N°. 81
46sle Jaargang.
Donderdag SO October.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
De prijs per kwartaal is f 1,75 franco per post f 1,90.
De inze
BINNENLANDSCHE BEBIGTEN.
Bij besluit van 18 dezerheelt Z M goedgevonden te
benoemen, tot gezworens van den Sophia-polder den lieer
Flipse; van den Thoorn polder den heer J. de Loo/f; van
den Willems-poldcr den heer I'. de Looff Jz. allen ge
meente Wissekcrke, lot beheerder van den Oost-polder,
('sHeer Arendskcrkc), den heer G. de Smit; tot gezworen
van den polder Oud-Noord-Beveland, den heer J Swemer;
en tot beheerder van den Egbert-Pctrus-Polder, den beer
J Tolhoek.
Benoemd tot raadsheer in den boogen raad der Neder
landen, nir. J. 11. van der Sande, thans raadsheer in het
provinciaal geregtshof in Zuid-Holland.
De beer J. S. Beer, die zich thans te Middelburg ophoudt
en zich heelt aangeboden tot bet genezen van stotteren,
stamelenen andere spraakgebrekenheeft reeds eenige
patiënten daartoe onder behandeling. De methode door hem
gevolgd, moet uiterst eenvoudig zijn en niet kunnen missen
haar doel in korten tijd te bereiken.
Aan hen die met spraakgebreken bebebt zijnwelke
niet bet gevolg zijn van een organisch gebrek, meent men
de raadpleging van den heer Beer gerust te mogen aan
bevelen.
Om zich een beter denkbeeld te maken van den on-
gelukkigen toestand van de beide eskadrons dragonders,
vroeger te Leeuwarden in garnizoen en thans té 's Bosch
ingelegerddienedat van de 250 man er thans slechts
CO onder de wapenen kunnen komen. De overige 190
liggen hier en daar aan de koorts.
Te Iloogeveen is in 90-jarigen ouderdom overleden
na 65 jaren gelukkig gehuwd te zijn geweest met J. II.
Bloemhof, dhr. G H. Print. Behalve zijne vrouw zijn
nog in leven 9 kinderen, 53 kleinkinderen 59 achterklein
kinderen, 9 behuwdkinderen en 20 behuwd-kleinkinderen,
makende een getal van 150 personen.
Het Bataviaasch Handelsblad bevat de volgende bijdrage
tot de kennis der volksvermakelijkheden op Java:
Men schrijft uit Cheribon dd. 13 julij:
Op den 31 mei jl. was legen het middaguur eene talrijke
menigte bijeen, in en bij de gebouwen der suiker-fabriek
te Gumpol (residentie Cheribon); een ieder was gekleed in
feestgewaadwant men bevond zich hier ter viering van
het jaarlijksche maalfeest. De regent der afdeeling en vele
europesche familien, van heinde en ver toegesneld, zetleden
het feest, door hunne tegenwoordigheid, den noodigon
luister bij.
Tegen 12 uur kwamen eenige karren aan, beladen met
suikerriet en netjes versierd, vergezeld door een gecoslurneerd
escorte. Het riet werd met de noodige plrgtige vormen
afgeladen in de fabriek en in de machine gebragt en ver
malen. Tezelfdertijd hadden eenige inlandsche priesters gebe
den opgezegd, en werd er later geld gestrooid, ter verlustiging
van den gemeenen man.
Aldus het noodige verrigt zijndeom den zegen over
het toekomstige malen in te roepen, werd er overgegaan
tot de volksvermakelijkheden.
Onder meer andere zakenzoude rnen ook vergast worden
op het schouwspel van het gevecht tusschen een tijger en
een karbouw. Tot dat einde was een stuk grond van 6
a 7 el middellijn afgesloten door stevig paal- en vlechtwerk,
ter hoogte van A el, terwijl het bovenvlak op gelijke wijze
was diglgemaakt. Gelijk met dit bovenvlak bevonden zich
aan twee zijdenuitsteeksels of stellingenspeciaal voor de
notabelen onder de aanschouwers. llootdzakclijk maakten
daarvan gebruik do europesche dames, enkele heeren en
kinderenterwijl liet overige gedeelte van het publick zich
verdrong, beneden om de afgeperkte ruimte, onder eene
temperatuur van misschien wel 100 graden F.
De kaïbouw was reeds binnen, en zette zeer verbaasde
oogen op over liet woelen en dringen der hem omringende
menschenmassa, zich verdiepende in allerlei bespiegelingen
over de vele blijken van belangstelling welke heden zijn
deel waren.
