(■OEXMHE No. 37. 45*" Jaargang. MAANDAG 17 MEI. Op maandag 24 mei e. k.wordt uithoofde van het pinksterfeest, de goessche courant NIET uitgegeven. Openbare Ferpachting. OPENBARE VERGADERING '-p öe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. De prijs per kwartaal is f ófJ5 franco per post d,90. De inzending van advertentien moet geschieden Gewone advertentien worden d 20 ets. de regel geplaatst Geboortehuwelijks- en doodberigtenvan d6 regels d f d,59 behalve het zegelregt. vóór drie uren des namiddags. plaatselijk bestuur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, zullen op Zaturdag den 29 dezer, des namiddags ten één ureten raadhuize aldaarpubliek en aan de meestbiedenden trachten te verpachten 1°. Voor den tijd van zeven jaren, in gaande den eersten Januarij 1859 en zullende eindigen den laatsten December 1865 De WESTERSCHANSmet het plein voor dezelve en de bijgelegen grondenaan de west zijde van de haven in deze gemeente, bekend sectie A n». 117, 118, 236241, 266, 267, 269 en 270, groot in het geheel 3 B. 57 R. 40 E. thans in pacht bij de wed. J. G. van Maldegem. 2'. Voor den tijd van veertien jaren, in gaande den eersten Januarij 1859 en zullende eindigen den laatsten December 1872in drie perceelen en daarna in massa: Eerste perceel: De voormalige TREKKERS WONINGmet den HAVENDIJK en bijgelegen grondenmede aan de westzijde van de haven in deze gemeente, bekend sectie A n°. 247, 247''", 248 248d, 271, 272, 273, 276, 278, 287 en lusschen de voormalige twee poorten, sectie D n°. '1203 te zamen groot 9 B. 32 R. 90 E. thans in pacht bij H. van den Berge. Tweede perceel: De zoogenaamde groote STOOFWEIDE, liggende benoorden de Zoute Vestlangs de begraafplaatsin Zwarthoek sectie A n°. 233 en 234, groot 1 B. 76 R. 60 E. thans in pacht bij den heer G. T. Calleneels. Derde perceel: Eene WEIDE in den Galg- hoek, sectie B n°. 196, groot 0 B. 87 R. 70 E. thans in pacht bij H. van den Berge. In massa bedragende 11 B. 97 R 10 E. 3°. Insgelijks voor veertien jaren, ingaan de 1° Januarij 1859 en eindigende ultimo De cember 1872 Een lapje GEMEENTE-GROND, aangelegd tot HOVENIERING, gelegen in de Zoute Vest, achter de korenmolen de Vijf Gebroeders,aan den Molendijk, in sectie D n°. 982''", groot 18 R. 90 E. thans in pacht bij J. Pros. Waarvan de pacht-conditien ter gemeente-secretarie ter lezing zullen liggen van heden af tot den dag der verpachting alwaar tevens verdere informatien te be komen zijn. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 15 Mei 1858. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, H. C. PILAAR. van een ieder ter secretarie dezer gemeente zijn neder- gelegd, waar dezelve dagelijks, uitgenomen des zondags, van des voormiddags tien tot des namiddags twee ure voorhanden zullen zijnalsmede dat de herstem ming zal plaats hebben op vrijdag den 28 mei eerst komende. Aldus gedaan ten raadhuize van Goes den 15 mei 1858. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. BEKEND33A Ï5IWG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, van het bureau van stemopneming aldaarontvangen hebbende de processen-verbaal van inlevering der stem briefjes en het opmaken der gedane stemming ter benoeming van een lid van de Kamer van Koophandel en Pabrieken te Goes, gehouden den 14 en 15 dezer, uit welk laatste blijkt, dat eene herstemming moet plaats hebhen tusschen de heeren JOHANNES ADOL- PHUS ABRAHAM PllANSSEN van de PUTTE, met 6 en JAN HENDRIK CORNELIS KAKEBEEKE met 5 stemmen. Brengen overeenkomstig art. 18 van het besluit van heeren gedeputeerde staten van Zeeland van den 20 augustus en 1 september 1852, n°. 36, ter kennis van een ieder die het aangaat, dat afschriften van genoemde processen-verbaalter gewone plaats in deze gemeente I zijn aangeplakten dat gelijke afschriften ter inzage van den SlBJSEMTE-gtik&D TE GOES, DEN 11 MEI 1858. Afwezig dhr. mr. van Voorst Vader. De notulen der voorgaande vergadering zijn gelezen en gearresteerd. De Voorzitter geeft kennis: dat van heeren Gedeputeerde Staten goedgekeurd is terugontvangen het kohier der hon den-belasting, '-t welk aan den ontvanger ter invordering gezonden is. Is ingekomen en wordt tot na den afloop des dienstjaars gedeponeerdhet verzoekschrift der erfgenamen van dhr. J. P. Burger om kwijtschelding van den hoofdelijken omslag over liet loopende jaarvermits deszelfs overlijden in de maand Maart jl. Na eene kleine bijvoeging in de verordening voor het algemeen