No. 99. 458t0 Jaargang, 1858.. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING OPROEPING GEMEENTE-BAAD TE GOES, *^z£?JZ (oibvyt, f .T.J Of uitgave deter Courant geschiedt Maandag en Donderdag I o»«~> I Gewone advertentien worden a SO ets. de regel geplaatst avond, uitgezonderd op feestdagen. DONDERDAG ZÓ DECEMBER. Geboorte-. huwelijks- en doodberigtenvan d6 regels a f J^óO He prijs per kwartaal is f J,7A franco per post f J,90. I behalve het zegelregt. De inzending van advertentien moet. geschieden vóór drie uren des namiddags PLAATSELIJK BESTUUR* BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, m.aken bekend: Dat Diakenen der Hervormde Gemeente alhier, het voornemen hebben om op den eersten kersdag, zijnde zaturdag den 25 dezer, na het eindigen der Godsdienst oefeningen eene buitengewone of zoogenaamde SLEE COLLECTE te houden aan de huizen der ingezetenen, ten behoeve van hunne bedeelden. Burgemeester en wethouders vertrouwen dat deze gelegenheid gretig zal worden aangegrepen om ruime bijdragen uittereiken aan genoemd collegie ten einde I hetzelve zijne taak te vergemakkelijken; waarloe deze inzameling gunstig wordt aanbevolen. Gedaan ten raadhuize van Goes den 23 Dec. 1858. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris II. C PILAAR. voor de voortdurend stonden, hieven de molens soms onverpaehten l dit deed, gevoegd bij den bouwvallige» slaat van den wind molen in 1798, bet toenmalig gemeente bestuur bedacht zijn den windmolen te verkoopen. Die verkoop had den 6 Maart 1798 plaats; in art. 3 der koopsconditie leest men den kooper zal boven zijne te lovene kooppenningen contant moeten betalen in handen van den adininistreren- den stads rentmeester een jaarlijksche altoos durende cijns «ter somma van 25 pd. vl.te betalen alle halfjaar de geregte helft. Welke, cijns moet worden betaald en is gesteld a op mooie en grond waarop gemelde mole is staande. Zoolang den kooper behoorlijk zal zorgen dat den burgeren worden voldaan en na genoegen bedientzal binnen deze stad en jurisdictiën ge ene stichting vhn een en nieuwen molen worden gepermitteerd. Ergo, verpligting lot altoos durende cijnsbetaling, onder garantie door de gemeente tegen concurrentie. Dat de verkochte molen bouwvallig was blijkt, door dien in 1801 den 7 februarij reeds aan den kooper werd vergund dien aflebreken en eenen nieuwen koorninolen te stichten benoorden de 's Heer Hendrikskinderen poortonder voor waarde Dat de jaarlijksche cijns van 25 pd. vl. van de jegens woordige windmolen ingevolge koopsconditie van 6 Maart 1798 betaald wordende, op den nieuw te sliglen mole worde overgebragt en door hem op gelijken voet en voor- waarde bezetenterwijl de berg van de tegenwoordige mole aan de stad moest worden ingeruimd en in vollen eigendom aan dezelve geleverd." Door het opslikken der haven werd de watermolen meer en meer onbruikbaar; dit deed P. Remijn (den kooper van den windmolen) bedacht zijn inde daardoor ontstaande be hoefte le voorzien, door het plaatsen bij zijn' windmolen van een rosmolen 't welk hem bij resolutie van 3 zomer maand 1809 werd toegestaan onder voorwaarde: dat door P. Remijn voor zich en zijne regtverkrijgenden in zoo verre en voor zoo veel nood wordt gerenunlieerd «aan bet effect van het 3e art. der ktopscondilie van den 6 maart 1798 en mits betalende van den dag af (lat met dien I molen graau zou worden gebroken eene recognitie van i 50 pd. 'sjaars." In 1810 kocht dezelfde eigenaar ook de pelmolen de Gre- 9(F3um-m MJ.S mv s BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat, ter voldoening aan de wet ten van 8 jannarij 1817 en 27 april 1S20 op de nationale militie, op zaturdag den 1 januarij 18 ,9 en volgende, dagen, tot den 20 daaraanvolgendedagelijks uitgenomen des zondags, des morgens van 9 tot des namiddags 2 ure, ter secretarie zal gereed liggen, het j nariier en verzocht vergunning die tot koorninpleti interigten, Register van inschriivlne tot de loting I welk verzoek fpmslij; geappuijeerü werd. en waai-hij de heet en 1 v-f* 1 thesauriers verklaarden van oordeel te zijn: fa dat de+geheel e voor ClGZGlVO militie J «recognitie op het gemaal alhier op de heide molens le