N°. i) 46c Jaargang. 185t>. COURANT, De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag I m ib 18 T 5 G-öwone advertentiën worden a 20 ets. de regel geplaatst avond, uitgezonderd op feestdagen. Maandag 01 Januarn. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten, van 1-6 regels a 1,50 Do prijs per kwartaal is f 1,75, franco per post f 1,90. j c3 el behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën moet geschieden vóór drie uren des namiddags. Bij deze courant wordt in een bijvoegsel uitgegeven het verhandelde in den gemeen teraad alhier, op donderdag 27 dezer. PLAAT SE LIJK BESTUUR. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES, brengen ter algemeene kennis Dat het aanwezig zijn van het zaad van CONIN MA- CULATUM (gevlekte SCHEERLING of DOLLE KERVEL) behoorende tot de vergiftige planten, onder het binnen deze gemeente verkocht wordend ANNIJSZAAD, hij een opzette lijk onderzoek door de plaatselijke commissie van genees kundig tocvoorzigt zich heeft bevestigden mitsdien het verkoopen van zoodanig zaad, met voor de gezondheid na- deelige zelfstandigheid vermengd verboden is. Zij waarschuwen mitsdien de ingezetenenin dat zaad handeldrijvendezich le onthouden van den verloop van ANNIJSZAAD, zonder zich te hebben overtuigd dat het zelve niet vermengd is met het zaad van DOLLE KERVEL en geven den belanghebbenden kennis dat de heeren 11. S. Krol van deh Hoek en P. A. Hochart Ju. leden der geneeskundige commissie, zich bereid hebben verklaard, om, daartoe aangezocht, voor de handelaars het noodige onder zoek te bewerkstelligen. Burgemeester en wethouders vertrouwen dat deze ken nisgeving voldoende zal wezen, om ieder handelaar in ge noemd zaad, ter zijner geruststelling, te doen gebruik ma ken van deze welwillend aangebodene gelegenheid om zich te verzekeren van de onschadelijkheid van hetzelve. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 29 januarij 1859. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secrelaris, H. C. PILAAR. BINNENLANDSCHE BER1GTEN. Rij bulletin van 29 dezer, gaven wij onzen abonné's ken nis van de bekendwording van het voorloopig verslag om trent het ontwerp tot bekrachtiging van artikelen der ver leende concessie tot aanleg en exploitatie van de noorder spoorwegen. Een beknopt overzigt van dit uitgebreid stuk doet zien dat in nagenoeg voltallige afdeclingen der kamer uitvoerige beschouwingen en bedenkingen in t' midden zijn gebragt betreflende hoofdzakelijk 10 de hier te lande aan te leggen spoorweglijnen en de daaraan te geven rigting; 2° de aan geconccdeerde boven staats-spoorwegen te geven voorkeur; 3" de verleende concessie zelve en de daarbij gestelde voorwaar den van financiëelen en anderen aard; 4° de door provinciën en gemeenten, ter bevordering' van den aanleg van den noorder spoorweg toegezegde bijdragen. Welk ook liet uitgangspunt zij, de hoofdlijn van den noorder spoorweg zal van Zwolle naar Meppol moeten loopen; over de vraag welke rigting van laalstgcinelde plaats moet worden ingeslagen, heersciitc groot verschil van meening. Wat de zuiderlijn betreft, heeft men liet algemeen betreurd datterwijl de regering thans de medewerking der wetgeving lot het tot stand brengen der noorderlijn inroept zij niet tegelijk eenig bepaald voorstel omtrent de zuiderlijn doet, maar zich daaromtrent tot eene algemeene aanwijzing der voor haar voorgestelde rigting en eene globale opgave der van rijkswege te verleencn onder steuning bepaalt. Naar het gevoelen der meerderheid wordt de Zeeuwsche lijn door de regering veel te veel op den achtergrond gesteld en laat zicli hetgeen deswege in de me morie van toelichting gezegd wordt, zelfs moeijelijk verklaren. Voor zoover de regering zicli misschien van eene meer dadelijke behartiging van den aanleg der zeeuwsche lijn laat afschrikken, omdat die aanlig wclligt tot zeer kostbare wer ken zou noodzakengelijk het loggen van kapitale dijken door liet Sloe en de Ooster-Schcldoof liet graven van kanalen door Walcheren en Zuid-Beveland deed men op merken dat daartegen liet voordcel van zeer belangrijke landaanwinning overstond Maarwerd door enkele leden gevraagdzou dan wer kelijk een spoorweg van Vlissingen naar de Pruissischc grenzen voor den Noderlandschen handel van zóó overwegend belang zijn. Wierd niet de waardij van Vlissingen als han delshaven overdreven De recde dier slad is toch niet altijd veilig; hare haven is voor een druk handelsverkeer te be kromp u en het ontbreekt der stad aan dokken, pakhuizen en wat verder voor zulk een handelsverkeer vorcischt wordt. Antwerpen heeft hare meerderheid tegenover