N°. 25,
46e Jaargang.
1£51>
mmrn
f
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag I »5£2 ]VII Gewone advertentiën worden a 20 ets. de regel geplaatst
avond, Uitgezonderd op feestdagen. ill ft li 11 (l aji «WO iYlclelrl. Geboorte-, huwelijks- en doodóerigten, van 1-0 regels a f 1,30.
De prijs per kwartaal is f 1,75 franco per post f 1,00. O behalve het zegelregt.
t inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags.
PLAATSELIJK BESTUUR.
BEEENDmAKfHGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
gezien hebbende het schriftelijk verzoek gedaan dooi- Sebas-
tiaan Dhaennix, wonende alhier, om het huis wijk
D n°. 133, staande in de Kieuwstraat, kadastraal sectie
D n°. 656, in deze gemeente lot SLAGTERIJ te doen
inrigten.
Gelet op het koninklijk besluit van den 31 januarij 1824,
(staatsblad n°. 19), mitsgaders 'op het besluit van heereu
gedeputéerdê staten dezer provincie, van den 7 ocluber 1842,
n°. 17 (provinciaal blad n°. 98.)
Overwegende dat tot het opmaken van proces-verhaal de
comtnodo et incommodo, gevorderd bij art 4 van welge-
meld koninklijk besluitde eigenaars en bewoners der naast
gelegene panden in hunne belangen moeten worden gehoord
en dat het tevens nuttig kan zijnom ieder in de gelegen
heid te stellen zijne, bezwaren aan het gemeente-bestuur ken
baar te maken.
Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij
belang kan hebben, dat de adressant benevens de eigena
ren bewoners en gebruikers der nabij gelegen eigendom
men zijn opgeroepen op zalurdag den 2 april, des namid
dags ten een urevoor burgemeester en wethouders in hunne
gewone vergaderkamer, ten raadhuize te verschijnen Ton einde
ter zake voorschreve in hun belang te worden gehoord en
dat te gelijkertijd aan een ieder die zulks mogt verlangen de
gelegenheid zal gegeven worden om zijne bezwaren daartegen
op te geven, ten einde in het proces-verbaal vermeld te worden.
En zal hieraan door insertie in de Gocssc&e Courant pu
bliciteit gegeven worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 26 maart 1859.
Burgemeester en weihouders voornoemd,
M P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
II. G PILAAR.
BURGEMEESTER KN WETHOUDERS VAN GOES,
verwittigen bij' deze een iegelijk die zulks zoude mogen
aangaan:
Dat de lijst der bij besluit van heeren gedeputeerde
staten dezer provincie, van den ft dezér n°. 85, pro
vinciaal blad n°. 27.) bevoegd erkende beoefenaren van de
onderscheidene takken der GENEESKUNST ih déze provincie
over hét jaar 1859 mitsgaders de lijsten van de heel
kundige werktuigenwelke de plattelands-heelmeesters en
der geneesmiddelen en werktuigen welke de apothekers
geneesheeren, heel- en vroedmeesters ten platten lande geë-
tablisseerd of in plaatsen alwaar geene plaatselijke com
missie van geneeskundig1 toévo'öreigt' gevestigd is, woonachtig,
moeten voorhanden hebbenvaii de voorwerpen welke de
droogisten, niet beneden de bij eik' dcrzelve bepaalde hoe
veethédeii mogen verköép'én en van. de vergiften welke in
de winkets' rftóeten' afgesloten worden, zoo als1 dczütve hij
besluit vafi welgërüéfdé bóeren gedeputeerde staten dezer
provincie van den. 6 .en 13 mei 1853, n° 10, (jirovin-
ciaat'btttd' n*!1 76;) zipb vastgesteld, van heiden af ter griffie
voor de belanghebbenden ter visie liggen, dagelijks, uitgenomen
zou- en feestdagen van des voormiddags negen, tot des
namiddagstwee ure.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 26 maart 1859.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN
De secretaris
II C. P I L A A R.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat:
Dat do gemeente-raad in zijne openbare vergadering vaii
den 24 dezer, overeenkomstig het bepaalde bij art. 265
der gemeente-wet beeft vastgesteld liet kohier van de
BELASTING OP DE HONDEN, voor deze gc-
meento, over don jare 1859 hetwelk ter secretarie dezer
gemeente ter lezing gelogen heeft.
Dal genoemd kohier andermaal ter lezing nejëégélegd
is ter secretarie dezer gemeente van heden tot en met
den 5 april eerstkomende, van des voormiddags negen tot
des namiddags twee ure.
En dat ieder aangeslagene, binnen dien tijd tegen zijnen
aanslag bij hoeren gedeputeerde staten in beroep kan komen
En opdat zulks algemeen bekend zij zal deze worden
afgekondigd, aangeplakt en geplaatst iivlo Coessclie Courant.
