natuurlijk de Zuid-Bevelandsche dain opruimen, doch een- j
maal tot nabij den zeedijk van den daarachter gelegen Jacob-
polder, op de gebruikelijke wijze met blijvend werk worden
aangehouden en dit dan ook met beter succes kunnen ge
schieden omdat de genoemde Jacob-polder dan ook zijne
oevers zal moeten defenderenen derhalve ook door de
provincie, die de dammen onderhoudt, betrekkelijk geringe
uitgaven voor het behoud daarvan zullen behooren gedaan
te worden.
Men ziet intusschen uil het vorenstaande, dat de geruch
ten voor een onlangs gebeurden val of afschuiving van den
dam in het Sloegeheel overdreven zijn geweesten ik
(steller dezes) houdt het voor zekerdatzoo de telegraaf
lijn welke langs den dam looptbij die gelegenheid niet
ware gestoord geworden, men van geen val of afschuiving
van den dam in het Sloe zou gehoord hebben.
Hierbij wordt herinnerd aan hetgeen voor meer dan
eene halve eeuw de zceuwsche ingenieur A. Schraver over
het Sloe geschreven heeft, en 'tgeen uit zijne nagelaten
papieren door dr. Swalue aan het licht is gebragt:
Indien, gelijk eenigen zeer onvoorziglig verhalen en
velen in hunne eenvoudigheid gelooven, de stroomen in het
Sloe tusschen de eilanden Walcheren en Zuid-Beveland met
een damzeedijks-hoogtemoeten worden afgesloten en
alzoo het eiland Walcheren met Zuid-Beveland vereenigd
dan zouden de stormvloeden uit het noordwesten, die het
veergat regtstreeks invallen en door de ruimte tusschen de
oostelijke zijde des eilands Walcheren en het westelijk ge
deelte van het eiland Noord-Beveland tegen de geimagineerde
afdammingdoor het Sloe (die slechts een derde der breedte
heeft van de breedtedie er is tusschen de oostelijke zijde
des eilands Walcheren en het westelijk gedeelte van Noord-
Beveland), door eene onmatige verhooging van water, moeten
len gevolge hebben, dat de actuele zeedijken der eilanden
Walcheren, Wolphaartsdijk cn Zuid-Bevelandgewisselijk met
eene aanmerkelijke hoogte zouden moeten overstroomen, en
meer dan waarschijnlijk doorbraken veroorzaken, die welligt
de schoone eilanden zouden doen wordenhdtgcen de pol
der van Sabbinge thans nog iswant ik weet uit zeer
naauwkeurige en eigen waarnemingen, dat bij noord-westen
stormvloeden het water in het veergat 5, 6 en meer voeten
wordt opgezetdan dit terzelfder tijd 5000 roeden zuide
lijker voor de zuidwateringen van Walcheren of voor de
watering van Borsselc in Zuid-Beveland wordt waargenomen.
Want bij zulke stormen ligt het gehcele Sloe ten oosten
van het eiland Walcheren achter een opperwal, en dient
lot een natuurlijk overlaat om het water uit het veergat
naar de Wester-Schelde af te voerenmaar indien nu eens
die overlaat gesloten werd, en dat nu in een' tijd dat het
Schenge reeds gesloten isen door hetzelve met noord
westen stormvloeden geen droppel water uit het veergat
meer in de Ooster-Scheldc kan afgeleid worden, dan zouden
im'ftiers de dijken wederzijds Sloe, die wel zijn aangelegd
en verhoogd naar de hoogte der vloeden met een open
Sloe cn onbelcmmerden afloop van water, te laag moeten
worden in betrekking tot de meerdere opzetting der vloeden,
die met noordwesten stormen aan de noordzijde der afdamming
van het Sloe natuurwettig moesten veroorzaakt worden.
Men ziet hieruit het groot gewigt van het vaarwater
het Sloedat bij hoog water tusschen de beide oevers of
dijken een brecde stroom is, waarin op sommige punten
groofe koopvaardijschepen laverenterwijl bij springgetijen
het water er eene verbazende kracht kan uitoefenenwaar
tegen sterke veerdammen zelfs niet altijd bestand zijn.
