Bijblad van de Goessche Courant d°> 1 Augustus 1801» n°. 58. VERKORT UITTREKSEL van het verslag van den toestand der provincie Zeelanddoor Gedeputeerde Staten uitgebragt aan de Provinciale Staten in de tomervergadering van 1861. Vervolg). HOOFDSTUK IV. MEDISCHE POLITIE. «Uit het verslag van den gezondheids toestand in dit gewest, gedurende hel jaar 1859, is het in der tijd gebleken, dat die toestand vergeleken met dien van het vorige jaar 1888 in meer dan een opzigl was verbeterd." «Het is ons aangenaam te kunnen berigten, dat die ver betering nog in ruimere male op den gezondheids-toestand in 1860 van toepassing is." «Moest men dat gunstiger jaar 1889 naar onze meening, voor een goed deel verklaren uit het minder heerschen der tusschenpoozende en nalatende koortsen, deze meening erlangt geen geringe kracht bij de overweging van den gezondheids toestand in I860. Imtners, schieroveral in Zeeland, beerscblen noch voor- noch najaars-epidemiën en tnet het wegblijven van dezen ontging men levens de uit die toestanden voort spruitende na-ziekten Wel werden in sommige gemeenten zoodanige koortsen waargenomen, maar in geringen getale en op enkele uitzonderingen na zonder gevaarlijke ver schijnselen.'' «Het ontbrak echter ook nu niet aan andere ziekten zoo als haastige uitslag-ziekten, kinkhoest en anderen, maar ze waren, gelijk later iu eepige bijzonderheden zal blijken, over het algemeen vrij goedaardig «Wel is waar, de weersgesteldheid was schier het geheele jaar door meestal ongunstig, maar daarentegen ontging men de zomerhitte welke vooral bij langdurige, droogte, van nadeelige werking op den mensch pleeg te zijn «Volgens de Waarnemingen bij het Observatorium te YTis- singen was de gemiddelde warmte over 1860, 50 graden derhalve lager dan in de vier vorige jaren, terwijl de da gelijks gevallen regen gemiddeld 1,77 beliep, minder alzoo, dan in de twee voorgaande jaren Hij overtrof echter in hooge mate den regen in 1857, die slechts 0,11 bedroeg." «Ofschoon het geringe sterftecijfer in Zeeland, in ver houding tot dat der geboorten, met het wegblijven der malaria ziekten in een naauw verband staat, zoo verdient het echter opmerking, dat hetzelfde verschijnsel, niet alleen in ons vaderland, maar ook in geheel Europa is waargenomen. Men wordt alzoo genoopt hierbij tevens aan algemeene atmosphcrische invloeden te denken.". In Goes was reeds in Maart angina parolidea onder kin deren begonnen te heerschen, welke in April en Mei een epidemisch karakter aannam en ook volwassenen trof In Junij hield deze ziekle overigens goedaardig, op Van parotitis werd almede uit onderscheidene gemeenlen melding gemaakt «Gedurende de drie volgende maanden welke in den regel tol de warme behooren werd te vergeefs op den zomer gewacht. Wel scheen het begin van julij dit jaargetij aan te kondigen maar den 16 dier maand ontstond er onwederdat in etikele plaatsen van dit gewest met hagelslag gepaard ging. Hierna openbaarde zich koude. Aan het einde van julij en in het begin van augustus kreeg men zachie maar regenachtige dagen De hitte even wel, aan dit saizoen veelal eigen bleef achter." «Ook in September was de gezondheids-toestand gunstig er wefden geene najaars-koortsen epidemisch waargenomen Ook was de sterfte over het algemeen gering, In Middelburg was toen het cijfer tot 14 overledenen gedaald, een cijfer verre beneden het gemiddeldeen te meer opmerking ver dienende, omdat juist de maand September in Zeeland te dien aanzien als de meest ongunstige van het jaar is opgc- teckend Onder de voorkomende ziekten, zag men diarrhea bij kinderen, soms cholera nostras, waaraan eenige bezweken. Doch buitendien was in verschillende gemeenten gedurende dit jaar de kinder-sterfte in verhouding tot de sterfte der meer bejaarden, aanzienlijk, waartoe een hoogst ondoelmatige voeding vpel heeft bijgedragen. Zoo meldt men ons uit Oosterland dat onder de I 6 overledenen, .8 kinderen waren waarvan één met melk was gevoed geworden, In het belang