Vervolg en Slot
van
het Raadsverslag van
7 dezer,
Goessche Courant van Donderdag 14 Junij 1860, N°. 45.
BE1I00RENDE ALS BIJBLAADJE TOT DE
Door de commissie van toezigt over de gemeente-apotheek
is ingezonden, de rekening dier instelling over 1839 en
begrooting voor 1861, waaromtrent de financiële commissie
adviseert tot vaststelling,
De rekening wordt goedgekeurd met eene uitgaaf van
/■843,66s, waarvoor zijn afgeleverd 3933 recepten, het
geen voor een gewoon recept bedraagt 21 :,'3 cent.
Terwijl de begrooting almede wordt vastgesteld tot een
bedrag van /"900,even als het voorgaande jaar.
Gelezen zijnde een brief van den heer hoofd-commis-
saris van de vereeniging van werklieden in deze gemeente,
daarbij inzendende de rekening van den boekhouder van
het fonds der vereeniging over 1839 en gehoord het rap
port der financiële commissie, dat zij met bijzonder ge
noegen den vooruitgang dezer administratie heeft ontwaard
en voorstelt om de rekening goed te keuren.
Is, overeenkomstig dat voorstel, de rekening gearresteerd
in ontvang op3926,30
en cene uitgaaf van- 3981,69
en dus met een kwaad slot van 33,59
zijnde onder de ontvangsten begrepen 5505,71 r> aan
los- en verwerkloon, terwijl onder de uitgaven vervat zijn
f 216,92s van diversen aard, die over vorige jaren nog te
betalen waren;
terwijl de hoofd commissaris al verder gemagtigd wordt
om J. Krijger, I. v. Sas en A. v. d. Visse Az., die hunne
contributie niet betaald hebben van de lijst der werk
lieden te schrappen.
De heer van de Pdtte verzoekt daarop bet woord en
acht zich gedrongen den heer hoofd commissaris dank te
zeggen voor zijne goede en belangelooze diensten ten nutte
dezer vereeniging, waarbij hij den wensch voegt, dat zijne
zorg bij de ingezetenen die ondersteuning en medewerking
moge vinden, die deze nuttige vereeniging zoo zeer verdient.
De rekening der leenbank over 1859 ingekomen zijnde,
wordt gesteld in handen der vaste commissie voor het
fiuantie-wezen tot onderzoek, rapport en voorstel.
Aan de orde is het adres van den heer O. Verhagen,
ter vorige vergadering ingekomen, om ter uitbreiding zijner
industrie eu met het oog op het stoken van alcohol en
andere fabrikaten uit het water zijner garaucine-fabriek,
zekere perceelen liggende ten noorden dier fabriek, op
cijns te hebben.
Waarbij de voorzitter mededeelt dat later is inge
komen een verzoekschrift van de eigenaren der meestoof
de Zon't welk wordt voorgelezen en waarbij deze
hoofdzakelijk te kennen gevendat hunne stoof ruim
twee eeuwen in het bezit is geweest van het vrije terrein
aan de havenzijde en achter de stoof; dat de aanvraag
van den heer O. Verhagen om grond op erfpacht of
schoon ecnigzins duisterdoet vermoeden dat hij daar
ter plaatse zou willen bouwenhetgeen natuurlijk van
nadeeligen invloed zou zijn op het vrije verkeer voor
hunne stoof; dat zij niet willen treden in een onderzoek
in hoever de gevraagde grond eigendom der gemeente
is, en zij met ter zijdestelling van al hunne vermeende
regten, verzoeken dien grond aan hun op erfpacht te
vergunnen.
Burgemeester en wethouders vermeenen dat die beide
verzoeken in zoo onmiddelijk verband met elkander
staan dat zij te gelijk bebooren behandeld Ie worden.
De voorzitter merkt daarbij op, dat niet de adres
sant maar wel zijne firma bekend staat als meekrap-
en garancine-fabrikanl eu het alzoo bevreemdend is dat
de adressant de bedoelde gronden in privé vraagt.
Voorts dat het niet twijfelachtig is, of de grond
waarop de meestoof de Zon is gebouwd, zoo wel als
de daarom heen liggende grondis eigendom der ge
meente, vermits bij resolutie van den 31 januarij 1593
de stichting der stoof is toegestaan, onder uitdrukkelijk
voorbehoud van den eigendom van dien grond terwijl
de daarom heen liggende grond sedert 1670 tot lieden
is verpacht te gelijk met den mestput.
Burgemeester en wethouders stellen voor de beide
verzoeken te wijzen van de hand.