De afdamming moet nog steeds als gevaarlijk en onraad
zaam beschouwd worden, want het Sloe werkt niet alleen
bij N.W. stormen als overlaatmaar ook bij Z.-westelijke,
als wanneer het veergat achter Walcheren ligt, dan ten
gevolge lageren waterstand heeft cn dus een gedeelte van
het overmatige vloedwater kan opnemen. Het schijnt dus
een der middelen te zijn door de natuur zelve gevormd
ter beveiliging van Walcheren en Zuid-Bevelanden wat
men in de vloed ook aanlegge om dien te bedwingen
hetgeen de vrije en ruime doorstrooming des waters zou
moeten hinderen, is altijd eene kostbare onderneming, die
met moeite zal volgehouden worden en waarvan de gevolgen
niet te berekenen zijn. Hoewel de laatste val bij den
veerdam niet zoo belangrijk was, als de eerste berigten
vermeldentoch is het een bewijs dat ook hier gelijk
elders, bij Zeclands-waterwerken en waterkeeringenhet
water magtigcr is dan het land. Men handelc steeds ge
trouw aan Zeclands wapen Luctor et Emergo.
Volgens een bij de regering, via Triest ontvangen tele
gram dd. Batavia IO maart 11.waren er geene bijzon
derheden te vermelden.
Tot lid der provinciale commissie van geneeskundig on
derzoek cn toevoorzigt in Zeeland is benoemd dr. J. C. de
Man te Middelburgter vervanging van J H. Cornielje
overleden.
Nopens de garnizoens veranderingen die tegen I me'
bepaald waren, schijnen cenige nadere beschikkingen te zijn
genomen. Zij zouden voorloopig, geheel of ten deele, geen
j voortgang hebben. Natuurlijk zal dit afhangen van den loop
dien de zaken buiten 's lands nemen. Nemen die onver
hoopt een nog ernstiger keer, zoodat eenige maatregelen
van voorzigtigheid noodig zouden worden, dan spreekt men
er van, dat even als in 1848, een paar vroegere ligtingen
hetzij geheel of gedeeltelijk, zouden worden opgeroepen.
Volgens andere berigten is bovenstaande ongegrond.
De minister van justitie heeft ingetrokken de commissien
van eenige onbezoldigde rijks-veldwachtersdie zich niet
hadden ontzien met eenige stroopers zamen te spannen, in
dier voege, dat deze stroopers zich door die beambten voor
eenig geld, dat zij van hen ontvingen, hadden laten bekeuren
wegens het zetten van wildstrikkenop vooraf daarvoor
aangeduide plaatsen, door welke handeling de bedoelde rijks
veldwachter het erlangen van de gestelde premiën op de
wildstrikkerij hadden beoogd.
Ds. J. G. A. Nonhebeipredikant te Wemeldinge heeft
voor het beroep naar Poortvliet bedankt.
Het diakonie-bestuur te Yerseke werd dezer dagen ver
blijd door Zr. M9. bewilliging in het aanvaarden vrij van
successie-regten cn alle andere lasten van een legaat van
f 1500 door wijlen den Weled. gestr. heer P. Y. Knoll,
ambachtsheer van Yerseke, aan genoemd bestuur vermaakt.
In den avond van jl. donderdag omstreeks 8 '/2 ure is
hier ook het buitengewoon schoon noorderlicht waargenomen,
zoo krachtig en helder als het zich slechts zelden vertoond.
Bij een' onbewolkten hemel verspreidde zich in het noorden
een licht, veel overeenkomst hebbende met dat bij de op
komst der maan. Hooger op ging dit over in een sterke
gloed van stralen in allerlei nuances, van bloed rood tot geel
achtig wit, waardoor talloozc starren heen blonken. Blijk
baar zag men de stralen zich van het westen naar het oosten
verplaatsen die al flikkerend uit het witachtig licht aan den
horizont opschoten en eindigden in een gloed gelijk aan die
van een hevigen brand.
Verleden maandag had bij de handboogschutterij Willem
Teil alhier, de festifiteit plaats van het ontrollen barer banier
waarbij verschillende leden harer oudere zuster Jacoba van
Bei/eren hunne belangstelling toonden.