dc Zeeuwsche havensgehandhaafd, toen eerstgenoemde stad nog geenerlei spoorwegverbinding bezat. Op deze tegenwerpingen werd geantwoord, dat Vlissingen dan toch gewigtige voordcelen als handelshaven aanbiedt die, wanneer die stad in meer dan ééne rigting niet het Duilsche spoorwegnel verbonden was, heter zouden worden gewaardeerden hoogst waarschijnlijk een deel van den Belgischen doorvoerhandel daarheen" zou lokken. De meerderheid bleef aan hel gevoelen vasthouden dat noch de aanleg noch de exploitat.o der spoorwegen, die ons va derland behoeftvan staatswege behoort te geschieden en de te verleenen lmlp zicli in den regel lot eene rente- waarborg moet bepalen, terwijl het aangenomen cijfer van 4'/4 pet. in veler oog te hoog is Volgons het oordeel van vele leden is de concessie Sloet-Reuchlin uit een finan cieel oogpunt beschouwd le nadeelig voor den staat en zou het allczius in aanmerking komen voor die concessie eene meer voordcelige, in den geest der aanvrage van den lieer de Brouwer van Hogendorp in de plaats le stellen. Wat de riglingen betreft zou men vooreerst bedacht zijn op de lijnenI van llarlingen en Leeuwarden naar Gro ningen met het uilzigt op de toekomstige aansluiting aan Leer of Asschendorf; 2". van llarlingen en Leeuwarden over Zwolle en Deventer of Zutphen naar Rheine, vast te maken hetzij eerst aan Utrecht, hetzij eerst aan Arnhem; 3°. van Stavenissc, zoo niet van Vlissingen, langs Breda, Tilburg, Eindhoven naar Venlo of Roermonde en Maastricht, aan te sluiten hetzij eerst aan Utrecht over 's BoscliTiel en Kui lenborg hetzij eerst aan den linker Maas-oever tegenover Rotterdam, langs Willemsdorp en Dordrecht, teil einde het hoofddoel te hereiken, namelijk onze havens en de groote middenpunten van ons verkeer met Duitschland ten oosten en met de Rijn-provincien le verhinden en tusschen de hoofdzetels van ons binnenlandsch verkeer, de meest snelle gemeenschap mogelijk te maken. Tengevolge zijner benoeming tot andere betrekkingen is door dhr. J. C. A. Vermandedeurwaarder hij de arron- dissements-reglbank alhier en het kantongeregt te Heinkens- zand als zoodanig^ ontslag gevraagd. LI. vrijdag is te Kruiniugcn op de hofstede van L. IV. onder het eten van een boterham plotseling gestorvenze kere Schorbein, die de laatste jaren als bedelaar en sprin gende op een paar krukken den kost opliep. Men verneemt dat aan de miliciens der ligting van 1854, die zicli thans in liet genot van onbepaald verlof in hunne haardsteden bevinden, met mei aanstaande overeenkomstig de bepalingen der wet op de nationale militie van 8 janu arij 1817, door tusschenkomst van de plaatselijke besturen, hunne paspoorten wegens volbragte militie dienst, zullen worden uitgereikt. lit Vlissingen wordt gemeld, dat de weduwe van den in sept. II verdronken zeeloods F. Naereboul, die door hare edele landgenooten door geldelijke bijdragen wordt te ge moet gekomen, aan de weduwe van baars mans broeder, insgelijks zeeloods, die na eene kortstondige ziekte over leed en eene vrouw niet zes kinderen naliet, een geschenk van f 75 in geld heeft ter hand gesteld. Men twijfelt niet of liet zal vreugde schenken aan hen die zich het lot der nakomelingen van den edelen Frans Naereboul aan trokken, dat hunne belangstelling zoo dubbel weideed en hun liefdewerk niet doen verflaauweii. In de Java Bode van 8 december jl. wordt 'van Palem- bang dd. 29 november het volgende, merkwaardig voorval vermeld «Voor ccnigc dagen gingen vier meisjes, van welke .Wane Klaus, oud 8 jaren, dochtertje van den lieer Klaus, com mies-boekhouder alhierliet oudste, en een kind van cenen bediende oud 2 jaren liet jongste wasbaden in eene badplaatsdie van do rivier do Moessi door paalwerk was afgescheiden. Do stand van het water bereikte juist het bovenste gedeelte dier badplaatszoodat deze kinderen zich vermaakten met op die omheining te gaan zitten en dan zicli weder in het water ncór te storten. Eenigen tijd ging dat goed tot dat eindelijk hot jongste aan dc verkeerde zijde in het water gleed en oumiddelijk door den verschrik- kelijken ströom werd medegevoerd en in dc diepte verdween. Twee der kinderen liepen iri haast weg, maar bovengenoemde Mariemeer legen woordiglieid van geest bezittende en eene vlugge zwemster zijmiesprong onmiddelijk het gezonken kind na, dook, dook nogmaals, doch te vergeefs. Nu roep1 zij om hulpwaarop aanstonds een aantal menschen toe snellen, waaronder zelfs eenige matrozen, doch geen hunner durft zich in den snelvlietenden stroom wagen. Op een aan- merkelijken afstand in de rivierbespeurde men eensklaps' een paar iiandjesdie