46e Jaargang.
1859.
n°. 2Ï
BMBMWHIli wH—BUI I 11 WIIIIHIWai
G0IM1Ë
COURANT,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag j 1 I jk 1%/ï Gewone advertentiën worden a 20 ets. de regel geplaatst
avond, uitgezonderd op feestdagen. J fi/OlKlCrflclfi1 Geboorte-, huwelijks- en doodberigten, van 1-6 regels a f 1,60
De prijs per kwartaal is f 1,75 franco per post f 1,90. f behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags.
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
OPROEPING.
De COMMISSARIS des KONINGS in ile provincie ZEELAND,
verwittigt hen die ter benoeming als werkbaas bij
de calamiteuse polders in deze provincie
verlangen in aanmerking te komen, dat zij zich daartoe
schriftelijk binnen veertien dagen na de dagteekening dezer
bij hem belmoren aan te meldenmet overlegging van hun
geboorte-extract, ten blijke dat zij niet jonger dan 23 jaren
en niet ouder dan 40 jaren zijnalsmede van het bewijs
dat zij Nederlander zijn.
Aan hen die deze vereisebten bezitten zal vervolgens tijd
en plaats worden opgegeven voor een vergelijkend onderzoek
hunner geschiktheid.
Dat onderzoek zal inzonderheid loopen over schrijven en
rekenen, over de geschiktheid tot het zelf verrigten der
verschillende soorten van dijkwerk, over de kennis van
dijks-materialen en over die der inrigting en werking van
zeesluizen.
Middelburg, den 19 Maart 1859.
De commissaris des konings voornoemd,
S. van HEEMSTRA.
Foorjaars-Examen.
De INSPECTEUR van het LAGER ONDERWIJS in
Zeelandmaakt bekend:
dat de voor deze provincie benoemde commissie tot het
afnemen der examens ter verkrijging van akten van bekwaam
heid tot het geven van SCHOOL- en HUIS-ONDERWIJS
zal bijeenkomen op woensdag den 27 april 1859,
en volgende dagen, in het locaal der voormalige Reken
kamer in de Abdij te Middelburgen dat de dagen en
uren, waarop de verschillende aspiranten zullen moeten ver
schijnen, hun later door de hoeren Districts-Schoolopzieners
zullen worden opgegeven.
De belanghebbenden zullen zich vóör of uiterlijk op den
13 April behooren aantemelden bij den Schoolopziener van
het District waarin zij wonen, of, van huiten 'slands ko
mende zich vvenschen te vestigenmet opgaaf van de akte
die zij verlangenen met overlegging van een of meer ge
tuigschriften van hun goed zedelijk gedrag en van hunne
geboorte-akte, alsmede van de akte van bekwaamheid of
van algemeene toelating, die zij vroeger reeds mogten heb
ben verkregen.
Middelburgden 18 Maart 1859.
De Inspecteur voornoemd
(get.) C. M. van VISVLIET.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Heden avond ten 7 uren openbare raadsvergadering.
Naar wij vernemenzullen de zittingen van de tweede
kamer der staten-generaal nog ongeveer acht dagen duren
en de leden alsdan voor eenige weken huiswaarts keeren.
Per telegraaf. Bij herstemming over het tarief betrekkelijk de
accijnsen, is zulks aangenomen met 34 tegen 32 steramen.
Is ingekomen het eerste boek van het strafregt.
Bij beschikking van den minister van justitie is nog tot
rijksveldwachter 3de klasse, op ecne jaarwedde van 375,
ter standplaats Middelburg benoemd, de gemeente-veldwachter
te OvezandeC. Machielse.
's Heer Arendskerke, 23 maart. Heden is in liet ge
meentehuis alhier, naar bestek en leekening van den lieer
Lannée, publiek aanbesteedhet bouwen eener mecstoof na
bij het Niciiwcdorp (Nieuwen Kraaijert), welk werk is aan
genomen door W'. J. van de Weert c. s.mr. timmerman
te Goes, voor f i 3690,00.
Ook onder de landjeugd in Zuid-Beveland heerschen nog al
oude gebruiken. Van deze kwam er ons dezer dagen nog een
onbekende ter ooren uit ecne naburige gemeente, die aan
leiding gaf tot het opmaken van een verbaal wegens policic-
overtreding, waaraan wel denkelijk geen gevolg zal gegeven
worden. Het geval was dit:een jong veldwachter, nog
kort in zijne gemeente gestationneerd en vreemd, had kennis
met een meisje gemaakt. De jonge lieden van het dorp,
die in dusdanige gevallen niemand ontzienwachtten hem op
en Hsrhlen op zijne vraag waarom men dus znmotiscbooldc,
het oude dorpsregt, bestaande in een drinkpenning of tot afkoop
van dezen, het voor de helft afsnijden van zijn hoofdhaar. De
oningewijde had daartoe weinig lust maar dacht zich nog meer
ten speelpop en hield dan ook met bedreigingen van geweld
te zullen gebruikenditmaal zijne bezoekers op een afstand
aan wier verlangen, hij, beter ingelicht, wel later zal voldoen.
in ons vorig nummer deelden wij in 't kort mede, de
overeenkomst tusschen den staat en de maatschappij tot
indijking van op- en aanwassen in de Ooster-Schelde
welke bij ontwerp van wet ter goedkeuring is aangeboden.