Voor zooveel den heer Verhagen betreft op grond, dat
het in erfpacht afgestaan terrein bij de fabriek zijner
firma, allezins voldoende is voor de aangegevene uitbrei
ding zijner industrie dat daaruit last zou ontstaan voor
de meestoof de Zon en de innerlijke waarde van den
grond voor alsnog niet te bepalen is,
en ten opzigte van de .eigenaren der meestoof de
Zon omdat de openbare weg en de los- en ladings
plaats aldaar niet gezegd kan worden niet meer voor
openbare dienst bestemd te wezenomdat de grasëtting
van bet oostelijk en westelijk gedeelte verpacht is, en
uithoofde de innerlijke waarde van den grond evenmin
te bepalen is.
Dhr. van den Bosch betuigt zijne bevreemding dat
dhr. Verhagen nu grond op cijns vraagt, terwijl al de
andere gronden der fabriek op erfpacht worden bezeten,
waarbij dhr. v. d. Putte het bezwaar oppert dat het
verzoek van den heer Vehagen onbestemd is, het niet
blijkt welke fabriek zal gesticht worden en veel minder
nog wanneer die stichting zal worden aangevangen en
voltooid.
In hoofdelijke omvraag gebragtworden beide ver
zoeken met algemeene stemmen afgewezen, behalve die
van de heeren Soutendam en Kakebeeke, die als mede
eigenaren der meestoof de Zon zich van de stemming
onthielden.
Op daartoe ingediende verzoekschriften worden achter
eenvolgens uitgegeven de volgende gronden
1°. aan den heer J. J. van den Broeke 28 r.70 e.
van de Stoofweide, liggende noordwaarts van de gaz-fabriek,
voor 99 jaren tegen f 29,'sjaars, om te bezigen tot
stcenplaats en later tot den opbouw eeuer woning.
2°. aan de Israëlitische gemeente 1 r., 63 e. gronds
aldaar, om te trekken aan het terrein der begraafplaats.
3°. aan de firma Fransen van de Putte en C'« 80 ellen
gereserveerden grond tusschen het bij hun op erfpacht be
zeten terrein en den grond van den heer J. Dekker, voor
95 jaren, tegen f 1,'sjaars, (bij dit besluit heeft dhr
van de Putte niet medegestemd.)
4°. aan B. Meijers 105 vierk. ellen grond van het
plein buiten de Ganzepoort, voor 95 jaren, tegen f 1,
'sjaars, om te gebruiken tot het plaatsen van wagens waar
van de paarden bij den verzoeker worden gestald, zonder
dat daardoor de passage belemmerd worde.
welke besluiten alle met eenparige stemmen zijn ge
nomen.
Het verzoek van den heer J. Dekker Lz. om van de
gemeente in koop te hebben eene strook grond tusschen
zijn erf en den op erfpacht uitgegeven grond aan S. Vader
en C'e (nu Fransen van de Putte en Cle) wordt aangehou
den en in handen gesteld van burgemeester en wethouders
op rapport en voorstel.
Wordt gelezen een adres van de heeren Verhagen en C'e,
hoofdzakelijk inhoudende
dat zij zich gewend hebben tot heeren burgemeester en
wethouders, om, hangende het hooger beroep van zeker
raadsbesluitvrijstelling te hebben van sas- en havengeld
voor het schip waarmede zij hun garancine water naar het
sas laten vervoeren, even als dit aan de heeren van Ren-
terghem en Cie is toegestaan;
dat zij daarop in antwoord hebben ontvangen dat bur
gemeester en wethouders daarin zwarigheid maakten, omdat
dit bij den raad behoorde en zij eene tijdelijke vergunning
niet konden verleenen, omdat dit aanleiding zou geven tot
garancineren, hetgeen zij wenschen voor te komen zoo lang
het uitloozingsmiddel bestaat, daargesteld in strijd met de
verordening op het bouwen en burgemeester en wethouders
alzoo eerst eene schriftelijke verklaring wenschten te hebben
dat die uitloozingsmiddelen zijn weggenomen;
dal zij reeds den 8 Maart hebben afgegeven de verkla
ring om van de uitloozing in kwestie geen gebruik te maken
en dal liet vreemd is, dat hel verzoek, om met anderen
gelijk te worden gesteld, niet in overweging kon genomen
worden dan onder de voorwaarde van wegruiming van
buizen en goten op eigen erf daargesteld;
dat zij zich vleijendat de raad dergelijke argumen
ten niet deelen zal en zij na inzage van het besluit en
de verordening op de heffing van sas-geid, daarin geene
vrijstelling vinden voor schepen met garancine-water, zoo
dat aan de heeren van Rentcrghem en Cn. een privi
legie op het stuk van belastingen schijnt gegeven te zijn,
strijdig met art. 172 der grondwet. Waarom zij ver
zoeken de bestaande verordening te herzien cn onder de
vrijstellingen op te nemenwaterschepen ten dienste
»der fabrieken Ie Goes, uitsluitend bestemd voor af- of
aanvoer van water en om hangende die herziening zoo-
danige maatregelen te nemendat de bedoelde sche-
pen op eene wettige wijze van de betaling van het
sas-geld zijn of blijven vrijgesteld.