Gedaan ten raadhuize van Coca, den 26 maart 1859.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M 1'. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
II. C I' I L A 11
OPEMÏAliE VERGADEII1M
VAN DEN
GEMEENTE-RAAD TE GOES,
.DHR 24 MAAKT 18511
Allen tegen woord ig.
De notulen der vorige vergadering zijn gelezen en gear
resteerd.
De Voorzitter zegtdat in de vergadering van 24 lebru
arij 11. is overgelegd de slaat yau voord ragt ter benoeming
«ener hoofdonderwijzeres voor de jonge jufvrouwen-school;
en dat de eenige daarop vöorgedragene mej. L. J. Radijs,
3 dagen later, beleefdelijk hare sollicitatie heeft ingetrokken-
De vervulling der vacature daardoor verijdeld en hierover
inet den heer schoolopziener in overleg -getreden' zijnde,
zou deze gaarne zien dat hel geheele schoolwezen alsnu
overeenkomstig de wet geregeld werd altans dat men de
vacante schooi verklaarde eene gemeenteschool.
Burg. eu welli. zullen daartoe zoo spoedig mogelijk een
voorstel doen of zorgen dat de oproeping zoo tijdig geschiedt,
dat de sollicitalien na den afloop van het examen in april
kunnen ingezonden worden.
De Voorzitter stelt voor deze zaak aanlehouden en een
nader voorstel van burg. en weth. aftewachten; waai toe hij
acclamatie wordt besloten.
Nog doet de Voorzitter mededeeling, dat de heer C. Douw
Snijder, heeft kennis gegeven, dat hij zijne benoeming tot
hulp-onderwijzer op de franschc school aanneemt, onder
kennisgeving evenwel dat hij vo'or zijne benoeming, elders
heeft gesolliciteerd naar de betrekking van hoofdonderwijzer
en mogt li ij daartoe benoemd worden de benoeming hier
niet zou kunnen aannemen.
Aau de orde is de benoeming van twee leden der plaat
selijke schaol commissiewaartoe door dezelve zijn-aanbe
volen de heeren: 1°. dr. U. li. van den Bosch eri 11. K. D.
van den Bussche, 2°. dr. L. C. de Pevai eu II. C. van Deinse;
De heeren SrnalJegauge en Soutendam worden benoemd
tot siemopnemers.
Uit het eerste dubbeltal bekomt de heer van den Bosch
10 slennnen en is een briefje in blanco.
Voor de tweede vacature zijn uitgehragl op de heeren L.
C. de Peval 10 stemmen II. C. van Deinse eene slem.
De Voorzitter nootligt den heer van den Bosch, in de ver
gadering tegenwoordig, beleefdelijk uit zich de benoeming
te laten welgevallen, doch verklaart ZEd, ommeer dan eene
reden die betrekking niet te kunnen op zich nemen.
Mededeeling hiervan zal geschieden aan de schoolcommissie,
met uiluoodigtng eene nieuwe aanbeveling Jntezenden.
Wordt gelezen «en brief van de plaatselijke schoolcommissie,
hel wenscbelijk en noodig achtende, om aan eene achter
kamer van het gebouw der openbare gemeenteschool, eeuen
afzonderlijken uitgang in het achterstraatje daartestellcn
waartoe over het erf van den onderwijzer bereidwillig de
gelegenheid is aangeboden.
Burg. en weth. stellen voor, aan het verlangen der school
commissie waarvan de kosten op ongeveer 100, zijn
geraamd te voldoen en die kosten te vinden uit den post
voor onderhoud van schoolgebouwen.
Waartoe, na eenige discussie, »s besloten.