armbestuur, ingevolge de gemaakte opmerking van den heer van den Bosch ter vorige vergadering, worden de beraadslagingen daarover gesloten en overgegaan tot de behandeling der verordening voor het gasthuis. Tegen de algemeene strekking heeft niemjand bedenking. Komt in behandeling: Art. 1, bepalende dat het gasthuis zal strekken lot ver pleging van behoeftigen: a. in deze gemeente domicilie heb bende, b. in deze gemeente verblijvende doch elders gedo micilieerd en als de iocaliteit het toelaat ook c. zij die tegen betaling zich aldaar willen doen verplegen en d. tegen eene uitkeering yoor eens. Dhr mr. S. Vader vraagt of bij die laatste bepaling onder lett. d. dan eene verpleging bij de week uitgesloten is? Dhr van Kerkwijk zou in zoodanige bepaling zwarigheid zien, daar het zich zou kunnen voordoen dat men zich eenige weken liet verplegen en, dan de betaling staakte, terwijl het toch zeer moeijelijk zon zijn de zoodanigen het gesticht te doen yerlaten. Dhr mr. de Knokke van der Medlen geeft in bedenking, om in geval van zoodanige bepaling, tot zekerheid voor het gasthuis te stellen, dat de wekelijksche uitkeering door anderen zal voldaan worden. Dhr v. d. Bosch stelt voor om het artikel te splitsen, in art- 1 te behouden de bepalingen sub a en ben in een afzonderlijk artikel die sub ceud; daardoor zal het, volgens ZEd. ook minder twijfelachtig zijn, wat de eigenlijke be stemming van liet gasthuis, (instelling van liefdadigheid) is; want inet zekerheid is het te voorzien dat het gasthuis binnen kort subsidie zal behoeven, deze moet door Gedepu teerde Stalen worden goedgekeurd en daarvoor zal zeker wel aan dat collegie behooren aangetoond te worden, dat het gasthuis is een gesticht van liefdadigheid en de verple ging sub c en d alleen hij uitzondering geschiedt. Bij hoofdelijke stemming wordt het amendement van den heer van den Boschevenzeer als dat van mr. S. Vader unaniem aangenomen. Art. 2 bepalende dat het bestuur zal bestaan uit drie leden, waarvan een der wethouders of raadsledeu voorzitter is. Dhr mr. S. Vader wijst op het raadsbesluit van den 28 November 11, waarin is bepaald dat het gasthuis afzonderlijk zal worden bestuurd en acht dat besluit verbindend en dus belemmerend en niet vrij dat een raadslid of wethouder het presidium moet hekleeden. De Voorzitter antwoordt daarop, dat het afzonderlijk bestuur behouden bijft, ook dan wanneer een der wethou ders of raadsleden het presidium bekleedt; hij het door den heer Vader beroepen besluit is uitgemaakt dat het gasthuis eene gemeente instelling is, daarom is een dadelijk toezigt van de zijde der gemeente noodig. Dhr S. Vader zegt dat het meer dan toezigt is wanneer een der leden van het bestuur tevens raadslid of wethouder is; hij acht dit eene atteinte op de zelfstandigheid van het bestuur en het afzonderlijk beheer dat bedoeld is bij het raadsbesluit van November; hij zou ook voor een talrijker personeel gestemd zijn en even als voor het weeshuis 4 leden en een voorzitter verlangen. De voorzitter antwoordt, dat het armbestuur waaraan ook het beheer over het weeshuis zal zijn opgedragen bestaan zal uit 8 leden en een voorzitter, waarvan 4 speciaal met het toezigt over het weeshuis zullen belast z.ijn. Voor de administratie van het gasthuis, van veel minder omvang dan het weeshuis, acht hij drie bestuurders voldoende. Dhr. v. d. Putte voegt daarbij dat de aard der zaken van het gasthuis medebrengt, dat ze prompter behandeld bc hooren te worden dan die van het weeshuis en het ook daarom wenschelijk het getal bestuurders niet te veel uit te breiden. Dhr. v. d- Bosch vermeeul dat dhr. Vader het woord af zonderlijk in het raadsbesluit van 28 Nov. voorkomende, verkeerd heeft opgevat; dat woord bedoelt niet afzonderlijk van het gemeente-bestuur, maar afgezonderd van de admi nistratie van hel weeshuis, dat nu door dezelfde personen beheerd wordtvoor de benoeming van een lid van dezen raad is z. i. zooveel grond dat indien liet niet voorgesteld ware, het welligt als een noodzakelijk iets door hein zou voorgestehj zijn; en ook daarom acht hij het te meer noodig, daar in het geval van aanvraag om subsidie toch een toezigt van de zijde der gemeente zou noodig zijn. Dhr. Vader antwoordt dat die toestand nog niet bestaat; dat er besloten is tot afzonderlijk beheer en dat het niet zoo geheel onmogelijk is dat anderenaan wie het beheer wordt opgedragen, middel zullen vinden om subsidie te ver mijden; hij