroorsaakl, en seer veel stooringe en geracs gedurende die godsdicir.it toe brengt waartoe hunne gcbecden verhindert wordt «Mitsdien so kceren zy supplianten bun scer godienslelijk tot UE. Gr. Achtb heerenreverenlclyk versoekendc, dat UE. Gr. Achtb bun supplianten gelieven te authoriseeren, omme in hun kerk te mogen afkondigen en verbieden aen alle vrouwen van hunne natie met hoepelrokken te koomen in hun keik, op poene van thien guldens voor hunnen sup plianten armen voor de eerste Reysc, en voor de tweede iteyse vyf on twintigli guldens, en telkens contraventie in 't vervolghe ƒ25, met qualificatie op hun suppl.omme de voornoemde vrouwen dc kerk te verbieden so lange zy do voornd. boetens niet zullen hebben voldaan." Appoinlemenl. «Burgemeesleren authoriseeren de sup plianten online in hun kerk te mogen afkondigen en verbieden aen alle vrouwen van hunne riatfc niet hoepel rokken te komen in hunne kerkop poene als in de requeslo ten aanzien der hoepelrokken is vermeld. «Den 14 november 1732. (gel.) M Lestevenon." Betrekkelijk het besluit van onzen gemeenteraad, om de opheffing van de kamer van koophandel alhier aan Z. M. voor Ie dragen, zegt liet Nieuw Amslerdamsch Handels en E/fectenblad, in zijn hoofdartikel van n°. 225 dd. 17 augustus jlhet volgende: De Gemeenteraad van Goes. Het is ons altijd bijzonder aangeuaam, wanneer wij voor den handel en de nijverheid den handschoen kunnen opnemen. Deze twee organen van de welvaart en den voorspoed van ons 1; nd wij meenen het (e mogen zeggin. zonder de eischen der bescheidenheid uit het oog tc verliezen, hebben ook in ons blad altijd een voorstander gevonden, terwijl het steeds ons streven zul zijn in die rigting voort te gann. Daarom hebben wij in« oen vorig nommer het oog gevestigd op het koninklijk besluit van deu Oden November 1851, betreffende de kamers van koophandel en fabrieken, en de gebreken en leemten aangetoond' die dat besluit aankleven, waarom wij dan ook op ecue groudige her ziening daarvan bleven aaudringen. In ons vorig artikel hebben wij punten behandeld. Vooreerst trachtten wij aan te toonen, dat tusschentijdsche verkiezing niet is toegelaten ,j terwijl wij in de tweede plaats gewaagd hebben van het voorgevallene in de gemeente Goes-, alwaar de leden der kamer van koophandel hunne betrekking nedergelegd hebben, op grond, dat de gemeenteraad geweigerd heeft eene som van f 50 toe te staan, ter bezoldiging ran een secretaris der kamer uit de gemeentekas. Op het laatste punt willen wij met een enkel woord terugkomen om den verderen loop dezer zaak na te gaan. Nadat in de zitting van den gemeenteraad van Goes van 29 Julij de brief voorgelezen was, waarbij de gezamelijke leden der kamer van koophandel, om de bekende reden, hun ontslag namen, betuigde de voorzitter van den raad, dien brief tot zijn leedwezen te hebben ont vangen om dat hij de opheffing der kamer als een noodwendig gevolg daarvan beschouwdeofschoon niet overeenkomstig zijn wensch, achtte hij zich verpligt voor te stellen om het genomen ontslag aan te nemen en aan Z. M. den Koning de opheffing der kamer voor te dragen. Daarop isna eene korte discussiewaarin een der leden de heer Saaijmans vader, zeer te regt opmerkte dat er, zijns inziens, geene noodzakelijkheid was om de kamer op te heffen, met vijf tegen drie stemmen het voorstel van den voorzitter aangenomen. Wij kunnen, met de meest mogelijke bescheidenheid zij het gezegd, niet begrijpen hoe de gemeenteraad van Goes tot dat besluit heeft kunnen komen. De raad handelde bepaaldelijk in strijd met art. 15 van het koninklijk besluit van 1851, door aan de kamer eene som te weigeren ter bestrijding der bezoldiging van den secretaris der kamer. De kamer van koophandel zeidc daarop van haren kant en zeer te regt: „wanneer gij zoo weinig belang stelt in den handel en de nijver heid dezer gemeente, dat zij u de luttele som van f 50 per jaar niet waard zijn, dan nemen wij ontslag." En wat doet nu de gemeenteraad? Komt hij op zijn genomen besluit terug? Integendeel, hij volhardt daarbij en neemt daarenboven bet besluit om den Koning voor te stellen de kamer van koophandel maar op te heffen. Niet den raeesten aandrang spreken wij den wensch uit, dat de Hooge Regering op het besluit van den gemeenteraad van Goes geen acht moge slaanwij verwachten en vertrouwen van onzen Minister van Binncnlandsche Zaken, dat hij, beter dan de raad zelf, de belangen van Goes zal ter harte nemen en omtrent de verzochte opheffing der kamer tot de orde van den dag overgaan. Wat is voornamelijk de bestemming der kamers van koophandel Zij is tweeërlei: vooreerst moeten die kamers aan het algemeen bestuur en aan de provinciale gemeente-besturenbinnen welker gebied zij gevestigd zijnhetzij op daartoe haar te kennen gegeven verlangen hetzij uit zich zelve, inlichtingen geven, adviezen uitbrengen of voor stellen doen over onderwerpen den handel of het fabriekwezen be treflende; terwijl zij in de tweede plaats aan de handelaars eu fabrie kanten der plaats, waarzij gevestigd zijn, zoodanige mededeelingen doen als de gezegde besturen mogten verlangen of als zij in het belang van handel en fabriekswezen nuttig zullen achtten. Het gemeente-bestuur van Goes heeft in der tijd, wegens de uitge- breidheid van handel en fabrieken in die gemeente, wenschelijk geacht, dat in die gemeente eene kamer van koophandel gevestigd werd, ten einde niet alleen het algemeen, het provinciaal en plaatselijk bestuurzoo noodig, voorlichting te geven, maar ook den particulieren handelaars en fabriekanten de noodige mededeelingen te doen. Is nu de gemeente Goes, sedert de vestiging vau die kamer, zóózeer in bloei, iu handel en nijverheid achteruitgegaandat zij thans die kamer en hare zoo nuttige voorlichting niet meer behoeft? Wij kunnen het niet geloovenj wij achten het voor die gemeente althans weinig vleijend, dat haar bestuur niet geschroomd heeft om met bedekte woorden die verklaring af te leggen. De voorzitter van den raad (en de geheele raad heeft, blijkens de stemming en zijn genomen besluitgetoond die meening te deelen) nam uit het docr de kamer genomen ontslag aanleiding om de opheffing der kamer aan den Koning voor te stellen. Men deed het voorkomen, alsof het door de kamer gevraagde ontslag de opheffing van die kamer ten gevolge moest hebben. Maar zou men zoodoende niet tot de conclusie komendat de vraag of eene kamer van koophandel voor de gemeente Goes wenschelijk zijafhankelijk is van de omstandig heid of iemand gratis te betrekking van secretaris wil waarnemen, en zoo neen of de raad die betrekking bezoldigen wil Zou men zoo doende de vestiging van de kamers van koophandel niet afhankelijk maken van de mildheid of karigheid van de gemeentebesturen Kn zou men aldus niet wederom in strijd handelen met art. 1 van het besluit van 1851, dat de vestiging van de kamers doet afhangen van de uitgebreidheid van handel en fabriekenmaar niet van de vraag of de gemeentebesturen daarvoor eenige guldeus iu het jaar over hebben. Heeft de gemeente-raad van Goes in dezen wel rationeel gehandeld? Wij aarzelen niet die vraag ontkennend te beantwoorden. De raad had alsnog moeten inzien, dat hij de gevraagde, som voor de bezoldi ging van den secretaris der kamer niet ïieeft kunnen weigeren, zonder art. 15 van het besluit van 1851 te ©vertreden. Wij hopcu, dat dit betoog onder de oogen moge komen van den gemecnte-i aad van Goes, dat hij alsnog de voor den secretaris gevraagde bezoldiging moge toestaan en vooral op het besluit om aan den kom'ng dc" op heffing der kanier voor te stellen, zoo spoedig mogelijk zal terugkomen; misschim is de kamer van koophandel dan nog te bewegen, haar man daat te blijven waarnemen. Zoo de raad niet van zienswijze mogt veranderen, dan zouden wij bijna eischen, met het oog op het belang van handel en nijverheid, met het oog op het koninklijk besluit van 1851, dat, hoe gebrekkig ook, nog van kracht is, dat toevlugt genomeu worde tot de artikelen 126 en 127 der gemeente-wet. In ons vorig artikel hebben wij reed9 aangetoond dat die beide artikelen allezin9 voldoende zijn, om in dezen tot een goed einde te geraken. Het valt niet te ontkennen, dat er in den laatsten tijd bij sommige gemeentebesturen als ware het mindere achting bestaat voor de kamers van koophandel. Dit moet ophouden. Het is onbetwistbaar, dat de kaïrcrs van koophandel veel nut kunnen stichten. Doch onder deze voorwaarde, dat zij door de plaatselijke besturen behoorlijk ondersteund worden, niet alleen financiëel, maar vooral moreel. Moreel, omdat anders de ingezetenen der gemeente de kamer van koophandel niet met de noodige onderscheiding te gemoet komen en deze .daardoor natuurlijk geneigd wordt om haar mandaat neder te leggen" Er circuleert hier 0011 adres aan M. den koning van handelaren en fabriekanten in deze gemeentestrekkendo tot niet nwifliging van het verzoek van onzen gemeente raad, n I. de opheffing van de kamer van koophandel. Dit adres is bereids van eene menigte hnndtceke.ningeii voor zien, waaronder d e van een paar leden van den gemeente raad en rieszelfs secretaris met die der voornaamste iit- liprkanifti

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1861 | | pagina 1