saatnen welk register op denzelfden dag door het hoofd van het «zou kunnen bepaald worden op 08 pdwaarin door den bestuur zal worden ceteekend Zij welke zich voor of raa(J genoegen werd genomen, met bepaling, dat eene nadere blijven en geene andere molens zouden gesticht worden, ..n (tno. .,;P' hphhpn latpn inaid-rnvpn znllpn iL I voordraai tot refieling dezer zaak zou worden jjedaao. waI1[ aan die voorwaarde had hij gerenuntieerd inaar de op dien dag met nebben laten inschrijven zullen ais ,)|e n geschiedde hij hesluit van 16 februarij 1815 nog worden ingeschreven aan het einde van hetzelfde ell werj a|sioeu bepaald dat op het ravelijn en molen de register en tevens verwezen worden tot eene boete van j Grenadier werd gesteld eene jaarlijksche erfpacht van 30 pd., niet minder dan f 5 en niet te boven gaande de sotn °P de koornbloem van 38 pd. i i nn i i 'n 1822 verkocht P. Remijn den molen de Grenadier onder lnoeva ^an VO S ie Olive I j tjeze specia Ie bepaling: a dat het molenwerk om koorn te malen n0p. eenen anderen korenmolen en op zou houden als eene gevangenisstraf van vier dagen tot zes weken, terwijl K en ic breken zou. worden weggenomen zonder daarin of op rosmolen werd geamoveerd zoo alsdan ook die recogni dezulken, die zich voor den 28 dier zelfde maand niet den verkochten grondimmer eenig ten evengemeld einde hebben laten inschrijven, dadelijk zullen worden gear- j «dienstig werk te mogen plaatsen of dat zulks door de opvolgers De cijns toch volgens contract van 1798 is geen heerlijk of windregt, maar inderdaad onbetaalde koopsom. Dit blijkt: 1°. uit de woorden welke cijns is gesteld op molen en grond waarop gemelde molen staat. 2°. uit hel bedrag der koopsom die slechts 25 pd. bedroeg en waarvoor de 25 pd. cijns bet ontbrekende moest representeren. 311. uit art. 4 der koopsconditien waarin uitdrukkelijk ge reserveerd is bel regt van bet land ten aauzien der w i ndpen n in ge n 4°. uit den geest des tijds in 1798, in welk jaar de staats regeling tot stand kwam waarbij alle amhachts- en leenregten werden vernietigd. De gevolgtrekking door de adressanten aan bedoeld art. 3 ontleend: dat de verpligting tot cijns-betaling «verstond tegen garantie van concurrentie is onjuist en valscb voorgesteld. De cijns moest onvoorwaardelijk, ten eeuwigen dage betaald worden als koopsom, als epresenterende den intrest der onbetaald geblevene koopsom. De toezegging dat de stichting van eenen nieuwen molen niet zou worden gepermitteerd staat alleen in verband met de voorafgaande woorden: «zoolang de kooper zal zorgen, dat de burgeren worden voldaan en na genoegen bedient." Het was eene bedreiging tegen den kooper. dat als hij zijn pligt niet deed, de burgerij niet goed bediende, de re gering zorgen zou, dat daarin door de stichting van eenen anderen molen werd voorzien. In meest alle verkoop akten van molens van dien tijd wordt die bepaling aangetroffen de molens waven destijds niet alleen van privaat regterlijken maar ook van publiek regterlijken aard, zoo als blijkt uit de artt. 6, 7. 9 en 10 der verkoopsakte, die allen ingrijpen in het privaal-eigendoms-» regt, doch destijds (foor de regering den molenaars als verplig ting werden opgelegd. I Die cijns is overgebragt op den nieuwen molen en grond van de koornbloem op verzoek van den eigenaar die bij I die gelegenheid afstand deed van bet bepaalde bij art. 3 der i koopsconditie; even waardoor (Ie regering de bevoegdheid verkreeg om meer koornmoiens te stichten en zulks ten allen tijde onvoorwaardelijk. Hierbij werd voorts bepaald dat P. Remijn zoodra hij 1 met den rosmolen graan zou breken, betalen zou eene recognitie j van 50 pd. i Die recognitie is nogtans niet gelijk te stellen met de recognitiën die vroeger'door molenaars en andere ambachts lieden naar bet leenstelsel werden opgelegd Remijn betaalde lie recognitie niet, om dal hij alleen molenaar zou zijn en WW. n il (1 VV U lil o t« IJ V- twui *»uui 'IW v, 11 I j IWI.UIJUCCIII uinui Die regeling geschiedde bij besluit van 16 februarij 1815 1 regering bedong die lot vergoeding van deu afstand van 11 haar regt om niet twee molens te malen, een regt dat zij j t, ni i j i" van den kooper zou