Spoedig echter werd dit probleem voor hem opgelost,
want het tijgorhok was reeds voor de opening in liet paal
werk en na ecuig opjagen sprong een gevlekte tijger
tding van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des na
(matjan toctol) uit bet hok naar binnen. Het was een
uiterst fraai dier, ongeveer 3 ''2 voet lang, zeer vlug, schoon
van pels en onverzwakt.
liet beest scheen bij den buffel geen bijzonderen indruk
te verwekken. Beiden keken elkander nu en dan eens
leelijk aan, de tijger grijzende en de karbouw zijne horens
vellende.
De spanning der aanschouwers was op dit oogenblik
zeer groot, en iedereen verbeidde, met verlangen, het
oogenblik van het eigenllijke gevecht.
Dit verlangen zoude echter heden niet worden bevredigd.
De tijger liep been en weder tn zocht naar eenen uit
weg, stak daartoe zijne pooten tusschen bet paal- en
vlechtwerk, sprong later zeer vlug tegen het bovenvlak,
doch werd daarvan teruggestoolcnbeproefde dit voor de
tweede maalen ziet! bij wrong zich nu door de openingen
of gapingen van het vlechtwerk, slapte zeer flegmatiek over
eene der stellingen, tusschen eenige dames, heeren, kinderen
en dienstboden door, daalde den trap ah en nam de vlagt.
Daar stond men al zeer zonderling te kijken.
De dames op do stellingen, vooral zij die de tijger na
genoeg rakelings passeerdewerden er wel niet kalmer
op, doch bielden zich overigens nog al cordaat. De me
nigte nam de vlugt.
Het dier had dc wijk genomen onder een padie-maga-
zijntje, en kon daar wel niet goed blijven, als behoorende
bet, nu eenmaal los zijnde, tot de ongenoodigde en zeer
onwelkome gasten, waarom dan ook dooi' eenige gewapende
liedeneen kring om zijn asilium werd gevormd
De suikerfabriekant C. Burgemeeslredie daarbij was,
bragl den tijger een eerste lanssteek toe, het dier vloog
op, raakte aan bet worstelen met eenen inlander uit den
kring, en verwondde dezen aan hand en gelaat. Gedurende
deze worsteling, vonden de heeren Harlinck en genoemde
C. Burgemeeslre gelegenheid om bet beest verder door
lanssteken af te maken.
De Nederïandsche Staatscourant van den 14 dezer behelst liet
volgende verslag omtrent den oogst in dc provincie Zeeland.
De veldvruchten werdenonder gunstige omstandigheden ten be
hoorlijken tijde in den grond gebragt, kwamen goed op en leden,
voor zoo ver die met den winter in den grond waren, weinig of niet
van de koude. De verwachting, die men iu het voorjaar omtrent
den landbouw in het algemeen koesterde, was, dan ook buitengewoon
gunstig en zij heeft zich tamelijk wel verwezenlijkt.
Dat de uitkomst niet geheel aan de verwachting heeft beantwoord,
is toe te schrijven aan de zware regens in junij, vergezeld van hevigen
winden in sommige streken van het gewest van hagel, welke aau-
vele vruchten nadeel hebben toegebragt, doordien het stroo, dat door
den weelderigen groei lang maar slap waszich daardoor heeft ge
legerd, hetgeen de verdere ontwikkeling van de plant en het graan
belemmerd heeft.
De tarwe steeds het hoofdvoortbrengsl van den zeeuwsclien land
bouw, mag dan ook als slechts redelijk gelukt worden beschouwd.
Moge al de opbrengst niet onbevredigend worden genoemd de hoe
danigheid laat daarentegen te wenschen over. Dc korrel is klein,
smal en weinig meelrijk. Ook klaagt men hoewel weinig, over kafkoren.
Men schat de opbrengst gemiddeld op 22 mudden per bunder.
Kogge wordt, hoc.wi.-l meer algemeen dan vroeger, behalve in de
voormalige 4de en 5de distrieten bij geene groote hoeveelheden ver
bouwd. Men is over deze vrucht tamelijk wel tevreden. "Wel heeft
zij door de vroegere droogte en daarop gevolgde zware regens geleden,
maar zij heeft veel stroo geleverd eu de opbrengst is redelijk te
noemen. De korrel is echter smal en niet zwaar. De opbrengst kan
gemiddeld op 24 mndden per bunder gerekend worden.
