UITTREKSEL tan HET JAARVERSLAG
van den toestand der gemeente GOES, door burgemeester en
wethouders gedaan aan den gemeenteraad over het jaar 18Ö9;
BIJVOEGSEL tot de Goessche Courant van Maandag 4 Junij I860, !Y\ 42.
Vervolg.
BEHOORENDE ALS
Iloofdstuls. XT.
GEMEENTE POLICIE.
a. Openbare veiligheid.
Voor deze is op eene voldoende wijze gewaakt door een
commissaris van policie en vier agenten van de eerste en vier
dito van de tweede klasse, welke laatste meer bepaald bestemd
zijn voor de nachtdienst.
De brandbluschmiddelen bestonden bij voortduring in vier
brandspuiten met derzei ver toebehoorenalles geborgen in een
daartoe ingerigt en afgesloten gedeelte van het koor der her
vormde kerkde brandbluschmiddelen zijn in het jaar 1889
geverwd en in behoorlijken staat onderhouden.
Tot het vinden van een voldoend personeel ter bediening
der brandspuiten is door den gemeenteraad, eene verordening
vastgesteld, regelende de loting en jaarlijksche aanvulling der
manschappen voor deze dienst bestemd.
De gemeente is in 1889 bewaard gebleven voor brand en de
bluschgereedschappen zijn niet in dienst geweest dan voor de
gewone oefeningen.
De straatverlichting geschiedde nog met olie, gedurende de
vier eerste en de vier laatste maanden des jaars, van des
avonds dat de donker valt tot middernacht.
De verlichting met loopend steenkolen gaz, zal den volgenden
winter aanvangende daartoe benoodigde gazfabriek is in
aanbouw.
b. Huis van bewaring.
Het getal in bewaring gestelde personen bedroeg 32waar
onder 27 van het mannelijk en 8 van het vrouwelijk geslacht;
waarvan er den 31 December 1889, niet één meer aanwezig was.
Het personeel van bet collegie voor regenten over het huis
van arrest is onveranderd gebleven. De cipier en de bewaarder
waren ook dezelfden als ten vorigen jare.
Er zijn in het jaar 1889 geene personen aangehouden en van
hier als vreemdelingen uitgeleidovereenkomstig de bepalingen
der wet ten einde over de grenzen te worden gebragtmaar vier
personen zijn door de policie voortgeholpen om terug te keeren
naar hunne woonplaatsen buiten het rijk, van zeven anderen zijn
de reis- en verblijfpassen geviseerd en van twee zijn dezelve
voor drie maanden verlengd geworden; aan één persoon is een pas
afgegeven.
De voeding en het onderhoud der gevangenen is aanbesteed
geweest tegen 34 cents per persoon daags. Op eene allezins
voldoende wijze is daarin voorzien.
De geneeskundige behandeling was bij voortduring aanbe
steed tegen 20 cents per persoon 's weeks; waarvoor de beambten,
hunne huisgenoten en de gevangenen, weder met zorg zijn be
handeld; de gezondheidstoestand der gevangenen was gunstig.
Het hei- en funderingswerk voor het nieuw te stichten huis
van arrest in deze gemeente, hetwelk op den 23 December 1888
in het openbaar was aanbesteedis in het afgeloopene jaar
volbragt. Het is te verwonderen en te bejammerendat na
de opneming van dat werk zoo veel tijd ongebruikt is voor
bijgegaan en er tot hiertoe geen tweede perceel van dat belang
rijk werk is aanbesteed geworden
Voor rekening dezer gemeente zijn in 1889 twee personen
wegens policie-overtreding gegijzeld geweest, de kosten daarvan
hebben bedragen
voor voedingf 0,68
en voor gebruik van mobilair en liggingslukken - 0,06
Zamcn f 0,74.
Voor het rijk hebben de kosten der gevangenen in bet
geheel bedragen voor 381 personenals volgt
onderhoud van gebouwen en mobilair f 30,28
idem der gevangenen- 2499,—
geneeskundige verzorging- 284,
begrafeniskosten- 11.80
aankoop van klompen- 8,28
idem van kammen- 1,28
idem van boeken 14,38
Terwijl de cipier nog heeft genoten voor het bewaken van
policie-gevangenen uit de kantons Goes en Heinkenszand eene
toelage van f 60,
Xïoofcl'i.tulï. XXI.