zou er dus voor zijn dit af te wachten. Dhr. v. d. Bosch zegt dat die toestand met zekerheid te voorzien is, dewijl volgens het reglement en teregt de bur gerlijke armen om niet worden opgenemen. Het artikel in hoofdelijke stemming gebragt, wordt aan genomen met 9 tegen 1 stem. (die van mr. Vader}. Art. 4 tot en met 8 zonder discussie aangenomen- Art. 9, bepalende dat voor de verpleging der armen van het burgerlijk armbestuur niets zal worden betaald, wordt bestreden door den heer mr. S. Vader, die dit onbestaanbaar acht, met een afzonderlijk bestuur en beheer,- men kan dit z. i. niet opleggen dewijl men daardoor op dat beheer inbreuk maakt. De voorzitter antwoordt dat het gasthuis eene gemeente instelling zijnde, het van zelve spreekt dat de gemeente er in kan plaatsen wie zij goedvindt. Dhr. Vader wederlegt zulks door aan te voeren dat het gesticht eigen fondsen bezit waaruit het tot nu toe bestaan heeft en daarover mag men niet beschikken de armenwet draagt aan het bestuur alleen het toezigt op, zonder meer. Dhr. v. d. Bosch wederspreekt den heer Vader en zeg dat de armenwet geen verschil maakt tusschen gemeente instellingen die eigen fondsen bezitten en die ze niet hebben beiden worden door het gemeentebestuur geregeld en bestuurd*' De voorzitter voegt er bij dat men niet beschikt over de fondsen van het gesticht, alleen over de inkomsten; zfjn die niet voldoendedan is de gemeente verpligt daarin te gemoel te komen; of dit dus geschiedt doorvoor verpleging van armen te betalen of wel door subsidie te verleenen is en blijft hetzelfde. Dhr. S. Vader quadrupliceert, dat door eene betaling voor de personen die worden verpleegd niet het gasthuis, maar de personen die verpleegd wordenalimentatie genieten de voorgestelde bepaling zou dus geheel in strijd zijn met het beoogd afzonderlijk beheer. Dhr. v. d. Putte vermeent ook dat door het aannemen van de voorgestelde bepaling de rigting die men aan het gasthuis wil geven, vooruitgeloopen wordt; het gesticht is nog ongesubsidieerd en door de voorgestelde bepaling moet het noodwendig in eene andere positie vervallen. Dhr. van Kerkwijk zou het zeer verkeerd achten, dat de gemeente bij verordening bepaalde, dat zij aan zich zeiven, dat is, aan eene ondergeschikte gemeente inrigting betaalde. Dhr. van den Bosch meent, dat dhr. v. d. Putte in dwa ling verkeert, daar het karakter volstrekt niet verandert door het al of niet subsidiëren het karakter der instelling is gemeente-instelling, dit is uitgemaakt, en zou het, vraagt hij, nu niet ongerijmd zijn om zich zeiven voor zijne diensten te betalen? Dhr. de Knokke v. d. Meulen herinnert, dat er voor reke ning der gemeente nog onderscheidene gealimenteerden in het gasthuis worden verpleegd en vraagt wat zwarigheid er dan zou bestaan om ook die voor niet te laten verplegen. De Voorzitter antwoordt, dat er voor de armbesturen geene subsidie zou toegestaan worden om hunne gealimen- teerden in een gesticht te besleden; de toesland zoo als dhr. Vader die wil, zou dus nadeelig zijn voor de behoeftigen en bovenal door gebrek aan personeel in het gesticht, voor dat gesticht zelf; het is dus beter regtstreeks het gasthuis te subsidiëren en het gesticht aan zijne bestemming te doen beantwoorden. In omvraag wordt art. 9enl0 met acht tegen twee stem men aangenomen, (tegen dhrn. v. d. Putte en S. Vader. Art. 11, tegen dhr. S. Vader. Art. 12 tol en met 39 met algemeene stemmen aangeno men en daarna de beide verordeningen gearresteerd tegen die voor 't gasthuis stemden dhrn. v. d. Putte en S. Vader. IHNNENLANDSCHE BERIGTEW. 1! GOES, 17 Mei. Ter voorziening in de vacature van een vijfde lid voor de kamer van koophandel en fabrieken alhier, zijn den 14 dezer 16 stembriefjes ingeleverd, waarvan bij opening den volgenden dag bleken uitgebragt te zijn 6 stemmen op den heer J. A. A. Fransen van de Putte5 op dhr. J. 11. C. Kakebeeke2 op dhr. C. P. Soutendam, 1 op dhr. J. Fransen van de Putte, 1 op dhr. C. Schetsberg en 1 op dhr. J. G. Jansen. Herstemming op 28 dezer, tusschen de beide eerst- genoeraden. Bij dc veiling op jl. vrijdag van de ter verkoop geanonceerde hofstede onder Flleicoulsdijïcis deze in drie perceelen aan verschillende eigenaren overgegaan; het eerste perceel groot ruim 45 bunders, gold ƒ565, liet tweede groot ruim 2 bunders 730,en liet derde perceel circa 2 bunders groot, 840,per bunder.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1858 | | pagina 1