mogen geschieden resteerd en naar de hoofdplaats der provincie gebragt, Door d Lpaling wilde Se ve,-kooper zich legen coucur- wailt hij helaalde de geheele om aan den militairen kominandant ter inlijving en tot rentie vrijwaren en teregt vermindering van het kontingentte worden overge- recognitie voor het gemunt. leverd overeenkomstig art. 66 en 68 der wet van 8 hij diezelfde gelegenheid verzocht en verkreeg hij verlof - ion o -i n i j. t7 -i ïonn i tot het stichten van eenen steenen windkoornmolen ter January 1817 en art. 8 en 10 der wet 27 april 1820. |aa,se waal. de T e (de |n 179g vel.Uochtte) ^staa» Hordt vervolgd.) j |,at|: en werd op zijn verzoek de cijns of erfpacht zoodanig vc,.f|ee|c| a (|ai van (|en Grenadier voortaan zou worden be taald 80,-en van deu nieuw te stichten molen 150, onverminderd de erfpacht onder betaling van welke de grond waarop de molen is gebouwd zal worden uitgegeven. (Dit is geschied tegen 30,'s jaars.) Rij resolutie van den 3 December 1825 werd de cijns of recognitie van den rosmolen vernietigd en die rosmolen af gebroken. Sedert dien tijd zijn de molenaars voortgegaan hunne re T(J cognitien, jaarlijks met f 150,ieder te betalen en teregt, s. v ->u.e i want de eigenaars der twee molens, betalende de geheeie onbeperkte meel fabricage en vrijen invoer van brood en meel, t i i .„„„„o t'. J. i1 recognitie voor liet gemaal, werden tegen concurrentie be- irj IFJ van den DIÏS 16 DECEMBER 1858. Vervolg.) Wordt gelezen het request van J. Adriaanse en J. Olherlijn, beide korenmolenaars alhier, hoofdzakelijk te kennen gevende: dat de afschaffing der gemaals belastingen daaruit gevolgde in de 14de eeuw voor twee ton gekocht bad. Kn dat dit zoo is blijkt uit 5 dier resolutie, volgens welke die recognitie zou verminderen bij bet stichten van de tie van bet gemaal met dien molen den 3 December 1825 werd opgeheven. Na deze rede, zegt de voorzitter nogmaals, dat hij door de vooropzetting dezer denkbeelden geen invloed op de stemming der leden beeft willen uitoefenen, maar dit beeft noodig geacht om de valscbe gevolgtrekking en voorstelling door den steller van het adres daarin gelegd te doen uit komen bij opent alsnu cJe beraadslagingen. D,e heer van Kerkwijk bedankt den voorzitter voor zijne beschouwingen en zegtdat f?et ook hem is voorgekomen dat de stelling van adressanten'op een onhoudbaar argument steunt; hij gpJooft niet dat de cijns bun zoo zeer drukt als adressanten dóen vobilipmen, maar dat die druk veeleer te zoeken is in de afschaffing der belasting' op liet gemaal, waardoor zij welligt verstoken zijn van voordeelen die zij vroeger daaruit wisten- te trekken. Dhr v. d. Bosch doet mede hulde aan de rede des voor zitters doch erkent volgaarne dat al de regtsgeleerde be schouwingen niet onder zijn bereik liggen en ook voor zaak- kundige», de contra argumenten zouden moeien bekend zijn om met grond een oordeel uittespreken. Hij begrijpt o. a. niet boe de cijns als intrest van de door de gemeente helaalde koopsom van 2 ton wordt voorgesteld, daar toch een bedrag van 300,— wel niet als intrest der twee ton gouds le beschouwen is. De Voorzitter antwoordt dat de bepaling der eerst geves tigde cijns contractueel is en moet beschouwd worden als den intrest cener onbetaalde koopsom, terwijl de tweede recognitie van ƒ150,— den stichter van den tweeden molen is opgelegd, als een geving equivalent voor bet door de ge meente in der lijd gekochte regt. om met twee molens le malen. Dhr v. d. Bosch zegt, dat het van algemcene bekendheid is, dat de concurrentie wat de meelfabricage betrelï, dooi de afschaffing der gemaalshelasling in de laatste jaren aan zienlijk is toegenomen en er dus, daargelaten liet regtspunt. welligt termen van billijkheid beslaan om aan bet bezwaar der adressanten le gemoel te komen. Dhr Kakebeeke verklaart zich voor de afwijzing van bet adres, om de gronden door adressanten aangevoerd. Dhr de Knokke v. d. Meulen verschilt ten dezen van den lieer Kakebeeke en zegt, dat bet de gewoonte van alle ver zoekers is. om bij bel doen van een verzoek, zoo als men bet noemt, alle zeilen bijtezetten: adressanten vorderen dan ook niet als een regt, maar verzoeken op grond der billijk- beid, vermindering, men behoort dus te overwegen, of, daar hel strikte regt niet op hunne zijde is, de billijkheid behoort in aanmerking te komen. Dhr v. Kerkwijk, in aanmerking nemende de grootte van den afgestanen grond, vooral van den molen en bij hoor Mide HÓ walprmolcn ftlij'nT ~8p'nVk'okirij)"ën eenen houten winrll i en <le slBinmins der leden, roa»r alleen, mmiai ue .en -««ie gc|,ouwen van de Koornl.loem hel onderhoud der omringinff molen, Ier plaal.se Rel.ouwd waar nu do lioornn.olen de vijf «anne^erde aranmenlil i imank a.aan ien scheef 7''J" l.