der maatschappij zou het wenschclijk zijn, dat tegen dit meer en meer toenemend kwaad, ernstige maatregelen konden genomen worden «In de laatste drie maanden had men wederom eene zeer uiteenloopende weersgesteldheid, waarbij, even als in de vroegere maanden, een veelvuldige regen niet achter bleef. Naar d'e gewone schoóne herfstdagen werd te ver geefs uitgezien." «Door het wegblijven der najaars koortsen misle men in October de uit deze koortsen gewoonlijk voortspruitende nazieklen, en was dan ook het aantal ziekten zeer gering.'' «Het begin van november scheen door heldere dagen eene vergoeding te beloven voor vroegere ongunstige, maar bij de tweede helft der maand ontstonden reeds stormen met veel regen terwijl de laatste dagen een mistigen dampkring hadden." «Behalven op den I december, duurde de nevel voort onder oosteljjkc en zuid-ooStelijke winden in de tweede helft had men strenge vorst en veel sneeuw terwijl de iaatste december het regenachtige jaar 1860 besloot." «De weinige in de laatste maanden voorkomende ziekten waren van een catarrhaal rhcumatisch karakter. In enkele gemeenten werden in deze maanden febres catarrhaies waar genomen met neiging tol feBres typhoideae. Ook hadden op sommige plaatsen de kinderen met diarrhea te kampen, blijkbaar het gevolg van ongunstige weêrinvloeden. Van de weinige tusschenpoozende koortsen zag men enkele febres larvatae, waaronder een appopleclica, die tijdig doör quinine werd weggenomen. In Middelburg kon men in december den kinkhoest en de varicellae als geweken beschouwen." «Dit jaar mag derhalve onder de meest gezegende voor Zeeland genoemd worden. Het verdient evenwel te worden opgemerkt dat, onder eene voortdurend ongunstige weêr- gesleldheidtevens alle maanden januarij en december uitgezonderd, kouder zijn geweest dan in de laatste jaren; dat daarenboven door het vochtige weer de oogst minder voordcelig en niet zonder schadelijke werking op het brood en de aardappelen bevonden is «Daarentegen was het getal mazeleri-lijders aanzienlijk, en wel op vele plaatsen, waar vroeger roodvonk gezien was In enkele gemeenten heerschlen zij epidemisch Behalve in Zuid-Beveland, ontmoette men dit exantheem in al de onderdeelen van dit gewest, het meest in Schouwen, waar negen gemeenten bezocht werden Over het algemeen had de ziekte eene goedaardige beteekenis «Ook de kinkhoest had eenige uitgebreidheid Verscheen zij reeds in 1859 op enkele plaatsen epidemisch, ook in dit jaar had dit plaats. Zuid-Beveland dat van acute huid ziekten bevrijd was, staat hierboven aan De gczondheids-loesland van het vee was wel is waar minder gunstig dan die der menschen, doch evenwél beter dan de natte weèrsgesteldheid zulks liet verwachten Een groot getal paarden werd gedurende hel eerste half jaar in geneeskundige behandeling genomen; zij leden aan calarhale en rheumatiscKc aandoening der ademhalings- werktuigen variërende van gewone droes en keelont steking, tot de meer gevaarlijke ontsteking der longen en borstvliezen Het getal der in deze provincie bij die dieren veelvuldig voorkomende kolijken, overtrof niet dat van vorige jaren daarbij was ëene grooterc neiging tot iïet rhumatisch-in- flammatoir karakter niet te ontkennen opvolgende darm- j ontstekeningen kwamen, als gevolgen daarvan, dikwijls Voor. Gastrische ongesteldheden waren, op het laatst dés jaars, bij de runderen aan de orde van dén dag. Zij bepaiilden zich bijna uitsluitend tot de melkgeving Er wérd veel geklaagd over den slechten smaak en de slijmerige gesteldheid I der melk, over hel moeijelijke afscheiden der boter bij aan houdend karnen enz Daar dergelijke ongesteldheden meer lastig voor de zuivelbereiding, dart wel gevaarlijk voor de dieren zeiven zijn, wordt de hulp van de veeartsen daarbij slechts zelden ingeroepen, terwijl, bovendien, aangaande het niet boteren der melk, bij de veehouders nog altoos veel bijgeloof heerscht.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1861 | | pagina bijlage 1