De winter gerst heeft over het algemeen nog meer dan andere
vruchten geleden zoo van de zware regens als van den windhet
stroo, te dier tijd reeds zeer lang, was daartegen niet bestand cn is
de plant daardoor geveld geworden waardoor de ontwikkeling is be
lemmerd, ten gevolge waarvan zoowel het beschot als de hoedanigheid
van het graan te wenschen overlaat.
Over de zomer gerst is men meer tevredenbet stroo is kort
cn daardoor staande gebleven en de korrel redelijk zwaar.
De opbrengst schijnt gemiddeld op 29 mudden voor de winter Gerst
cn op 28 mudden voor de zomer Gerst per bunder tc kuuuen worden
geschat.
De haver is vrij algemeen goed geslaagd, en is meer verbouwd
dan iu vroegere jaren. liet graan is met enkele uitsonderingen
zwaar en blank, en de opbrengst van stroo voldoende, zoodat men
aanvankelijk over deze vrucht tevreden is. De opbrengst wordt geschat
op 53 mudden per bunder.
Over het algemeen heeft men in vele jaren niet zulke goede uit
komsten van den koolzaadbouw gehad als bij den tegenwoordigen
oogst. De verwachtingen, die men omtrent dit gewas heeft gekoesterd,
hebben zich vrij algemeen verwezenlijkt; dc korrel is olierijk en, daar
het dorsclien dat in dit gewest zoodra dc korrel daartoe geschikt is
op liet veld geschiedtdoor goed weder is begunstigdgoed droog
binnen gekomen.
liet vermelde, hoezeer voornamelijk op het winterkoolzaad van toe
passing kau ook van hot zomerzaad gezegd wordenhetwelk echte.r
weinig is verbouwd. De opbrengst wordt gezegd 26 mudden per bun
der te hebben bedragen.
Hoezeer dc vrij hevige warmte den aanslag van den tweeden bloei
verhinderdezijn de paardebooiicn noglhaits zeer goed geslaagd;
liet stroo groeide tot meer dan gewone lengte cn is goed met vrucht
bezet geweest. Do opbrengst zoo van stroo als van boonen meent
men bevredigend tc zullen zijn; men rekent van dc laatste 22 mudden
per bunder to zullen oogsten.
COURANT. J
Gewone advertentiën worden a 20 ets. de regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberigten, van 1-6 regels a f 1,50
behalve het zegelregt.
Witte-, bruine- en dnivenboonenvooral de laatste, worden
over liet algemeen weinig, eu bijna niet in de voormalige 4de en 5de
districten en in het eiland Noord-Beveland verbouwd. Zij ontwikkelden
zich na den uitzaai aauvaukelijk langzaam. De droogte in mei deed
ze een dor aanzien hebbendoch de regen in junij herstelde ze veel,
zoadat men eene bevredigende opbrengst er van verwacht, ook van
stroo. Men denkt aan eene opbrengst van 21 mudden boonen per
bunder.
De erwten zoowel de witte of gele en graauwe (die in deze pro
vincie weinig worden verbouwd) als de groene hebbenondanks de
hittedie eene te vroege rijpwording veroorzaakte en hetgeen van
invloed is geweest op de opbrengst, toch aan de verwachting, die
men van dit gewas koesterde, beantwoord. Ook het stroo, door
geeu ongedierte bezet, is geschikt voor veevoeder. Het beschot rekent
men door een op 23 mudden per bunder, van goede hoedanigheid.
De aardappelen laten over het algemeen te wenschen over. Iu
de maand junij, op halven wasdom, werd meer algemeen dan in het
vorige jaar de bekende ziekte waargenomenen hoezeer deze zich
meestal tot het loof bepaalde en de knol daarvan bevrijd bleef, is dit
toch oorzaak geworden dat de aardappel onvolwassen en dus klein is
gebleven, terwijl vooral op het eiland Walcheren veel wordt geklaagd
over smakeloosheid van den knol. Op de opbrengst is het vroeg ver
sterf van het loof van grooten iu vloed. Deze wordt zeer verschillend
geschat, gemiddeld over de geheele proviucie op 110 mudden per
bunder, in het eiland Tholen, het minste, op 7'2 mudden, in het eiland
Noord-beveland, het hoogste, op 139 mudden per bunder.