Wordt gelezen het verzoekschrift van den heer W. A. de
Laat.de Kanter, verzoekende, dat de raad terugkome opzijn
besluit van 27 januarij II.waarbij aan ZEd. afschrijving
geweigerd is voor 4 maanden van den hoofdelijke» omslag
over 1858, waartoe hij hoofdzakelijk aanvoert:
dat de raad, door zijne aandacht te vestigen op de afwezigheid
en haren aarden doel van het wettelijk standpunt is afgeleid;
dat toch nergens iu de wet vau afwezigheid sprake is,
maar integendeel uitsluitend van verblijven of vertoeven IN
de gemeente wordt gewaagdf
dat de eenige vraag ter.beoqrdepJing van een vverzoek als
het onderhavige, kan zijn hoe vele maanden de adressant
gedurende hel jaar in de gemeente heeft doorgebraglwant
dat het geheel in strijd is met den geest en letter der wet
in een onderzoek te treden op welke wijze en om welke
redenen een inwoner goedvindt zich buiten de gemeente
optehoudén een onderzoekal ware het geoorloofdin
groote gemeenten onuitvoerbaar
,dat de daadzaak, dat de adressant in 1858 slechts 7 maan
den ei) 20 dagen in deze gemeente heeft vertoefd reeds
blijkbaar uit de aanteekeuiugen in de bevolkingregisters,
afdoende bevestigd wordt door de bijgevoegde verklaring van
dén burgemeester te Gulpen, «dat de adressant van29junij
«1858 tot en met 10 october achtereenvolgende in die gemeente
«is verhieven, zonder die inlusschen verlaten te nebhen;"
dat de afwijzing voor den adressant te grievender is, om
dat in de zitting van 27 januarij de geheel gelijksoortige
verzoeken van de heeren mi'- Vader, van der Bilt en van
de Putte, mei algemeene stemmen zijn ingewilligd, Vermits
hij een gelijk onderzoek eu vergelijking inel den adressant,
deze niet dan gunstig voor hem had kunnen uitvallen; daar
ajlen gedurende den tijd hunner als geldig erkende afwezig
heid, minstens tweemalen's weeks de gemeente hebben bezocht
en er hunne betrekking of beroep uitgeoefend terwijl zelfs dhr
van de Putte, (daargelaten dat zijn kantoor onafgebroken in
deze gemeente werd gehouden) even als de adressantzijn
huis door dienstboden als huisbewaarsters liet bewonen;
dat de adressant deze tegenstrijdige beschikkingen, op ge
heel gelijksoortige adressen, alleen kan toeschrijven daaraan
dat dc raad ten opzigte der daadzaken is misleid en hij
handhaving van het besluit, hij adressant in het door de
wel niet gewilde geval zou kuuneti verkeeren. van tegelijker
tijd, over hetzelfde tijdvak in twee gemeenten in den Doofde
lijken omslag te dragen.
Om welke redenen hij verzoekt dat de raad hem de ver
langde afschrijving alsnog verleene.
Bij monde van den voorzitter, verdedigen burg. en wet.
hun voorstel van 27 januarij «om afwijzend te beschikken
«op grond de afwezigheid vau den adressant als hoofd van
«een gezin, niet is geweest eene verplaatsing van dntgézin
«met hel ('oei om zich daar nis inwoners.t<ï vestigen, en
dus niet valt in de termen van art. 245 der gemeentewet,"
welk voorstel toen met 6 legen 3 stemmen is aangenomen.
Zij brengen daarvoor de volgende gronden hij.
Ait. 245, 1ste lid der gemeentewet stelt als regel, dal
in lion(ifeIi|kr omslagen worden aangeslagen uitsluitend de
inwoners der gemeente, terwijl daarin ook, volgeDS de volgende
alinea's begrepen worden dezulken, die in de gemeente
verblijven of vertoeven.
Het staat vast dat de adressant in 1858 behoorde tot de
lu soort, inwoners der gemeente.
Dq inwoners der gemeente verdeelen zich als belastingschul
digen in den hoofdelijken omslag in twee cathegorien: a. huis
gezinnen en b. individu's, terwijl volgens art. 2 der veror
dening tot invordering van den hoofdelijken omslag de huis
gezinnen worden aangeslagen in of ten name van het hoofd
des gezins.
Het is niet tegen te spreken, dal de adressant behoort tot
de eerste cathégorie en dat zijn huisgezin is aangeslagen
ten zijnen name, vermits zijne huisgeuooten niet individueel,
niet ten hunnen eigenen name zijn aangeslagen.
Het 2e lid van art. 245 der gemeente-wet zegt: iu de1
«hoofdelijke omslagen wordt, over een dienstjaar, door hem
«die niet het geheele jaar iu de gemeente verbleef, slechts
«voor zoo veel twaalfden gedeeld, als hij maanden in de
«gemeente heeft vertoefd.
Meent men dat 2e lid ook te kunnen en te moeten toe
passen op de inwoners der. gemeente zoo .als in de laatste
jaren, niet uit overtuiging, maar uit eerbied voor de konink
lijke beslissing vau 16 julij 1855, door dezen raad is geschied,
dan moet die toepassing gelden ten opzigte van beide cathe
gorien maar dan ook overeenkomstig het wezen en den
eigendommelijken aard van ieder. Het individu, alleen voor
voor zichvoor zijn hoofd in de belasting aangeslagen, zal
daarin slechts voor zoo vele twaalfden doelen, als hij maan
de» in de gemeente inwoner is geweest.
liet huisgezin welks gezamelijke leden zijn aangeslagen
in oi ten name van het hoofd des gezins heeft dan gelijke
regten als het individu; het behoeft daarin dan slechts voor
zoo vele twaalfden tedeelen, ais het maanden in de gemeente
met er woon is geweest het kan kwijtschelding vragen
van zoo vele twaalfden als er maanden van het jaar, nadat
het de gemeente verlaten heeft, verloopen zijn.