LANDBOUW.
De langdurige en vrij sterke vorst in November 1888 heeft
veel bijgedragen tot het vernielen van schadelijke insecten, die
door de langdurige droogte zeer waren toegenomen.
De vermeerdering daarentegen der mollen veroorzaakte eene
buitengewone opwoeling van den grond; de uitspreiding van
de daardoor ontstane aardhoopen was eene volkomene bemes
ting dier gronden. De droogte van den grond veroorloofde
reeds in de maand Februarij een aanvang te maken met het
bewerken en bezaaijen der landerijen. Het onkruid groeide
welig op en het voorjaar was door de langdurige noord- en
noord oostelijke winden, zeer schraal. De weilanden leverden
nogtans veel gras op, en door de opvolgende felle hitte waren
over het algemeen alle veldvruchten voorspoedig en te vroeg
tijdig rijp, waardoor er handen te kort kwamen om dezelve
in te oogsten; deze had onder gunstige weersgesteldheid plaats.
De opbrengst van alle gewassen, met uitzondering van kool
zaad, paardeboonen en groene erwten, was belangrijk minder
dan in 1888, die der genoemde producten toch was in dat
jaar zeer onbeduidend.
De Zeeuwsche maatschappij van landbouw en veeteelt, hier
hare zevende afdeeling gevestigd hebbende, lelde 36 ingezetenen
dezer gemeente onder hare leden.
Er zijnzoo veel ons bekend isgeene nieuwe gewassen
landbouw-werktuigen of veerassen ingevoerd.
Deze gemeente is niet getroffen door onheilen van onweder,
overstrooming als anderzinswaardoor de oogst verrast of aan
merkelijk benadeeld is.
Ook is geene buitengewone schade aangerigtdoor schadelijk
gedierte, gevogelte of rupsen; tot hel weren van de laatsten,
werden de gewone maatregelen genomen.
Het bederf in de aardappelen deed zich weder voor; door
de felle droogte bleven dezelve klein van stuk; bet beschot was
daardoor middelmatig en de prijzen voor den winter voorraad
zeer hoog. De overige veldvruchten waren gezond.
Het hooi was ongemeen overvloedig en daardoor zeer goed
koop, de opbrengst was ruim driemaal zooveel als in 1888.
Het vee was gezond en het geheerscht hebbend gebrek aan
drinkwater is gelukkig door overvloed vervangen.
Tuinbouw, bloemisterij, boomgaard, boomkweekerij en bout
teelt is gebleven op den ouden voet en van weinig belang.
De veestapel heeft weinig verandering ondergaan. Den 31
December 1889 waren in de gemeente aanwezig: 90 ruinen,
104 merrien, 11 veulens, 1 stier, 1 slagtos, 325 koeijeu,
84 kalveren, 2 rammen, 128 ooijen, 8 lammeren, 2 beeren
en 28 zeugen, 5 ezels en 15 bokken en geiten.
Het pluimgedierte bestond in eenige zwanen der gemeente,
in de vest; voorts in hoenders, duiven, eenden, ganzen,
kalkoenen en paauwen bij de landlieden en eenige burgers
gehouden.
Bijenteelt is er weinig uitgeoefendaangezien enkele per
sonen een zeer klein getal korven plaatsen.
De middenprijzen van de veldvruchten en liet zuivel, alhier
in 1889 ter markt gebragtzijn geweest als volgt
Tarwef 8,26 per mud.
Rogge- 8,92»
Winter gerst - 4,85»
Zomer gerst - 4,68
Haver 5,81
Koolzaad- 10,475
Paardeboonen- 7,08
Groene erwten - 9,18
Aardappelen - 2,14
Boter1,18 ned. pond.
Eijeren- 2,70 de 100 stuks.
IIoofd.stu.li.
VERVEENING, JAGÏ EN ViSSCHERII.
a Verveening kan hier geen plaats hebben.
b. Jagl. Die der gemeente is verpacht. Eigen jaglen, eend
vogelkooijen, duiventillen, zwanen- en ganzendriftenbestonden
hier niet.
Van schadelijk gevogelte was er geen overlast, het getal
dat er van gedood is, is onbekend.