Van de graslanden meldt men niets dan goeds. Reeds in het
begin van mei kon men deze voor beweiding in gebruik nemen. Zij
bleven tot in julij rijk bezet. De daarna geheerscht hebbende droogte
verminderde ze eenigzinsdoch ze herstelden zich daarna weder.
De hooibonw is uitnemend goed uitgevallen, zoowel in opbrengst,
gelijk men die in jaren niet heeft gehad, als wat de inzameling be
treft, welke door goed weder werd begunstigd. Ook de hoedanigheid
wordt geroemd. Men heeft van 4500 tot 7000 pond hooi per bunder
gewonnen.
Omtrent de klaver zijn de berigten nog al verschillend. De op
brengst van de eerste snede wordt in sommige streken gunstig genoemd.
In andere gedeelten der provincie, zoo als in het voormalig 4de dis
trict en in Schouwen, wordt de opbrengst slechts matig genoemd.
Over de tweede snede oordeelt men vrij algemeen gunstiger, als
belovende eene goede opbrengst.
De wortelgewassen beloven algemeen veel.
Onder de runderen in twee gemeenten deed de longziekte zich
voor. Ten gevolge der op grond van het provinciale reglement ter
voorkoming der longziekte bevolen en uitgevoerde maatregelen, werd
de ziekte tot dc aangetaste stallen bepaaldzoodat men ze thans als
geweken mag beschouwen.
Onder ééne kudde schapen vertoonde zich klaauwzeer; deze ziekte,
hoezeer toen geweken, heeft zich later weder geopenbaard en duurt
onder de kudde nog voort.
Op één stal vertoonde zich bij de paarden de lenden-typhusver
scheidene paarden zijn daaraan gestorven. Deze ziekte is nu geweken.
Onder de varkens» vooral in het voormalig 5de district,heerscht
de vroegere ziekte en er heeft dien ten gevolge nog al sterfte plaats.
Overigens laat het vee over het algemeen niets te wenschen.
Niettegenstaande het schrale voedsel gedurende den winterkwam
het gezond in de weidealwaar het overvloed had.
Ofschoon men over het algemeen den tegenwoordigen oogst niet
anders dan onder die van middelmatig vruchtbare jaren mag rang
schikken en men niet zoodanig hooge prijzen als wel enkele jaren
vroeger voor de producten kan bedingen, schijnt de landbouwer reden
tot tevredenheid te hebben, vooral bij vergelijking met den vorigen
oogst, toen bijna alle peulvruchten zijn mislukt en de graslanden
bijna geen voedsel voor bet vee hebben opgebragt.
BUITEN LANDSCHE BEBIGTEN.
ENGELAND.
Ten bewijze der godsdienstige opwekking, die sedert
eenigen tijd in sommige gedeelten van het noordelijk Ierland
heerscht, deelt een dagblad van Ulster mede dat een boek
handelaar te Belfastdie in drie maanden welke den 30
September 1858 eindigden 500 bijbels, 100 nieuwe tes
tamenten en 200 psalmboeken verkocht had, nu in dezelfde
drie maanden van bet tegenwoordige jaar 3500 bijbels,
1000 nieuwe testamenten en 1800 psalmboeken beeft ver
kocht. Het edinburgsch bijbelgenootschap leverde van 1 junij
tot 30 september laatstleden 14,312 bijbels meer dan in
dezelfde maanden van 1858 aan iersche boekverkoopers af.
Als bijdrage tot de engelsche volkszeden kan liet
volgende berigt uit de Bury Post dienen. «In de afgc-
loopcne week bevatten de nieuwsbladen een gerucht dat
Tom Sayers de kampvechter (in 't boxen) van Engeland
gestorven was ten gevolge van dc wonden die hij van den.
birminghamschen held, Breltle, ontvangen had. Wij zijn
in staat dit •tegen te spreken, daar Sayers zich thans in
Newmarket bevindt. Dc eenige wond die bij in dc jongste
worsteling ontving, was con gat in bet been, toegebragt
door de spijkers in BreUlcs laarzenwaardoor hij eenigen
tijd genoodzaakt was zijne kamer te houden."
FRANKRIJK.
-Do vrede tusschen Frankrijk cn Oostenrijk is den
17 te Zurich getcekend, dus slechts 2 dagen na afloop van
den 11 julij jl. to Villafronca gesloten wapenstilstand.
De, voorwaarden van don vredewaarschijnlijk die welke
bij dc preliminaircn vastgesteld zijn, zullen eerlang openbaar
worden gemaakt Men verwacht thans do bijcetirocping van