Maar dan ook moet het de gemeente als huisgezin verlaten
de leden moeten als een geheel zich voorkorten of langeren
tijd uit de gemeente verwijderen; en dit geschiedt niet, wan
neer het hoofd of een of meer leden van het gezin individneel
de gemeente verlaat, omdat ondanks zoodanige afwezigheid
hel huisgezin gevestigd blijft.
Van daar is in art- 10 der verordening tot invordering
van den hoofdelijken omslag teregl bepaald, dat de aanslag
van een overledene die een gezin nalaat, 'l welk in de ge
meente blijft wonen door dal gezin moet worden betaald
omdat door slcu dood -van het hoofd of een lid, het huisgezin
niet ophoudt in deze gemeente te bestaan.
De adressant evenwel schijnt van meening, dat zijn vertrek
uit de gemeente, voldoende was om kwijtschelding der be
lasting voor zijn huisgezin te erlangen.
Het is waar dal iiij ten vorigen jare slechts 7 maandeu eu
20 dagen in de gemeente is verhieven maar het is even
Waar dat hij bij zijn vertrek zijn gezin heeft achter gelalen;
zijne verklaring clat hij de gemeente tijdelijk, verliet om te
Kappelle te verblijven deed hij niet als hoofd van of voor
ziju huisgezin. Dit deed bij niet en kon dit niet doen omdat
hij de gemeente individueel vei liet, met achterlating van
zijn gezin. Ten onregte dan ook beklaagt de adressant zich
dat aan zijn verzoekschrift niet eene even gunstige beschikkiug
is ten deel gevallen, als aan dat van de heeren Vader c. s.;
immers die heeren hebben niet, zoo als adressant de gemeente
individueel verlaten, met achterlating hunner huisgezinnen,
maar hebhen integendeel hunne gezinnen opgebroken en
zich daarmede, met het daartoe beboerende personeel, have
eu goed, voor zoo verre zij dit laatste noodig hadden, naar
elders verplaatst, zoo als dan ook die huisgezinnen in den
hooldelijken omslag der gemeente, waar zij lijdelijk gingen
verblijven zijn aangeslagen.
Van daar dat de opmerking aan het slot van het adres,
als zou de adressant te gelijker tijdover het zelfde tijdvak
in twee gemeenten hebben kunnen deelen in den hoofdelijken
omslag, geheel onjuist is.
In den hoofdelijken omslag hier is niet aangeslagen de
adressantmaar zijn huisgezin ware de adressant nu ge
durende dien tijd dien hij te Gulpen is verbleven iu deu
hoofdelijken omslag dier gemeente aangeslagen, dan trof die
aanslag wel het individu, maarniet het huisgezin eu teregt,
Want het individu was in den hoofdelijken omslag te Goes
niet begrepen door des adressanls individueler) aanslag te
Gulpen zou zijn gezin te Goes niet getroffen zijn geworden.
Op deze gronden adviseren burg. eu weth. te persisteren
hij het besluit van 27 januarij en brengen dit voorstel in
beraadslaging.
Dhr, D)i'. S. Vader zegt dat de zaak op een ander terrein
Wordt gebragl dan in de zitting van 27 januarij 11.
Toen toch is ook overwogen dat de dochters vau den
adressant eene maaud na hem de gemeente verlaten hebben
en met hem te gelijk zijn teruggekomen.
Hij verwijst verder naar hetgeen de minister van Reenen,
ir) de zitting van de 2de kamer der slaten-generaal van den
2 mei 1856, zeidenamelijk: «Ik heb aan art. 245 derge-
«meenle wet de uitlegging gegeven, dat de vrijstelling niet
«alleen mag maar ook moet toegepast worden op zoodanige
«personen, die hoewel zij hun domicilie in de gemeente be-
«liouden en daar den zetel van hun vermogen hebben, deze
«gemeente echter gedurende eeuige maanden in het jaar
«verlaten om dien tijd voor hun genoegen elders te gaan
«doorbrengen.""
Hij zal dus slennnen tegen het voorstel van burg. en weth.
Dhr. mr. dc Knokkc van der Meulen vermeent dat dhr. de
Kauter aanspraak heeft op eene kwijtschelding van drie
maanden, omdat zijne dochter* gedurende dien tijd mede
afwezig geweest zijn, en de dienstboden alleen zijn achter
gebleven als huisbewaarsters.
Wanneer men die positie vergelijkt met die van den heer
.1. Fransen van de Putte, dan is naar des sprekers oordeel,
de aanspraak van den heer de kanlcr op kwijtschelding
grooter dan die van den heer v. d. Putte, die dagelijks in
de stad kwam voor zijne zaken cu die zijne dienstboden
mede nis huisbewaarsters achterliet.
Dhr. r. d. Bosch verklaart te zullen stemmen voor liet
voorste! van burg. en weth. maar op andere gronden. Ucu>
komt hot voor dal de eenige ware uitlegging van tut. 245