Het toezigt op de jagt is op de gebruikelijke wijze uitgeoefend.
c. Visschsrijen in de binnenwateren.
Die in de vesten dezer gemeente zijn verpacht te zamen voor
f 14,-- 'sjaars; deze staan onder toezigt der plaatselijke policie
en er zijn geene andere in de gemeente aanwezig.
d. Visscherij buitengaats wordt van hier niet uitgeoefend.
-eSOGe—
Iloofdstulv. XIV.
AMBACHT- EN FABRIEK-NIJVERHEID.
De voornaamste fabrieken in deze gemeentebestonden in
1889 in de volgende:
Een zaagmolenbehoorende aan de Gebroeders Harinck
en gewerkt hebbende met 4 knechts, welke genoten hebben
aan werkloon, een f 8,twee f 6,en een 5,80 per week.
Een olijmolen, genaamd de Hoopvan G. II. Kakebeeke,
werkzaam geweest als in 1888met 5 knechts en een week
loon van f 17,— te zamen.
Twee korenmolens, tevens pelmolens, genaamd de Koren
bloembehoord hebbende aan J. Olbertijn, doch overgegaan
in eigendom aan J. Adriaansc, en de Vijf Gebroeders, be
hoorende aan laatstgemelden. Deze molens hebben gewerkt met
een knechtgenietende kost en inwoning, benevens f 80,in
het jaar; een knecht met f 6,en twee jongens, te zamen
met f 8,weekloon.
Eene stoom-meelfabriek, grutterij en pellerij, genaamd de Vos
van J. II. C. Kakebeekeomtrent welke ons geene bijzon
derheden, zijn opgegeven.
Twee meestoven, bekend onder de namen de Zon en de Liefde
gedurende iic teelt »van 1889 zijn afgewerkt in de eerste:
810 balen of 49000 pd. racine, 67 vaten of 57100 pd.
onberoofde en 18 vaten en 58 balen of 10400 pd. muilen;
en verstampt 8100 pd. onberoofde, voor ;!/i uit de reeds
opgegeven muilen en het overige van elders aangevoerd, en in
de tweede 485 balen of 42690 pd. racine, en 17 balen
afval91 vaten of 48812 pd. onberoofde en 50 vaten of
13898 pd mul; terwijl in laatst gemelde nog is verstampt
28000 pd. racine en nog 58000 pd. dito te verstampen
overig bleef, zamen plus minus 200 vaten van elders aange
voerd. In iedere stoof waren 7 man werkzaam, die gemiddeld
ieder f 7 per week verdienden.
Twee fabrieken tot meekrap- en garancine bereiding, te weten:
eene genaamd Zuid-Beveland, met een stoomtuig van 50 paar
denkrachten en twee ketels, behoorende aan O. Verhagen, in
1889 weder in werking gekomen onder de firma Verhagen C".,'
en eene genaamd Stad Goes, van dr. C.A. vanRentergem C0.;
gedreven door een stoomtuig van 12 paardenkracht met één
ketel, doch onlangs met een tweede ketel vermeerderd. Van
deze fabrieken is geene opgave gétlaan, zoo min van hetgeen
in dezelve vervaardigd is als van het getal werklieden er in
werkzaam geweest en het loon door hen genoten.
De zoutkeet van O. Verhagen bleef in 1859 buiten werking.
De hoedenmakerij van J. P. Magielse werkte in 1889 met drie
knechts, diedoor elkander ieder f 6,'s weeks hebben genoten.
Er is in dat jaar eene tweede hoedenfabriek alhier gesticht,
werkende sedert 1 December 11.,onder de firma A. Cornelis C0.,
met drie knechts, die ieder gemiddeld genieten f8,per week.
Eene stroohoedcnfabrickspeciaal voor den boerenstand
werd alhier in stand gehouden door de wed. J. Heirman.
In dezelve waren een mannelijke en vier vrouwelijke werk
lieden bezig; deze verdienden in 1889: de mannelijke f 150,
eene vrouwelijke f 180,eene dito f 120,eene dito
f 80,en eene dito f 40,
De leerlooijcrij van P. L. van der Reitwas weder werk
zaam met een zoon van den eigenaar en een knecht wiens
verdiensten niet zijn opgegeven.