De memorie van toelichting behelst de geschiedenis dezer
zaak sedert October 1849, toen aan den heer Dirk Dron-
kers, wonende te Middelburg, hij contract van den 8 dier
maand, door de regering concessie is verleend tot het graven
van een kanaal door het eiland Zuid-Beveland en tot afdam
ming van de Ooster-Scheide, welke werken ten doel hadden,
dit eiland aan den vasten wal van Noord-Brabant te ver
binden en de vcrbelering van den waterweg tusschen de
Schelde en den Rhijneen en ander ter bevordering van
het algemeen belang; mitsgaders om door werken tot land
aanwinning het verdronken land van Zuid-Beveland in vrucht-
gevende polders te herscheppenwaarvan het tijdelijk bezit
en genot de belooning van den concessionaris zoude uitmaken.
Die concessie is naderhand overgegaan in handen eener
vennootschap, genaamd Nederlandsche maatschappij lot in
dijking der op- en aanwassen in de Ooster-Scheide, en deze
begon terstond met werken tot indijking van eene aanzien
lijke oppervlakte schorrenop- en aanwassen en bij eb
droogvallende gronden aan te leggen. Deze werken waren
reeds ver gevorderd, toen een stormvloed ze vernielde. De
schade hierdoor veroorzaakt, was groot, maar zij ontmoe
digde de maatschappij niet.
Zij verzocht verlenging voor het maken der werken, en
krachtens magtiging, verleend bij koninklijk besluit van den
1 februarij 1855, n°. 71, is tusschen den minister van
binnenlandsche zaken en de maatschappij, bij contract van
17/24 maart 1855, overeengekomen dat het kanaal, het
welk vóór of op den 6 October 1852 voltooid had moeten
zijnalsnu met dc daartoe behoorendo havens en andere
werken aan den staat opgeleverd zon worden vóór of op
den 1 januarij 1859,
De werken tot landaanwinning voortzetlende, heeft de
maatschappij langs den oostelijken wal van het eiland Zuid-
Beveland twee polders aangelegd, de een groot 438 bun
ders en de ander 630 bunders.
Zij heeft verder aanvang gemaakt met het graven van het
kanaal. Doch de kosten hiervan, die van onteigening en aankoop
van de daarvoor benoodigde gronden en die van indijking
zijn tot eene hoogte geklommenwelke de berekening heeft
overtroffen en de maatschappij verpiigt reeds in de laatste
maanden van het jaar 1857 de werken te staken.
Daarbij trof haar eene nieuwe groote ramp. De dijk van
den tweeden polder is door den storm van den t februarij
1858 ingebroken en zoodanig beschadigd, dat aan geene
herdijking op de oude zate te denken valt.
Al de ondervonden tegenspoeden hebben de maatschappij
ontmoedigd en hare hulpmiddelen uitgeput. Zij kwam tot
het besluit om de onderneming op te geven.
Wanneer zij dit deed en wanneer zij dus de werken
op het tijdstipbij de concessie bepaaldniet voltooide
verloor zij alles.
Toen dc maatschappij zicli in den loop des vorigen jaars,
onder blootlegging van haren toostand en van hare voor
nemens tot slaking der onderneming, tot dc regering wendde,
en geldelijke hulp en ontheffing van de verpligtingen haar
opgelegd verzochtwas het duidelijk dat de voordeelen
door den staat bij acte van concessie bedongen ingeval de
onderneming mogt worden opgegeven, met I januarij 1859
voor den staat verkregen zouden zijn en dat derhalve de
gewigligc veranderingen, welke dc maatschappij verlangde,
niet zouden kunnen worden ingewilligd dan door opoffering
van die voordeelendoor opoffering dus van eigendoms-
regten, waarop de staat op een zeer kort op banden zijnde
tijdstip otiwederlegbaro aanspraak zou hebben. Tot den afstand
van zoodanige regtcn achtte dc regering zich onbevoegd
zonder dat do daarvoor te sluiten overeenkomst door de wet
wierd bekrachtigd. Daarloe strekt de tegenwoordige over
eenkomst.