Het vaandel bestaande uit de nationale driekleur, prijkt
in het midden met eene zinnebeeldige voorstelling van den
beroemden schutter aan wien deze schutterij haren naam
ontleent, en waarvoor de hper Braam als vervaardiger alle
eere toekomt.
d
In het huis van arrest alhier is overgebragt Lena Sandijk,
oud 21 jaarverdacht van poging tot vergiftiging harer
stiefmoeder, door middel van luciferskoppen. Zij had die
geworpen in een ketel met water dat te koken hing om
na de te huiskomst harer stiefmoeder die naar de kerk
waskoffij te zetten. De stank heeft tot de ontdekking
geleid.
Van verschillende zijden worden berigten medegedeeld
van door nachtvorsten aan de vruchten gedane schade. Voor
namelijk de aardappelen die op vele plaatsen boven den
grond stonden en wier loof afgevroren is alsmede de in vollen
bloei staande vruchiboomendie veel geleden hebben.
Volgens een berigt van heden uit Krabbendijke wil men
als leden der provinciale staten in de oostelijke gemeenten
van dit eilandde heeren mr. J. C. R. van der Bilt
0. Verhagen en mr. W. G. de Knokke van der Meulen
de vierde wordt niet aangegeven.
In het hoofdkiesdistrict Hulst worden tot leden der pro
vinciale staten aanbevolen de aftredende leden Pierssens
Hombach en Sergeant met den heer mr. H. C. van Dig
gelen, te Axel.
i
Men verneemt dat bereids de hoodige maatregelen ge
nomen zijn tot daarstelling eener telegraaflijn van Neuzen
naar Gent.
In de gemeente Grypskerkc (Walcheren) op de hofstede
van A. Huisman, heeft zich dezer dagen de longziekte
onder het rundvee vertoondwaardoor gedeputeerde staten
het noodzakelijk hebben gevonden te besluiten tot de ont
eigening van 17 stuks.
Naar men verneemt, zegt de Prov. Utr. Ct., heeft de
regering geweigerd concessie te verleenen aan den heer van
Gorcum, tot het aanleggen van een kanaal, ter verbinding
van de Schelde met de Maas en den Rijn. De voorwaarden,
waarop de concessie werd gevraagd, schijnen niet het ver
leenen daarvan te hebben toegelaten.
Te Dalfeen is dezer dagen zekere v. d. K. overleden.
De man leefde zoo zuinig, dat zijn costuum slechts uit een
zwart linnen buis en broek bestondterwijl kousen hem
vreemd waren. Zijne nalatenschap bedraagt naar men wil,
p. m. f 25.000. Een dergelijk geval deed zich onlangs
ter zelfder plaats voor, waar een man die in zeer bekrom
pen toestand leefde en wiens kinderen uit armenfondsen
werden bedeeld, omdat naar het scheen de vader hun niets
geven konna zijn overlijden een vermogen bleek te be
zitten van 45.000.
Dat de gemeenschap van goederen in het wetboek der
dierenwereld niet onbekend schijnt blijkt uit het navolgend
berigt uit Oudewater
Een ingezeten dier gemeente heeft in den tuin achter
zijn woonhuis eene duiventil staande. In een der hokjes
van die til, in gebruik bij een paar duiven, heeft een paar
spreeuwen zich met geweld den toegang weten te verschaffen,
om ook aldaar hun nest te maken. Voor dat het zoover
kwam hadden er onophoudelijk vechtpartijen plaats tusschen
de bezitters en de indringers, welke laatste echter ten slotte
zoo ver zijn geslaagd, dat thans het hokje tot gemeenschap
pelijke woning verstrekt zoo van de duiven als van de
spreeuwen en de laatste reeds op een zestal eijeren zitten
te broeijen.
Volgens de laatste dépêches uit Londen, worden als het
ware nog in het laatste oogenblik pogingen aangewend om
den oorlog te voorkomen.
Men schrijft uit Brussel aan de Heuse
«Eenige bladen hebben gemeld, dat er questie was,
tusschen Belgie en Holland een eventueel tractaat te sluiten.