onmiddelijk weder verdwenen. Het kleine meisjedat nog altijd in de rivier zoekende was had die handjes naauwelijks bemerkt, of zwom onmiddelijk daar henen en dook zoo lang, dat alle omstanders ook dit kind mede voor verloren rekenden; doch hare edelmoedige pogingen werden met den gunstigsten uitslag bekroond. Op eene geheel andere plaats kwam zij met het gezonken kind weder boven ennu gedeeltelijk ondergedeeltelijk boven water voorlzwenimendebereikt zij tegen aller verwachting den oever en gaf het kind aan de moeder, die het geluk had het na vele pogingeneindelijk tot het leven te doen wederkeeren. Dit is reeds de tweede maal, dat genoemde Marie Klaus een kind van een wissen dood gered heeft. BUITENLAND. De Corrcspondance Bavas logenstraft het door eenige bladen medegedeelde berigt, dat te Berlijn een tractaat zou geteekend zijn waarbij Pruisen Engeland en Oostenrijk elkander wederkeerig hulp en bijstand beloven, ingeval het tot een oorlog mogt komen. Dat Oostenrijk pogingen ge daan heeft om zulk eene of s;ortelijke overeenkomst tot stand to brengen, behoort niet tot de onmogelijkheden maar is het in dien geest werkzaam geweest dan heeft het zijn doel niet bereikt. De wijze, waarop de keizer van Annaur zijne schat ten bewaard, is nog al bijzonder. In het paleis te Hué is een groote put, met hooge muren omgeven; men kan slechts door één raam in de kamer des keizers in dien put zien. Door dit raam werpt men ieder jaar een stuk van een boomstam van zeer hard hout; dit stuk is uitgehold en vol met gouden en zilveren stavengeld en edelgesteenten welke schat door afpersingen van het volk verkregen is. Nimmer wordt er iets uit de ontzaggelijk groole schatkist genomenzoodat er millioenen en millioenen aan waarde aan de circulatie onttrokken worden. Do bewaarders zijn de eerlijkstede onomkoopbaarstedie er te vinden zijn en zoo gevreesd, dat niemand het wagen zal, hen te naderen, het zijn krokodillen. OVERZIGT van het door gedeputeerde staten van Zeeland ingediende ontwerp van een algemeen reglement voor de polders der provincie Zeeland. Vervolg van jio. 8.) De voorzitter vac ingelanden of de beheerder heelt de zorg voor het archief van den polder; benoeming en ontslag van alle beambten en bedienden belast met het toezigt op de werken waarover het polderbestuur het beheer heeft alsmede van den bodede verpligting om le zorgen voor de bruikbaarheid en de veiligheid van alle wei ken, waar over aan het polderbestuur liet beheer is opgedragen de verpligting om na te leven wat in art. 2, lo. 3b, 13 en 22 der wet van 9 october 1841 aan de aldaar bedoelde col- legien en besturen is opgedragen toezigt op al wat den polder aangaat en niet aan liet bestuur van het waterschap is opgedragen tot welk eiude jaarlijks door heil een ver slag wordt overgelegd. liet polderbestuur dat al die bevoegdheden of verpliglin- genhetzij io betrekking van ingelanden, voorzitter van ingelanden of beheerder heeft, wordt zamengesteld volgens de regelen van het IV hoofdstuk. Allereerst komen de in gelanden in aanmerking. Daarvoor worden zij gehouden die in de registers van het kadaster als eigenaren van gronden, in den polder ge legen bekend staanerfpachters worden voor eigenaren gehouden. Bij gemeenschappelijken onverdeelden eigendom moeten de eigenaren aanwijzen wie voor eigenaar te houden is. Stemgeregtigde ingelanden zijn zij, die in den polder een zeker getal bunders in eigendom bezitten. Het getal bunders, dat slemgeregtigd maakt, wordt door bet bijzonder regle ment van bet waterschap voor eiken polder bepaald, zoo danig dat op elke vijf ingelanden minstens één stemgeïfeg- ligd zij. Van de stemgeregtigde ingelanden wordt jaarlijks eene in elke vergadering voorhandene lijst opgemaakt. Te dien aanzien stelt bet ontwerp in de artt. 167- 176 regelen, zoowel van formelen aard als strekkende om de belang hebbende gelegenheid le geven zijne reglen te doen gelden. Dijkgraaf en dijkraden zijn bier het collegie dat in appèl van de beslissing des voorzitters van ingelanden beslist. De bepalingen van formelen aard lot dit punt betrekkelijk zijn veelal eensluidend aan die onzer kieswet. Art. 177 bepaald, dat elk stemgeregtigd ingeland, behalve die geene 23 jaren oud die onder curatele gesteld of on gehuwde vrouw of weduwe is (deze uitzonderingen slaan in verband met art. 160, bepalende, dat de man geacht wordt eigenaar te zijn van de gronden welke aan zijne vrouw, de vader van die, welke aan zijne minderjarige kinderen in eigendom toebehooren) lid der vergadering van ingelanden is.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1859 | | pagina 1