Daardoor wordt wel is waar van het oorspronkelijk boding
in zeer vele opzigtcn afgeweken, doch de regering was van
meening datzoo in eenen tijd waarin het verleenen van
concessie voor groote werken veelvuldig ter sprake komt
's rijks belang vordert dat niet te ligt van uitdrukkelijk be
dongen pcenaiiteiten worde afgeweken, aan de andere zijde
eenige inschikkelijkheid kan worden betoond wanneer de
biet-voldoening aan de gestelde voorwaarden geen geldelijk
nadeel aan den staat toebrengt.
Zij behoudt ziclt voor, na de bekrachtiging der overeen
komst nadere voorzieningen omtrent de voortzetting der
werken van het kanaal aan de wetgevende magt voortestellen.
Uit Maastricht wordt het volgende droevig voorval mede
gedeeld. Iemand die sedert geruiroen tijd met zijne
vrouw in onmin leefde, trachtte haar, na gepleegde mis
handeling, in het kanaal te werpen, ten gevolge waar van
beiden in liet water geraakten, het zij dan dat de man
in de worsteling zijn evenwigt verloor en met de vrouw
werd medegesleeptgelijk sommigen verhalenhet zij hij
onmiddelijk zijn slagtoffer nasprong gelijk door anderen
wordt gezegd. Ce man scheen geene hulp te willen en
den hem toegereiklen haak af te slaanzoo dat hij dadelijk
verdronk, terwijl de vrouw nog levend opgehaald, spoedig
daarna den geest gaf en, niettegenstaande de aangewende
pogingen om haar in het leven te behouden, is bezweken.
Op de vordering tot scheiding van tafel en bed, door de
vrouw ingesteldmoesten de echtgenooten dienzelfden middag
voor den voorzitter der regtbank verschijnenten einde eene
minnelijke schikking te beproeven.
Gelukkig in het loten voor dc nat. militie worden ge
noemd de vijf zonen van Pieter Stam in de gemeente
Nieuw-Lekkeriand die alle na elkander hebben vrijgeloot,
terwijl ook re.eds twee zonen van den oudsten der vijf, het
zelfde geluk ten deel viel.
Het hoog militair geregtshof te Utrecht heeft uitspraak
gedaan in de belangrijke en veel besprokene zaak betrek
kelijk de vergiftiging van den officier van gezondheid D.,
door den krijgsraad te Haarlem ter dood veroordeeld. In
een breed gemotiveerd vonnis, heeft genoemd hof het vonnis
van den krijgsraad vernietigd en de onmiddelijke in vrijheid
stelling van den heer D. bevolen.
Gedurende het jaar 1858 zijn als landverhuizers uit
Nederland over zee vertrokken 398 hoofden van huisgezin
nen of op zich zeiven staande personen, met 187 vrouwen,
588 kinderen en 4 dienstboden. Daarvan behooren tot de
nederduitsch-hervormde gezindte 238 presbyt.-herv. 1
cvang. luthersche 4, doopsgezinde 5, remonstr. 2, christei.
afgescheiden 11r.-kath. 105, israëlieten 6, niet opgegeven 26.
Welgestelden waren er 40, mingegoeden 169, behoefti-
gen 160, onbekend 29.
BUITENEANDSCHE BEHIGTEN.
ENGELAND.
De Times van gisteren meent te weten, dat als plaats
van zamenkomst voor liet te houden congres voorgesteld zijn
Génève en Aken en dat de keuze zich waarschijnlijk op
laatstgenoemde zal vestigen. De Morning-Post blijftin
weerwil van de meer vredelievende verschijnselen die zicii
laatstelijk voorgedaan hebben, den staat van zaken voort
durend als bedenkelijk beschouwen.
Do Cincinnale Gazette verhaalt, dat onlangs een
lijkrooverdie van het kerkhof buiten de stad een lijk had
gestolenop eene zonderlinge wijze aan zijn einde is ge
komen. Met het doode ligehaam op zijn rug over eene
omheining willende klimmen, schoot het touw, waarmede
de zak was toegebonden, Item onder de kin en verworgde
hemden volgenden dag vond men aan beide zijde der
schutting een lijk hangen.
FRANKRIJK.
Do zoo zeer door de vredesgezinden gevreesde revue is
gelukkig afgcloopeir; geen enkele manifestatie heelt er plaats
gehad. Do keizer is luide toegejuicht, doch dc kreet: leve
Italic is niet gehoordhoewel de Courtier de Paris
daarvan wel degelijk gewag maakt. Het doel dezer revue
was dan ook niet anders, dan om den jeugdigen prins aan
het leger voor te stellen.
Te 1 '/2 uur reed de keizer uit, aan de zijden van M
reden prins Napoleon op een zwart, en prins Jerome on
een wit paard; de keizerin en de keizerlijke prins vol