« van de molens en het Imlels,;l voor de gemeente om overal n-pbi noflpi 8 siaai I sle'(' vormils bier niet te denken is aan een beschei mend tc pjan|en? vermeent dat oe cijns niet overdreven is te Door den r.wa'ren eed die door de koornmolenaars inocst slelse!.i alieen aan afsland van (p ond tegen l.elaling noemCri en er geene onbillijkheid in is die te blijven vorderen, worden afgelegd en dc strenge surveillance waaronder zij v,in C,Ü1S vo con ,a('- Dhr v. n. Pctte vciklnarl zich ook mol m staat om do doch meer bijzonderlijk de oprigting cener stoom-meel fa bi iek in deze gemeente, aan der adressanten bedrijf groot nadeel beeft loegehragt en Juin beeft doen bedacht zijn, zoo moge- j lijk, van sommige, uil liet beschermingstelsel afkomstige en thans nog op hun bedrijf drukkende lasten ontheven te wur- den of in billijkheid vermindering daarvan te erlangen. j dat onder meerdere, de op hunne molens drukkende cijnsen of recognitiën voor deu eersten van 180,voor den tweeden van 150,'sjaars, bun inliet oog vallend zijn toegeschenen en builen verhouding van alle in vroegere» en Interen tijd op cijns of erfpacht gegeven'perceelen, zoodat zij j vermeenden die te moeten toeschrijven aan privilegiën, welker i bestaan door de adressanten nogtans niet bespeurd wordt. 1 dat zij mitsdien een onderzoek naar een en ander betrek kelijk bun bedrijf hebben ingesteld, waarvan zij bel resultaat schermd. De verkoopscoiiditie van 1798 waarborgde dit en de op volgende accijusvvetten op liet gemaal belemmerden groo lendeels den vrijen invoer van meel en biood. Door dc slichting van den molen te Wilhelminadorp (adressanten erkennen dit) beeft bun bedrijf schade geleden, eene schade evenwel waartegen de gemeente hunne voor gangers niet gewaarborgd bad, want dc molen was buiten de jurisdictie der stad gebouwd. Hel nadeel evenweldal daardoor werd ondervonden wordt verre te bovengegaan en overtroffen door de sedert bet voorjaar van 1857 in deze gemeente gebouwde en in wer king zijnde, sloom-koorumolen van den lieer Kakebeeke waartegen nocli adressanten, noch (Ie gemeente zich hebben nnen verzeilen. in het kort mededeeleri. In dc 14<lc eeuw en vroeger, behoorde bet regt tot malen *-.1 I r li- i\ l i eenvoudig verbaal van daadzaken geleid toestemmen zal (toen de maelne of maelderie genaamd) aan den lieer van t Adressanten vertrouwen dat de gemeenteraad door dit den lande, die de molens in deze gemeente door zijne zaak gelastigden verpachtte en daarop zoodanige ordonnantiën en voorwaarden stelde als hein goeddnchl. Dat dit niet altijd strookte met de belang n der ingezetenen, die daardoor veelal aan de willekeur der molenaars waren prijs gelaten behoeft geen betoog, en bad dan ook ten ge volge dat bet regt van met twee molens te malen door de stad werd gekocht voor dc aanzienlijke som van tweemaal honderd duizend gulden. Sedert dien tijd verpachtten de stads directeuren, namens dat, zoo al niet het strikte regt eene aanspraak op ontslag or vermindering van recognitie zou wettigen, dan toch de billijkheid medebrengt, bun eene vermindering daarvan toe teslaan. in eenige evenredigheid tot de schade die zij lijden. Op welke gronden zij beleefdelijk verzoeken eene vermin dering van recognitie zoo als de raad zal vernieenen in bil lijkheid te behooren, i Na de voorlezing van dit adres zegt de Voorzitter dat liij het noodig acht alvorens dit adres in behandeling te i brengen, daaromtrent een en ander in bet midden te brengen, niet om daardoor eenigen invloed utorleoefenen op bet gevoelen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1858 | | pagina 1