Dit adres in verband staande met de heffing van be
lastingen, wordt gesteld in handen der financiële com
missie teil fine van rapport eu voorstelom met alle
gewisselde stukken te dezer zake bij de leden te worden
rondgezondenbesluitende de raad verder, om, hangende
de beslissing, de door burgemeester en wethouders aan
de adressanten verleende voorloopige vrijstelling van sas-
geld voor het vervoeren van garancine-water, te bekrach
tigen.
Op verzoek van den schuttersraad besluit de raad mag-
tiging te verzoeken, om uit de onvoorziene uitgaven der
schutterij-begrooting voor 1859 te betalen, voor afhalen
van amunitie scheepsvrachtenz. f 27,19
en onderhoud van wapenrustingen - 8,65
Op verzoek van het burgerlijk armbestuur, wordt het
zelve gemagtigd tot verhooging der volgende posten op
zijne begrooting over 1859, als:
belastingen metf 69,21
restitutiën verleende onderstand - 500,
en andere uitgaven .-13,95
en die verhooging te vinden door afschrijving van gelijke
som van den post voor aard-, boom- en peulvruchten.
Tot leden van het stembureau bij de verkiezing voor
een lid van de tweede kamer der staten-generaal wor
den benoemd de heeren G. H. Kakebeeke en Souten
dam, tot plaatsvervangers de heeren mr. van Voorst Vader
en van de Putte.
Op voorstel van burgemeester en wethouders, besluit
de raad, van de onvoorziene uitgaven der gemeente-
begrooting over 1859 af en over te schrijven op het
artikel vergoeding aan het rijk voor de invordering dei-
gemeente-opcenten op de grond en personele belas
ting 1,965.
De staten van oninbare posten op den hoofdelijken
omslag over 1859 ad /66,55 en de hondenbelasting
ad /5,50 ingekomen zijnde van den gemeente-ontvan
ger, worden goedgekeurd en vastgesteld, met uitzonde
ring van f 1 hoofgeld, verschuldigd door A. M. Jongbloed
dat als restant gebragt en later ingevorderd zal worden.
Aan de wed. M. Dronkers, J. Rijnders en M. Goossen.
wordt op derzelvcr ingediend verzoek remissie verleend
van de 2helft der belasting op de honden over 1859.
daar zij die voor 1 julij hadden weggedaan.
De Voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomene stukken
van heeren gedeputeerde staten
a. goedkeuring tot betaling uit de onvoorziene uitgaven
van de kosten der volkstelling.
b. goedkeuring kohier hondenbelasting
c. kennisgeving verdaging op de beslissing der begrafe
nis-regten tot ultimo december e. k.
d. prov. blad n°. 60, bepalende den tijd tot inzending
der gemeente-rekening vóór 11 augustus
e. prov. blad 62, berigt dat de nieuw benoemde com
missaris des konings zijne functien heeft aanvaard.
Het proces-verbaal der kas opneming bij den gemeente
ontvanger, sluitende met een saldo in kas van f 10728.82.
Van de plaatselijke commissie van geneeskundig toe-
voorzigt, het rapport nopens den openbaren gezondheids
toestand in deze gemeente over 1859, hetwelk, met eene
nota van burgemeester en wethouders zal worden rondge
zonden bij de leden van den raad.
Van de commissie belast geweest met de jongste nieuwe-
jaars-bedceling, haar gewoon rapport en verantwoording.
Onder dankbetuiging aan de commissiewordt tot
openbaarmaking dier stukken besloten.
Het programma van eenen, in de week van 512 Au
gustus in den Wilhclmina-polder te houden wedstrijd met
stoomploegen cn maaiwerktuigen.
Twee stukken, hel eene van de kamer van koophandel,
bet andere van Gebroeders Ilarinck, welke beide strekken
tot afschaffing of vermindering van sas- en havengeld.
Dewelke zullen worden gevoegd bij het adres van de
heeren Verhagen en C'L' over dat onderwerp en gesteld in
handen der financiële commissie om raad cn berigt.
Verzoeken om remissie van hoofdelijken omslag over
1860 van de heeren Douw Snijder en mr. van Hees
en van de hondenbelasting van L. Verdood, J. Filius
cn A. Zandce, die worden aangehouden.
Eenige staatsbladen die gedeponeerd worden, waarna
de vergadering gesloten is.
Goes, drukkerij van F. Kleemvens en Zoon
Uitgevers der Goessche Courant.