De Independence heeft dit feit gelogenstraft, doch er wordt
verzekerd, dat het niet van allen grond ontbloot is. De
conventie is niet geteekend, zij zou dit worden ingeval van
eenen inval. Sommige personen beweren, dat dergelijk
tractaat eene schending onzer onafhankelijkheid zou zijn,
doch het gouvernement zou zich, naar het schijnt, gronden
op het artikel der grondwet, dat niet toelaat, dat vreemde
troepen op belgisch grondgebied komen, dan met de mag-
liging der kamers. Deze magtiging, welke de troepen van
maarschalk Gérard in 1832 noodig hadden, om zich naar
Antwerpen te begeven, zou dus voldoende zijn om een ver
bond van dien aard toe te laten. Geen belg, hoegenaamd
zal zich ongetwijfeld over deze uitlegging beklagen; ten
anderendit tractaat zou slechts van kracht zijn op den
dag dat al de andere zouden ophouden te bestaan.
Volgens onze toezegging bij eene vroegere, deelen wij
thans mede het programma voor het provinciaal feest, te geven
door de sociëteit Jacoba van Beijeren" alhier, bij gelegen
heid van haar tienjarig bestaan den 7 Julij 1859, op het
slot Oostende
Ten 9 uren des voormiddags ontvangst der directiën van de deel
nemende gezelschappenaanbieding van den eerewijn en loting voor
de regeling van den optogt en de schietingen.
Begin van den optogt des voormiddags 10 uren.
OBDB VAN DEN OPTOGT:
1Eene eerewacht te paardgekleed in zwarten rokwitte broek,
gekleede hoeden, blaauwe sjerp.
2. Muziekale leden met derzelver muziek.
3. De standaard-drager der feestgevende sociëteit met de directie.
4. Een open rijtuig bespannen met twee paarden, waarin gezeten
4 jonge meisjes in het wit gekleed met een blaauwe sjerp,
bloots hoofd en bloemen kransdragende de uit te reikene
medailles bevestigd op daartoe vervaardigde kussens één meisje
in genoemd costuumde leidsels der paarden vasthoudende
twee leden dezer sociëteit de teugels der paarden in de hand
hebbende.
5. Commissarissen benoemd tot regeling en uitvoering van het
feest, tot onderscheidings-teeken hebbende, eene ster van blaauw
en wit lint.
6. Boogschutterijen, naar volgorde ingevolge de loting en de opko
mende muziekgezelschappe nverdeeld tusschen die schutterijen.
De optogt ial beginnen van voornoemd Slot, langs de Korte Kerkstraat,
westzijde Groote Markt, Oprei, Groote en Kleine Kade, Keizerstraat,
Beestenmarkt, Vlasmarkt, Wijngaardstraat en zoo naar de Weide.
Ten 10 y2 uur opening van den wedstrijd met den handboog naar
den vogel om ten 2 uren te eindigen.
Van de Weide in optogt langs de Cingel, GanzepoortstraatLange
Vosstraat, Oude Vischmarkt, Oostzijde Markt, Lange Kerkstraat,
Cingelstraatnaar het Slot.
Van 3 tot 4 uren pauze.
Ten 4 uren opening van den wedstrijd met den handboog naar
het gewone Doelen, deze schieting sal plaats hebben in pelotons van
6 schutters van iedere schutterij, het getal schoten te bepalen naar
gelang der deelnemende pelotons.
De afstand van het doelen is 29 el nederl. en de hoogte der roos
1 el nederl. uit den grond gemeten geplaatst.
Te 6 uren ontvangst van burgemeester en wethouders en officieren
der stedelijke schutterij.
Na den afloop der doelschietinguitreiking der behaalde medailles.
Gedurende de beide wedstrijden zullen de muziekgezelschappen zich
bij afwisseling laten hooren.
BEPALINGEN BIJ HET STENGSCHIETEN.
Aan de stengschieting kunnen alle leden van boogschutterijen deel
nemen, mits van derzelver lidmaatschap doende blijken.
Ieder moet ingevolge zijn getrokken nommer schieten.
Do inleg is 1,00, waarvan f 1,25 op iederen kleinen vogel, ƒ0,25
te verdeelen op twee zijvogels en 10 cent voor pijlrapers e»z.
De hoofdvogel is een lossen vogel, waarop drie medailles zijn gesteld,
de Iste medaille, een zilveren vergulde ster aan hem die vóór half
twee uren met het eindigen der begonnen ronde gezegden vogel de
meeste malen zal hebben afgeschoten.